Duurzame bestemmingen; hoe doe je dat? Op zoek naar ‘pareltjes’ uit de Oostenrijkse Alpen
Veel toeristische bestemming willen het zijn of willen het worden in de toekomst; een duurzame bestemming. Alleen de vraag blijft, wat is het en hoe doe je dat? Binnen de onderzoeksagenda van CELTH (Centre of Expertise Leisure Tourism & Hospitality) is dit tevens een van de kernthema’s waarop de onderzoeksprojecten zich richten. Op deze plek wil ik juist de nadruk leggen op een aantal inspirerende ideeën opgedaan in de Oostenrijkse Alpen. Over je eigen grenzen heen kijken en observeren hoe men duurzaam toerisme in andere landen probeert vorm te geven werkt heel verfrissend.
De lessen zijn gebaseerd op een door de STIRR (Stichting Innovatie Recreatie en Ruimte) georganiseerd bezoek dat een delegatie van Nederlandse toeristische ondernemers, bestuurders en wetenschappers in juni 2018 aan het gebied bracht, om inspiratie op te doen voor Nederlandse regio’s. Waarom naar de Alpen hoor ik u denken? De Alpen, en Oostenrijk in het bijzonder, is een relevant voorbeeld van een bestemming waar veel draagvlak is voor duurzaam toerisme en waar men wat verder is met het toepassen hiervan in de praktijk. We bezochten de plaatsen Ellmau en Werfenweng, deze ‘pareltjes’ zijn beide onderdeel van het Alpine Pearls netwerk.
Een opvallend voorbeeld dat aan het denken zet, is het betalingssysteem ter bevordering van het toerisme in Tirol. In grove lijnen bestaat het uit 1) toeristenbelasting en 2) ‘Plichtbeitrag’.
De toeristenbelasting is een bedrag dat, net als in Nederland, wordt betaald door de overnachtende toerist. Het verschil is dat hier het geld bij het lokale ‘Tourismus Verband’ terechtkomt.
De ‘Plichtbeitrag’ is een systeem dat alle bedrijven in de regio, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, verplicht om een percentage van de omzet volgens een verdeelsleutel bij te dragen aan de toeristische infrastructuur. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar het type bedrijf (echte toeristische bedrijven betalen meer dan een supermarkt), maar ook naar de intensiteit van recreatie en toerisme in de regio. Naast het lokale ‘Tourismus Verband’ komt deze belasting ook terecht in een ontwikkelingsfonds. Met het geld van beide systemen worden investeringen gedaan om het toerisme te innoveren en te verduurzamen. Deze systemen zorgen ervoor de kosten en baten van toerisme eerlijker en transparanter worden verdeeld. Omdat de Pichtbeitrag al zo lang bestaat (sinds 1927!) en ingeburgerd is, levert deze weinig tot geen discussie op. Om een dergelijk systeem in Nederland vorm te geven is enorm lastige opgave en vraagt politieke visie, moed en draagvlak. Echter, in een tijd waar we het steeds vaker hebben over een balans en een eerlijkere verdeling tussen de lusten en lasten van toeristische ontwikkeling op bestemmingsniveau geeft dit stof tot nadenken.
Een tweede voorbeeld gaat over duurzame mobiliteit. In Werfenweng is de SAMO (SAnfte MObilität) kaart ontwikkeld, die toeristen gratis elektrisch vervoer biedt en andere kortingen in het gebied verschaft ter waarde van 350 euro. Voorwaarde is wel dat gasten met OV aankomen of hun autosleutels inleveren bij het hotel gedurende hun verblijf. De kracht van de visie zit hem in de lange adem, het doorvoeren ervan in alle aspecten van het toeristisch product, en het betrekken van de inwoners en hen laten meeprofiteren van het duurzame mobiliteitsconcept.
Bovengenoemd voorbeelden zijn slechts twee van de lessen opgedaan in Oostenrijk. Een uitgebreider overzicht van de lessen is gepubliceerd in het Journal of Tourism Futures. Dit artikel is geschreven door Hans Hillebrand (directeur STIRR), Tanja Emonts (adviseur Emonts advies) en ondergetekende en is vrij te downloaden via onderstaande link: