Van overtoerisme naar ondertoerisme?
Afbeelding van edmondlafoto via Pixabay
De discussies rond overtoerisme legden al een aantal zwakke plekken van het fenomeen (massa)toerisme bloot, zoals een onevenredige verdeling tussen baten en lasten, negatieve impacts op landschappen en gemeenschappen, dit alles leidend tot overlast en onvrede bij inwoners. Wie de afgelopen jaren een krant opensloeg las bijna dagelijks over drukte in Amsterdam, Venetië en Barcelona en is er veel onderzoek verricht naar dit fenomeen. Hoewel ik zelf bijdragen heb geleverd aan verschillende onderzoeken (o.a. UNTWO, EU), is in mijn ogen het debat rondom overtoerisme altijd al een eenzijdige discussie geweest die de publieke opinie domineert. In een aantal gevallen is er sprake van te veel toeristen, maar voor het overgrote aantal van de toeristische bestemmingen in Nederland is dit helemaal niet het geval en is er eerder sprake van te weinig toeristen, oftewel ondertoerisme.
Ondertoerisme is geen nieuwe term, maar wordt mijn inziens nog te beperkt gebruikt. In de praktijk zie je dat deze vaak toegepast wordt als marketingterm om de aandacht te vestigen op onontdekte pareltjes die nog niet zijn ‘verpest door het massatoerisme’. Maar het is ook goed om na te denken over de management aspecten van ondertoerisme, oftewel: hoe ga je om met gebieden waar toerisme een kleine rol speelt of waar de toestroom van toeristen is weggevallen. Het coronavirus laat zien dat het opdrogen van grote aantallen toeristen een gigantische impact heeft op bedrijven, met verliezen, faillissementen en ontslagen tot gevolg. Of het nu om overtoerisme of ondertoerisme gaat, het komt uiteindelijk allemaal neer op hoe moet worden omgegaan met veranderende omstandigheden. In de wetenschap hebben we het hier vaak over resilience, oftewel de veerkracht van een bedrijf, sector of gebied wanneer ze te maken krijgen met snelle of langzame veranderingen. Té gefocust zijn op één doelgroep of bedrijfstak maakt kwetsbaar, met alle gevolgen van dien.
Om te komen tot een meer gebalanceerde ontwikkeling, zijn we bij CELTH druk met het vormgeven van de ‘Agenda Bewuste Bestemmingen’, waarin, of het nu een situatie is van onder- of van overtoerisme, een aantal zaken relevant blijven zijn: een gedeelde visie, monitoring, verduurzaming van de sector, professionalisering door scholing. Bij wijze van voorbeeld moet ik meteen denken aan de arbeidsmarkt. In een situatie van overtoerisme gaat het om de vraag hoe te komen aan voldoende gekwalificeerd personeel. In geval van ondertoerisme gaat het om de vraag hoe in een bedrijf of organisatie zijn werknemers vasthoudt en niet verliest aan andere sectoren met een beter perspectief. In beide gevallen kan het antwoord liggen in bijvoorbeeld professionalisering, faciliteren van scholing en het bieden van een perspectief. Zo spelen er vele vraagstukken in onze toeristische sector waar wij, ondernemers, overheden, onderwijsinstellingen en onderzoekers, de komende jaren in gezamenlijkheid aan moeten werken. Of het nu gaat om een situatie waar er te veel of juist te weinig toeristen zijn: vanuit CELTH pakken wij graag onze rol als kennispartner in dit proces.
Topics:Toerisme
Trefwoorden: toerisme, overtoerisme, ondertoerisme, beleid, visie, strategie