Van marketing naar mattering
Het Culturele
Hoofdstadjaar is inmiddels halverwege. De marketingmachine draait op
volle toeren. De website ontvangt gemiddeld 145.000 unieke bezoekers per
maand. Het aantal Facebookvolgers is de 80.000 gepasseerd. Het eerste
halfjaar van 2018 is een mediabereik van 411 miljoen gerealiseerd.
Uitverkochte voorstellingen en vervolgens weer extra voorstellingen. Een
groei van +30% in het aantal toeristen. En, als kroon op ons werk: een
plek in de top 3 van Lonely Planet.
Ik heb mijn eigen theorie om het succes te verklaren. De events van Culturele Hoofdstad zijn méér dan een feest. Er is een diepere laag. Het gaat om zaken die ‘er toe doen’. Niet alleen voor Friesland, maar voor heel Europa. En dat sluit aan bij de behoefte van de huidige generatie en zeker bij de millennials.
Afgelopen week was ik bij Conference of the Birds. Een dans-, theater- en muziekvoorstelling in de open lucht. De voorstelling was werkelijk prachtig. Mijn hart ging open voor de boodschap die werd gebracht: ‘als we zo blijven omgaan met ons landschap, dan kan er geen vogel meer leven’. Het moet anders. Mooi vond ik het dat ook de journalisten die erbij waren de boodschap begrepen. ‘Biodiversiteit belangrijk vraagstuk voor LF2018’ (LC) en ‘Conference of the Birds symbool voor de crisis op het platteland’ (NPO, radio 1).
Een maand eerder bezocht ik ‘Lost in the Greenhouse’. Een theatervoorstelling die zich in de kassen van Hartman, tussen de paprika’s en tomaten, afspeelde. Het verhaal was niet fictief, maar gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het ging over de Poolse werkers, die huis en haard achterlaten, op zoeken naar een beter leven en werken in de kassen in Friesland. Over cultuurverschillen tussen immigranten en de locals. Maar ook over de persoonlijke verhalen en verdriet, waarvoor geen ruimte is. Het verhaal kwam wel binnen. ‘Lost in the Greenhouse is veel meer dan een eenvoudige lovestory tussen een Pool en een Friezin’ kopte de Volkskrant.
En op het moment dat ik deze column schrijf is het ‘Welcome to the Village’ festival begonnen. Wetenschappers, cultuurmensen, vrijwilligers, bedrijven werken samen aan duurzame ideeën. Ze beschouwen het festival als een mini-maatschappij, een dorp. Als iets in ‘het dorp’ een succes is, dan is het ook toepasbaar in de echte wereld. En onder het genot van mooie muziek, vrolijke mensen, eerlijk voedsel en een mooie omgeving wordt je gewoon creatiever in het bedenken van goede ideeën.
Cultuur is
voor de producers van de Culturele Hoofdstad events slecht een middel.
Het creëren van een betere wereld is het doel. De producers hebben een
missie en worden gedreven door hun hart. Ik denk dat we daarmee de stap
naar de ‘betekeniseconomie’ hebben gezet. Van marketing maken we de stap
naar ‘mattering’. Het gaat om zaken die ertoe doen. Voor ons allemaal.
Voor het marketingteam betekent dit dat we de meest geweldige content kunnen produceren. Voor ons geen advertenties of commercials met acteurs. Nee, echte verhalen, van gepassioneerde mensen met een missie. Contentmarketing. Ook betekent het dat we samen een enorm netwerk hebben. Al die producers, vrijwilligers, initiatiefnemers, muzikanten, bedrijven die betrokken zijn helpen ons in de marketing. We hoeven ze alleen maar te faciliteren. Netwerkcommunicatie en een influentialstrategie. En vooral zoveel mogelijk user generated content, door bijvoorbeeld journalisten uit te nodigen, om ze het zelf te laten voelen.
Eigenlijk past ‘marketing’ ook niet zo goed bij de Friezen. We zijn bescheiden en klappen met onze handen in de zakken. Maar ‘mattering’ past wel bij ons. ‘Net sizze mar dwaan’. Niet lullen, maar poetsen, zoiets.