Driven nationally, delivered locally
In april vond in Nieuwspoort het debat plaats over de bezoekerseconomie in 2050. Dolf Jansen opende op sterke eigen wijze de show en Mathijs Bouwman benadrukte kundig de grote uitdagingen waar het gastvrijheidsdomein – de wereld van leisure, toerisme en vrijetijd – voor staat: een groeiende krapte aan ruimte en arbeidskrachten. Nog belangrijker: beide zullen deze hele eeuw aanwezig zijn en zelfs verder toenemen. Zij vereisen innovatie en handelen van het gastvrijheidsdomein, zowel nationaal, provinciaal als lokaal.
Toch gingen de alarmbellen in de zaal niet af … ook niet toen de aanwezige (zowaar twee!) Tweede Kamerleden aangaven dat toerisme niet op de agenda staat in Den Haag (inderdaad: niet laag, maar niet!). Wellicht ook niet zo gek, want het niveau van de verdere bijeenkomst ontsteeg het kolderieke marketinggeneuzel waar de toerismesector en haar DMO’s zich al decennia mee profileren, nauwelijks. En dat terwijl we echt moeten (!) opschalen qua urgentieniveau. We moeten de grote uitdagingen van het gastvrijheidsdomein aangaan. We hebben immers te maken met een forse toename van de bevolking. Van de huidige 17,9 miljoen mensen anno nu groeien we naar 18,5 miljoen mensen in 2030 tot uiteindelijk meer dan 20 miljoen rond 2050. Tegelijkertijd zal het aantal inkomende toeristen toenemen met meer dan 35% tot meer dan 30 miljoen. Niet in 2050 maar al in 2030. Dit resulteert in een verdere krapte op arbeidsmarkt, een krapte en vastlopende infrastructuur en een krapte in de fysieke ruimte. Bijkomende opgaven qua verduurzaming en het behoud van de ‘licence to operate’ maken de puzzel van een domein dat vooral uit MKB-bedrijven bestaat, compleet.
Er is echt noodzaak om leisure, tourism & hospitality hoger op de agenda te krijgen. Het domein moet een positie krijgen in de agenda’s van Rijk, provincies en gemeenten. Hoe? Met het benoemen van het belang van de sector met alleen cijfers als de economische impact, is bovenstaande tot op heden niet gelukt. We moeten het over een andere boeg gooien: we zullen moeten escaleren. We moeten het perspectief veranderen, van een gastvrijheidsdomein volop marketing- en ondernemerskansen naar een bestemming die echt vastloopt als er niet gehandeld wordt. Als we dat niet (willen) doen voor de internationale bezoeker, dan toch zeker voor de bewoners die ook willen recreëren?
Mogelijk dat de inrichting van de nieuwe ‘Landelijke Raad voor Toerisme & Recreatie’ een tussenstap vormt in deze escalatie. Randvoorwaarde is dat de Landelijke Raad – met het onderliggende ecosysteem van samenwerkende en handelende overheden, brancheorganisaties en kennisinstellingen – wel een vuist kan maken en op nationaal niveau zorgt voor beleid en actie. En dat het faciliteert met data, kennis & inzichten en met lobby de grootse opgaven van het gastvrijheidsdomein weet te adresseren. De uitvoering vindt dan in de provincie en regio plaats, waarbij uiteindelijk de ondernemer aan zet is: "driven nationally, delivered locally”.