Leisurestress?
De seniorenmarkt is een segment
waarvoor al lange tijd veel belangstelling bestaat, zowel bij
onderzoekers als bij marketeers. Daarbij is er in de afgelopen decennia
een beeld ontstaan van een radicale transitie. De klassieke bejaarde,
die traditioneel kiest voor de veilige groepsreis (het liefst met
Nederlandstalige begeleiding en medische stand-by) lijkt te zijn
verdwenen, in ieder geval in de beeldvorming! Daartegenover staat de
moderne 60-plusser die zowel sportief, koopkrachtig als zeer
onafhankelijk is en voornamelijk slechts door zijn of haar geboortedatum
nog verschilt van anderen. Maar is dat ook zo? Enkele recente,
persoonlijke ervaringen hebben mijn blikveld wat veranderd.
Recent was ik professioneel betrokken bij een concept, waarvan de haalbaarheid sterk afhankelijk is van de belangstelling bij oudere, vermogende Nederlanders. Het gaat hierbij om een groep mensen, die ogenschijnlijk met gemak de hele wereld bereist en vaak zelfs eigen woningen bezit in Zuid-Europa of verre landen als Thailand, Barbados en Zuid-Afrika. Bij deze groep lijkt er bij nader inzien sprake te zijn van een zekere omslag, van dynamisch naar meer relaxed. Bij hen wordt reizen niet meer ervaren als ontspanning, naar eerder als stressvol. Je moet de reis immers vooraf plannen en boeken, vaak lang wachten in luchthavens. Bovendien merkt hij of zij steeds meer dat de zonnige bestemmingen ook zo hun nadelen hebben: het is er vaak te heet, het eten is niet altijd goed voor je maag en je bent – ondanks sociale media – best wel afgesneden van je familie en medische hulpverleners. Deze situatie leidt tot een opmerkelijke verandering in attitude: de kosmopolitische burger die alles aankan, erkent op een gegeven moment dat vrijetijdsbesteding dichtbij huis, in je eigen klimaat en op korte afstand van vrienden en familie (kleinkinderen!) veel ontspannener is dan al dat gedoe in een ver land. Kortom: de oudere consument voelt plots leisurestress!
Deze
omslag herken ik ook zelf door twee recente, persoonlijke ervaringen.
In het najaar van 2017 was ik gedurende enkele weken voor een
adviestraject in Sulawesi (Indonesië) en daar ben ik als gevolg van
slecht eten behoorlijk ziek geworden en heb toen in een enkele week 8
kilo verloren. Thuisgekomen had ik vrij snel daarna een oogletsel dat
relatief goed te verhelpen was, maar ik moest er niet aan denken dat dit
me in Indonesië was overkomen. In maart van dit jaar ben ik met
vrienden op skivakantie geweest en ondanks het prachtige weer, de
rustige pistes en de mooie sneeuw toch onderuitgegaan. Ik merk nu dat de
genezing van een beenbreuk langzamer gaat dan toen ik achttien was en
ik ben daardoor zeker een paar maanden behoorlijk immobiel. Dus weg
leuke tennispartijtjes, lange afstand wandelingen of fietstochten. Zelfs
mijn boot is nu onbereikbaar en dat in het voorjaar… Ik moet erkennen
dat door dit alles mijn visie op de seniorenmarkt toch wat is veranderd.
Wellicht moeten we meer dan nu – ook in de beeldvorming – rekening gaan
houden met de feitelijke, biologische wetmatigheden waarmee ieder mens,
vroeg of laat, toch te maken krijgt. Natuurlijk is de 65-plusser van nu
doorgaans veel fitter en actiever dan zijn leeftijdgenoot in 1960. Hij
of zij leeft ook langer en is als vrijetijdsconsument ook veel meer
ervaren. Maar fysiek en mentaal zijn er grenzen en vrijetijdsbesteding
of vakantiebeleving moet niet verworden tot een nieuwe vorm van stress,
waarbij de consument het gevoel krijgt dat hij of zij vooral aan alles
moet blijven meedoen en zichzelf steeds als een vitale persoon moet
tonen. Het streven naar onthaasten en ‘ontmoeten’ is bij uitstek
geschikt voor deze doelgroep. Natuurlijk zullen de 60-plussers vooral
ook zelf tot dit inzicht moeten komen. Maar, een beetje subtiele hulp
van de aanbieders in onze sector kan dit voor sommigen toch wat pijnlijke proces wel wat gemakkelijker maken.