Het belang van een organisatorisch eco-systeem
Bron: Pixabay
Al deze uitdagingen vergen nogal wat van ons als sector op zowel nationaal, regionaal als lokaal niveau; niet van alleen de overheid, of alleen de ondernemer of Destinatiemarketing organisatie (DMO), maar van de sector als geheel. En het gezamenlijk aanpakken van deze uitdagingen is al een uitdaging an sich, omdat wij als sector vaak versnipperd opereren.
Toch zijn er tal van ontwikkelingen die onze organisatorische structuur kunnen versterken. Het Perspectief 2030. De brancheorganisaties HISWA en RECRON die gezamenlijk gaan optrekken. De DMO’s die hun rol opnieuw uitvinden. En tot slot de nationale data alliantie die moet leiden tot betere kennis over de toerist. Nu is het zaak dat deze partijen met soms nieuwe rollen ook de samenwerking met elkaar aangaan en elkaar aanvullen.
Een toeristische organisatiestructuur die al enkele jaren volop in ontwikkeling is, is de Toeristische Uitvoerings Alliantie (TUA) in Zeeland. In de TUA werken VVV Zeeland, Economisch Impuls Zeeland en Kenniscentrum Kusttoerisme (als onderdeel van HZ University of Applied Sciences) samen, in nauw overleg met regionale en lokale overheden, brancheorganisaties en Toeristisch Ondernemend Zeeland.
Ieder vervult een eigen rol, rollen die elkaar aanvullen in de productlevenscyclus van de bestemming Zeeland. Onderzoek en kennisontwikkeling vindt plaats bij Kenniscentrum Kusttoerisme, als startpunt voor innovatie. Een belangrijk voordeel is dat het kenniscentrum onderdeel uitmaakt van HZ University of Applied Sciences, waardoor zij enerzijds kan putten uit verschillende expertises van de hogeschool, anderzijds vloeit de opgedane kennis weer terug in het onderwijs. Stimulering van innovatie is de taak van ontwikkelingsbedrijf Economische Impuls Zeeland, zij hebben een uitgebreid instrumentarium waarmee zij ondernemers ondersteunen in hun innovatieproces. De daadwerkelijke productontwikkeling vindt plaats bij ondernemers zelf, zij ontvangen de gast. Marketing van de bestemming Zeeland en alle producten in Zeeland wordt uitgevoerd door VVV Zeeland. De ontwikkeling van het toerisme wordt vervolgens weer gemonitord door Kenniscentrum Kusttoerisme, waarna de cyclus weer opnieuw doorlopen wordt. Provincie, maar ook de (gezamenlijke) Zeeuwse gemeenten ontwikkelt het beleid waarin de cyclus plaatsvindt. Daarnaast treden zij op als facilitator of aanjager van de productlevenscyclus van de bestemming Zeeland.
Ondanks de nauwe samenwerking, betekent het niet dat alle activiteiten altijd door de partijen gezamenlijk worden opgepakt. Afhankelijk van het onderwerp spelen de drie organisaties al dan niet een rol. Vraagt de kwestie om andere expertise, dan wordt deze kennis extern ingevlogen. Regelmatig worden onderzoeken uitgevoerd door partijen met specifieke kennis op een bepaald thema, waarna de opgedane kennis wordt ingebracht en vooral ook ingebed in deze netwerkorganisatie.
Doordat TUA-partners ook onderdeel zijn van nationale netwerken, denk aan CELTH (Centre of Expertise Leisure, Tourism & Hospitality), de nationale data alliantie en Destinatienetwerk Nederland, en door deel te nemen aan internationale projecten, wordt kennis en ervaring van buiten Zeeland ingebracht en toegepast voor de bestemming Zeeland. Op deze manier ontstaat een ecosysteem waarin partijen elkaars kennis en ervaring optimaal benutten en versterken, maar waarbij vooral de bestemmingsregio zich optimaal kan ontwikkelen.
Topics:Toerisme
Trefwoorden: toerisme, arbeidsmarkt, innovatie, zeeland