Broeikasgassen bereiken recordhoogte
De broeikasgassen hebben in 2013 een recordhoogte bereikt.
Dat werd vooral veroorzaakt door een toename van kooldioxide (CO2). Dat heeft
het Wereld Meteorologische Organisatie
(WMO) vandaag bekend gemaakt. Deze organisatie roept dan ook op tot een gecoördineerde
wereldwijde aanpak van de ‘verwoestende’ klimaatverandering.
Sinds 1984 zijn de CO2-emissies nog nooit zo snel gestegen als in de periode 2012-2031. Die snelle stijging werd veroorzaakt door toenemende uitstoot en het beperktere vermogen van de aarde om CO2 op te nemen. In 2013 was de concentratie van CO2 142% hoger dan in de pre-industriële samenleving van 1750.
Geen twijfel over wetenschappelijke basis
"Ons klimaat is zonder enige twijfel aan het veranderen en wordt het weer extremer”, zegt WMO Secretary-General Michel Jarraud in een verklaring. "Dat is het gevolg van menselijk handelen zoals het verbranden van fossiele brandstoffen.”
Het is vijf voor twaalf
Uit het onderzoek van de WMO blijkt overduidelijk dat de
concentratie kooldioxide in de atmosfeer scherp stijgt. "We moeten deze trend
keren door de uitstoot van CO2 te verminderen”, stelt Jarraud die tegelijkertijd
een duidelijke waarschuwing uitspreekt: "Het is vijf voor twaalf.” Volgens
Jarraud hebben we de kennis en de middelen om de stijging van de temperatuur
binnen de twee graden te houden: "Daarmee geven we onze planeet en onze kinderen
en kleinkinderen een toekomst.” Onwetendheid kan in de optiek van Jarraud geen
excuus meer zijn om geen actie te ondernemen.
In dit hoofdstuk is een poging gedaan ondernemers hulp te bieden
bij het toewerken naar een bedrijfsvoering die toekomstbestendig is, doordat
zij op de noden en wensen van zowel bedrijf, medewerkers, klanten als milieu en
maatschappij ingaan. De mogelijkheden daartoe zijn divers, soms makkelijk (maar
lang niet altijd) en zullen vaak een omdenken vergen. De ontwikkelingen en
veranderingen in de reisbranche in 2013 maken eens te meer duidelijk dat
bijvoorbeeld een touroperator sowieso niet meer van een vast model, met name
qua bestemmingen, uit kan gaan. Een duurzaam toeristisch ondernemer die dit als
kans ziet zal beter op schommelingen in de markt, de maatschappij en het milieu
voorbereid zijn. Daarbij helpt het wellicht om te onthouden dat gastheerschap
en duurzaamheid niet een tegenstelling hoeven te zijn; de combinatie van beide
biedt juist kansen voor nieuwe, toekomstbestendige businessmodellen.
Last but not least moet de link met toeristisch en gastvrijheidsonderwijs gelegd worden. Als duurzaam ondernemen de toekomst heeft, is het essentieel dat de huidige generatie toerisme- en hospitalitystudenten hier rijkelijk kennis mee maakt. Potentiële gevolgen voor mens en milieu, MVO/DTO en duurzaam gastheerschap zouden in elke opleiding standaard onderwezen moeten worden. Daarnaast zouden hogescholen en universiteiten naar het eigen beleid kunnen kijken: doen wij zelf wel voldoende aan MVO, moeten onze studenten wel zo ver weg op excursie, is ons personeel voldoende in MVO/DTO geschoold, et cetera. Studenten zijn immers net toeristen: zij komen bij hun instituut ook in een nieuwe omgeving en staan dus ook open voor nieuwe belevenissen, impulsen en ervaringen. Het katalysatoreffect van positieve ervaringen met duurzaamheid tijdens de opleiding zou weleens heel groot kunnen zijn.