Marktverzadiging ondermijnt toekomstwaarde bedrijven
Enkele maanden geleden is de eerste benchmark verblijfsrecreatie ‘nieuwe stijl’ gepubliceerd. Complimenten aan Recron en Alfa Accountants voor de aanpak: door zijn eenvoud is de benchmark een heel praktisch instrument voor ondernemers geworden. Er wordt heel heldere en begrijpelijke managementinformatie gegeven. Immers, deelnemers krijgen een aparte uitdraai van de uitkomsten, waarbij de eigen resultaten worden afgezet tegen de rest van de markt. Een suggestie van mijn kant is om in de toekomst niet alleen te werken met gemiddeldes, maar ook met kwadranten, waardoor de scores van de beste bedrijven zichtbaar worden. Dat kan soms meer prikkelen dan het doorsnee bedrijf, want kengetallen hierover kunnen de alertheid van ondernemers ondermijnen (‘zo slecht doen wij het nog niet’).
Bedrijven worden minder waard
Het zal niemand verbazen dat de benchmark het beeld van marktverzadiging bevestigt. Er is nog nauwelijks groei en de omzettoename kan maar net de gestegen, operationele kosten goedmaken. Als je de inflatie meerekent, neemt de winst feitelijk af. Een afnemende winst en een gebrek aan groeiperspectief zorgt ervoor dat de belangstelling voor het aankopen van verblijfsrecreatiebedrijven structureel onder druk komt te staan. Is het niet door de angst van aspirant-ondernemers, dan wel door de terughoudendheid van financiers. Zo’n ontwikkeling is bedreigend voor veel ondernemers, die voor hun oude dag toch stiekem hadden gerekend op een mooie verkoopwaarde.
Vooral kapitaalproductiviteit blijft achter
Bedrijven zouden dus beter moeten presteren. Aan de netto omzet per FTE (arbeidsproductiviteit) lijkt het ogenschijnlijk niet te liggen. Deze scoort in de verblijfsrecreatie ongeveer 20% beter dan het gemiddelde van andere sectoren in Nederland. Voor een dienstverlenende sector zou dit een goede prestatie zijn, maar de verblijfsrecreatie is in de afgelopen jaren van een primair arbeidsintensieve sector veranderd in een bedrijfstak die ook behoorlijk kapitaalintensief is geworden. Kapitaallasten ‘snoepen’ anno 2011 gemiddeld al bijna 30% van de bruto marge op. De hieraan ten grondslag liggende investeringen (verblijfsaccommodatie, infrastructuur, voorzieningen) zijn niet voldoende effectief. De voorzieningen worden slechts korte tijd benut (lage bezetting op jaarbasis) en leveren vaak veel te weinig op. Aan de hoge kapitaallasten valt op korte termijn niet veel aan te doen.
Veel bedrijven zijn kwetsbaar
Onder aan de streep wordt een gemiddeld bedrijfsresultaat (voor belastingen) van circa 10% gehaald. Deze winstmarge lijkt nog wel acceptabel, maar aan de hand van andere uitkomsten van de benchmark stellen wij toch vast dat de sector op dit moment kwetsbaar is. Dit komt door de combinatie van hoge, vaste lasten enerzijds en marktverzadiging anderzijds. Immers, een omzetafname kan maar gedeeltelijk worden opgevangen door kostenbesparingen.
De kwetsbaarheid komt het meest tot uiting in twee belangrijke ratio’s uit de benchmark, te weten de solvabiliteit en de liquiditeit:
- Solvabiliteit: bij veel bedrijven is het eigen vermogen maar een fractie (meestal minder dan 10%) van het totaal vermogen. Eigenlijk houden externe financiers de bedrijven min of meer ‘in de lucht’, maar hoe lang doen zij dat nog?
- Verder blijken zowel de current ratio als de quick ratio (kengetallen die de liquiditeitspositie van de bedrijven aangeven) onder de maat te scoren. Dat betekent dat veel bedrijven meer afhankelijk worden van kort krediet en de vraag is hoe lang dat nog beschikbaar blijft.
Focus op verbetering kapitaalproductiviteit
In de sector zal in zijn algemeenheid meer aandacht moeten komen voor de verbetering van de bezettingsgraad en de netto opbrengsten per verblijfsdag. Dat kan desnoods met behulp van extra personeel voor service, recreatie en andere diensten die consumenten waarderen. Dat moet leiden tot een betere benutting van de accommodaties en faciliteiten. Indien men hierbij nieuwe investeringen zoveel mogelijk vermijdt, zal de winstgevendheid, de vermogenspositie en de liquiditeit langzaam gaan verbeteren. Alleen zo kan de ondernemer in een verzadigde markt zijn bedrijfswaarde weer verhogen.
Gaat u ook met de benchmark aan de gang?
Maar natuurlijk heeft mijn verhaal betrekking op algemeenheden en gemiddelden en u bent een zelfstandig ondernemer met een eigen positie in markt en in omgeving. Daarom raad ik alle Recron leden aan te focussen op de ontwikkelingen in het eigen bedrijf, maar niet zonder een betrouwbare spiegel. Doe daarom mee met de benchmark ‘2012’. U ondersteunt daarmee uw sector en krijgt een heel effectief management-instrument ter beschikking. U hoeft niet bang te zijn voor de uitkomsten van uw bedrijf. Verbetering van het resultaat en vergroting van de waarde van uw bedrijf begint immers met het onderkennen van de knelpunten om er vervolgens gericht aan te kunnen gaan werken. Hopelijk kan dit korte verhaal u bij die opgave enige ondersteuning bieden.