2019: het jaar voor nationaal toeristisch beleid
In de voorgaande CELTH column belichtte Jorrit Bijl namens CELTH, HZ University of Applied Sciences en Kenniscentrum Kusttoerisme het belang van een organisatorisch ecosysteem. Met als illustratie de toeristische organisatiestructuur die in Zeeland al enkele jaren met succes in ontwikkeling is – de Toeristische Uitvoerings Alliantie (TUA). In de TUA werken overheid, data- en kennisinstellingen, ontwikkelmaatschappijen, ondernemers en marketingorganisaties samen aan de ontwikkeling van Zeeland als plek voor inwoners en bezoekers.
Om ontwikkelingen te regisseren en aan te jagen worden ook op andere plekken in Nederland (en daar buiten) structuren opgezet om ondernemers, overheden en kennis- en onderwijsinstellingen in een triple helix of quadrupel helix verband bij elkaar te brengen. Zo zetten op 12 februari partijen in Fryslân de handtekening onder een samenwerkingsovereenkomst: DataFryslân. DataFryslân is een samenwerking tussen Friese organisaties en het CBS om het datagedreven werken in Fryslân flink te versterken. DataFryslân is een van de activiteiten die voortkomt uit de Toerisme Alliantie Friesland (TAF), een denktank bestaande uit ondernemers uit de gastvrijheidseconomie, ondersteund door het onderwijs en de overheid. DataFryslân is een werkplaats – een living lab – waar expertise en datavraagstukken samenkomen. DataFryslân is ook een dataknooppunt – een kennishub – en een plaats voor kenniscirculatie – een podium. Door workshops, presentaties, masterclasses, meet-ups wordt innovatie en kennisdeling gestimuleerd. Door de inhoudelijke koppeling aan het Data & Development Lab Bestemming Nederland – waarin NBTC Holland Marketing, CBS en CELTH participeren – ontstaat een logische data-infrastructuur op regionaal en nationaal niveau. Data verrijken de kennis van beleidsmedewerkers en van ondernemers en zijn essentieel geworden in gewogen beslissingen. Van slim beleid tot disruptive onderneming, toerisme kan niet meer zonder gedegen onderzoek.
De samenwerkingsstructuren in Zeeland en Fryslân zijn bruikbare referentiekaders voor andere regio’s en provincies. En voor de destinatie Nederland. Op nationaal niveau buigt de Raad voor leefomgeving & infrastructuur (Rli) zich momenteel over de vraag of er op nationaal niveau (meer) Rijksbemoeienis zou moeten komen ten aanzien van toerisme. Gezien de urgentie die aan het ontstaan is – het aantal internationale bezoekers aan de bestemming Nederland zal in de periode tot 2030 verdubbelen – wordt het meer dan noodzakelijk dat de rijksoverheid een proactieve rol inneemt. En werk maakt van kennisontwikkeling en visievorming. Om vervolgens partijen binnen dit nationale ecosysteem op het gebied van data- en kennisontwikkeling, innovatie, ondernemerschap en marketing te faciliteren hun rol te pakken.
Ik heb er vertrouwen in: 2019 wordt hét jaar waarin het Rijk haar rol pakt om te sturen op een gebalanceerde ontwikkeling van het inkomende en binnenlands toerisme in Nederland. Een ontwikkeling waarbij economie, samenleving en leefomgeving met elkaar in samenhang worden bekeken. Een ontwikkeling waarin lasten worden gedeeld en bovenal: kansen worden benut!