Gastvrijheidssector komt met gezamenlijke visie
Verslag van Open Space Event van Gastvrij Nederland
We staan voor grote
uitdagingen
De gastvrijheidseconomie staat volgens Gastvrij Nederland voor grote
uitdagingen. De gasten zijn aan het veranderen: ze willen een persoonlijke
benadering en hun maatschappelijke betrokkenheid neemt toe. Door allerlei
technologische ontwikkelingen willen ze ongeacht tijd of locatie kunnen
(net)werken, co-creëren en in contact staan met vrienden. Ervaringen in
vakantielanden en -steden, vervoer, verblijf en vermaak worden online en mobiel
uitgewisseld. Tegelijkertijd concurreert toeristisch Nederland met de hele
wereld en binnen Nederland weer met elkaar. De vraag dringt zich op hoe de
sector vitaal kan worden gehouden. Hoe verbinden we de diversiteit van onze
sector op nationaal, regionaal en lokaal
niveau en wat is publiek en wat privaat? Hoe lossen we deze vraagstukken op
zodat we de economische betekenis van de sector vergroten en toekomstbestendig maken? Geen eenvoudige
opgave voor een sector met een enorme diversiteit en een hoog gehalte aan
MKB-bedrijven.
Topsectorbenadering
van de gastvrijheidseconomie
De aftrap werd gegeven door de voorzitter van het Topteam Gastvrijheidseconomie,
Theo Ruijs. Hij laat geen kans voorbij gaan om het belang van de
gastvrijheidseconomie te onderstrepen en ook deze keer stond hij voor zijn
sector. "Zo staat in deze sector de mens centraal, is het een internationaal
opererende sector, zijn we 24 uur per dag, 7 dagen per week open, hebben we te
maken met een seizoenspatroon, moeten we heel erg flexibel zijn in een
zapwereld, faciliteren we andere sectoren als het gaat om leefbaarheid en is
het een sector met historie en innovatiekracht”, aldus Ruijs. Hij pleitte voor een topsectorachtige
benadering van de gastvrijheidseconomie. De gastvrijheidseconomie is in de ogen
van de Rijksoverheid dan wel geen topsector maar wordt hoe langer hoe meer als
zodanig behandeld. Dat blijkt ook uit het Center of Expertise dat de sector
heeft toegekend gekregen. Doel van deze topsectorbenadering is het versterken
van de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven, gegeven de
economische kansen en maatschappelijke uitdagingen. Centraal staat samenwerking
binnen de ‘gouden driehoek’ van bedrijven, overheden en kennisinstellingen. De
innovatie moet worden bevorderd door een sectorale aanpak, vraagsturing vanuit
het bedrijfsleven, minder specifieke subsidies, meer generieke
lastenverlichting en meer ruimte voor ondernemers.
Op weg naar de stip
aan de horizon
De nieuwe visie moet in de optiek van Ruijs geen stilstaand model zijn maar een
levend document met een visie, een stip aan de horizon, zodat iedereen in de
sector weet waar we met z’n allen naar toe gaan. Met ‘Gastvrijheid van
Wereldklasse’ moeten we de gastvrijheidseconomie beter op de kaart krijgen. Met
de nieuwe visie wil het Topteam de sector een perspectief bieden.
Inspelen op maatschappelijke megatrends van levensbelang
Na deze inleiding was het de beurt aan Robert Middelkoop van BoerCroon die de
stand van zaken in het Topteam toelichtte. Het betrof hier volgens Middelkoop nog
wel ‘work in progress’.
De sectorvisie omvat het
binnenlands en inkomend toerisme. Het uitgaand toerisme, home entertainment en
de toeristische maakindustrie vallen buiten de scope van de sectorvisie. Binnen
de sector weten we het al lang maar de economische relevantie van de gastvrijheidseconomie
met 38 miljard aan bestedingen (2,9% BNP) en 413.000 banen (4,5% van alle banen
in Nederland) staat beslist niet ter discussie. Bovendien leveren investeringen
in de sector zowel een verhoging van de bestedingen als extra werkgelegenheid
op. Groot voordeel is ook dat onze sector niet te outsourcen is en de
bestedingen en werkgelegenheid binnen de grenzen blijven. De sector genereert
op vier niveaus (Nederland, regio, onderneming en individu) gebieds- en
gastwaarde. Het is volgens Middelkoop van belang om in te spelen op de
maatschappelijke megatrends die zich nu en in de toekomst voordoen.
Drivers gastvrijheidseconomie 2025
VRAAG | ● Mensen betalen voor kwaliteitsmomenten, niet voor accommodaties ● Consument wil (informatie)behoefte direct bevredigd zien ● Consument wil aanbod op maat / persoonlijk aanbod ● Consument wil veel ervaringen combineren in 1 trip ● Gasten ruilen, handelen en regelen onderling ● Vervaging tussen recreatie en arbeid (en wonen, zorg, sport, …) |
AANBOD | ● De markt is niet meer te sturen door (grote) aanbieders ● Branchevervaging zet door / Verbreding van het domein ● Concurrentie om het belevingsgevoel van de consument ● Overaanbod ● Verdere opkomst van internationale eigenaren |
PROCES | ● Het zoek- en boekgedrag van consumenten is fundamenteel veranderd ● De rol van de aanbieder of intermediaire organisatie staat ter discussie ● Nieuwe digitale mogelijkheden ● Slechte ontsluiting van informatie remt de meerwaarde van big data ● Slag om de klantgegevens: wie is eigenaar van de klant |
OMGEVING | ● Investeringen nemen af ● Collectiviteit staat onder druk, individualisering neemt toe ● Tekort aan vakbekwaam technisch personeel ● Vervaging tussen stad en streek |
Hospitality-mentaliteit
moet verder worden ontwikkeld
Om daar goed op in te spelen moet de hospitality-mentaliteit verder ontwikkeld
worden, aanbieders allianties met elkaar aangaan, kwaliteit en duurzaamheid
verder worden ontwikkeld, ondernemers voldoende investerings-, vestigings-,
arbeids- en innovatieruimte krijgen en de concurrentiekracht worden bevorderd.
Problemen zijn er natuurlijk ook. Denk maar aan de versnippering van de sector,
regelgeving en procedures, de gebrekkige samenwerking op landelijk, regionaal
en lokaal niveau, het gebrek aan kennis en kengetallen en het ontbreken van een
gezamenlijk verhaal vanuit storytelling perspectief. Grote vraag is of
Nederland en de Nederlanders in staat zijn tot ‘Gastvrijheid van Wereldklasse’.
Dat vraagt om dienstbaarheid, inlevingsvermogen en een onvoorwaardelijke
eerlijke houding. Daarbij moet gastvrijheid niet als kunstje worden gezien.
Gastvrijheid moet in het DNA zitten en dat zal nog niet eenvoudig zijn. Bij ‘Gastvrijheid
van Wereldklasse’ gaat het overigens helemaal niet alleen om grote iconen als
bijvoorbeeld het Rijksmuseum. Ook kleine horecagelegenheden kunnen ‘Gastvrijheid
van Wereldklasse’ uitstralen. Het is veel meer de vraag of we werkelijk
gastvrij zijn, het aanbod op de vraag aansluit en ons aanbod internationaal competitief
is.
Out-of-the-box naar
nieuwe verrassende toekomstbeelden
Het Topteam Gastvrijheidseconomie werkt aan vergezichten op vier niveaus (nationaal,
regionaal, bedrijf en individu) en na de luistersessies mochten de deelnemers
zelf actief met deze niveaus aan de slag. Iedereen kon aansluiten bij een groep
naar keuze. De opdracht was niet eenvoudig. Eerst moest een strategische
aanleiding worden vastgesteld, vervolgens een toekomstbeeld voor de sector (de
stip aan de horizon) worden geschetst waarna de stappen moesten worden
vastgesteld om van de huidige situatie naar het toekomstbeeld te komen. Het
viel in de meeste groepen niet mee om out-of-the-box tot nieuwe verrassende
toekomstbeelden te komen. Over het algemeen werd voortgeborduurd op ontwikkelingen
die nu al zichtbaar zijn.
Nationaal: Overal en
altijd toegang tot het complete aanbod van bedrijf en particulier
De groep die met het nationale niveau aan de slag mocht gaan, wilde de toerist
in 2025 overal en altijd toegang bieden tot het gehele recreatieve aanbod. En
niet alleen aanbod van bedrijven maar ook van particulieren. Deze groep signaleerde
namelijk veel onbenutte recreatiegoederen (ook bij particulieren) en een
gefragmenteerd aanbod. De trend van bezit naar gebruik zal zich volgens deze
groep in de toekomst nog nadrukkelijker manifesteren. Ze zien daarbij wel enige
belemmeringen. Huidige aanbieders laten zich leiden door angst en zullen
vanwege status, macht en eigendom niet eenvoudig een andere koers willen varen.
Toch zullen technologische mogelijkheden en druk van de consument de weg naar
één Gastvrij Nederland plaveien. De universele gastvrijheidssleutel, zoals zij
dit project hebben genoemd, moet daar verandering in gaan brengen.
Regionaal: Samenwerking
en verbinding
De eerste groep die met het regionaal niveau aan de slag mocht, zag vooral veel
in samenwerking en verbinden. Regio’s
moeten in de toekomst een unieke beleving aanbieden maar zich daarbij ook weer
verbinden met andere regio’s. Ook in fysieke zin, met kennis, en met andere
sectoren moeten we ons verbinden. Nederlandse iconen als water, cultuurhistorie
en de agrosector moeten daarbij als verbindende elementen fungeren.
Regionaal: Mooi
Nederland
De tweede regionale groep vond dat we samen beter inzichtelijk moeten maken hoe
mooi Nederland is. We moeten daartoe over onze eigen schaduw heen stappen. De
groep schetste een prachtig toekomstbeeld met een ideale samenwerking, een
betere ontsluiting van het aanbod en een helder inzicht in kosten en baten.
Kansen zag deze groep in zorgtoerisme, ict-mogelijkheden en gezamenlijke
promotie.
Bedrijf: Durf te
delen
De groep die zich op het bedrijfsniveau had geconcentreerd keek vooral naar de
agrarische sector. Daar wordt veel en intensief samengewerkt. Ook in de
gastvrijheidseconomie kunnen we door het delen en verspreiden van relevante
kennis veel verder komen. Durf te delen, was het devies voor deze groep die ook
de slogan ‘Iedereen een iPad en de wereld is gered’ in de groep gooide.
Concrete ideeën waren er ook. Zet een ondernemersfonds op om innovaties te
financieren en gebruik veel meer de kennis van de gasten.
Individu: Trots en
identiteit
Volgens de groep die met het individu aan de slag ging begint en eindigt alles
met de mens. Zij waren over hun eigen schaduw gesprongen en hadden een droomplek
voor de nieuwe gast van 2025 gecreëerd. Toeristische bestemmingen moeten op
zoek gaan naar hun eigen identiteit en daar trots op zijn. Toch waren ook zij
met de beide benen op de grond blijven staan en realiseerden ze zich terdege
dat er niets veranderd als er geen sense of urgency is.
Conclusie: Creëer een
sense of urgency
En daarmee hebben we wellicht een van de grootste bedreigingen voor innovatie
in de sector te pakken. Als we onvoldoende de noodzaak tot veranderen erkennen,
is stilstand wellicht de grootste valkuil voor de Nederlandse
gastvrijheidseconomie. In deze sterk veranderende wereld met een consument die
steeds opnieuw wil worden geprikkeld, is stilstand eenvoudigweg de dood in de
pot. Als we de ondernemer niet van een sense of urgency weten te overtuigen, is
deze sector in de toekomst alleen nog maar met achterhoedegevechten bezig en
hebben we definitief afstand genomen van de eredivisie van de toeristische
bestemmingen. Hoeveel mooie vergezichten we ook creëren. En hierin ziet
wellicht ook de oplossing. Als we ondernemers enthousiast krijgen voor een
reëel maar mooi toekomstperspectief dan is de wedstrijd al voor de helft
gelopen. Want alles begint met een idee, met een droom en iemand die daar zijn
schouders onder wil zetten.
Videosamenvatting
Samenstelling Topteam
1. Theo Ruijs – Hotel Theater Figi & Slot Zeist 2. Cees Slager - Molecaten groep 3. Seger van Voorst tot Voorst - Nationale Park de Hoge Veluwe 4. Ger Swinkels - Restaurant De Zwaan 5. Alex van Hooff – Burgers’ Zoo 6. Hein van Oorschot - College van Bestuur van NHTV 7. Jos Vranken – NBTC Holland Marketing 8. Guido Landheer - Topsectoren en Industriebeleid Ministerie van Economische Zaken |