Segregatie of integratie?
Eind juni vond bij mij in de
buurt de Champions Trophy voor nationale hockeyteams plaats. Een mooi
en prestigieus evenement met deelnemende teams uit de hele wereld. Ik
heb zelf ook een aantal wedstrijden bijgewoond en ervoer een ontspannen
en gezellige sfeer. Ondanks de WK voetbal in Rusland kwamen er veel
toeschouwers, die allen beschaafd juichten voor Oranje, maar ook andere
teams sportief aanmoedigden. De logistiek was perfect geregeld met
uitgebreide fietsstallingen, comfortabele transfers met kleine bussen en
door dit alles was de overlast in onze buurt verwaarloosbaar.
Ik liep
een gemeentelijke projectleider tegen het lijf en zij was zichtbaar
trots op dit succes. Ze wees me wel op de publieke inspanningen die zo’n
event vraagt. Denk aan de verkeersmaatregelen, de bewaking, de
informatieverstrekking en nog veel meer. Natuurlijk staan daar baten
tegenover in de vorm van citymarketing en bestedingen door de vele
(inter)nationale bezoekers. Toch rees bij mij de vraag of er wel zoveel
publiek geld in zo’n event moet worden gestoken?
Want als je goed om je
heen keek, zag je dat het publiek behoorlijk eenzijdig was. De meeste
bezoekers zijn zichtbaar afkomstig uit de hogere welstandsklassen en,
afgezien van bezoekende fans uit Pakistan of India, is bijna iedereen
blank. Ook de aanwezige sponsors bevestigden dit beeld, vaak dealers van
de duurdere automerken en fiscalisten.
De vraag of dit wenselijk is
kwam bij mij extra op, omdat ik in diezelfde week – met prachtig en
zonnig weer – vaak in de namiddag ging zwemmen in een nabijgelegen
zwemplas: De Galderse Meren. Is het bezoek aan de Champions Trophy een
voorbeeld van segregatie, de gasten in de Galderse Meren vormen een
bemoedigend bewijs dat er in ons land ook sprake is van integratie. Hier
zie je namelijk alle minderheidsgroepen tezamen: arbeidsmigranten met
of zonder gezinnen, moslimfamilies met en zonder hoofddoek, zwarte,
blanke en Aziatische mensen, rijk en arm, jong en oud, allochtoon en
autochtoon. Ondanks het heterogene gezelschap functioneert het
recreatieterrein, vanuit mijn persoonlijke waarneming, heel redelijk. De
sfeer is er ontspannen en de meeste bezoekers gaan –ondanks alle
verschillen – veelal hoffelijk met elkaar om. Er is opvallend weinig
muziek of andere lawaaioverlast, honden zijn er weinig en/of blijven
bijna alle aan de lijn en de parkeerplaatsen zien er ordelijk uit. De
blikjes en andere picknickresten worden meestal opgeruimd (alleen
jongeren laten het nogal eens afweten), maar soms is er duidelijk sprake
van overmacht, want regelmatig zijn de vuilnisemmers overvol. Die
situatie illustreert het schrale beheer.
Daarmee kom ik op de kern van mijn betoog: ondanks dat hier sprake is van integratiesucces en een ontspannen vrijetijdsbesteding voor duizenden mensen, krijgt deze vorm van recreatie veel minder geld en aandacht dan topsportevenementen als de Champions Trophy. Vanuit economisch of politiek perspectief is er wellicht veel voor de sponsoring van grote sportevents te zeggen: je krijgt veel publiciteit en de status van je stad of streek wint duidelijk aan waarde. Vanuit sociologisch perspectief wil ik echter sterk pleiten voor ondersteuning van recreatieve locaties en projecten waar we echt blijken te integreren. De maatschappelijke winst van integratie is immers op lange termijn vele malen groter dan de weliswaar heftige en positieve maar ook zeer kortdurende impuls van een exclusief topsportevenement. We zullen in de toekomst immers – meer dan nu – samen moeten leven met een veel heterogener gezelschap dan we gewend waren en samen recreëren kan veel bijdragen aan meer onderling contact en begrip. We zouden als recreatiesector en als overheid méér in plaats van minder publieke middelen voor openbare recreatieterreinen zoals zwemplassen moeten inzetten… Wie helpt mee de tegengestelde trend te keren?