Kampeermarkt vergrijst en ontgroent
Verslag van symposium ‘De toekomst van kamperen’
![Kampeermarkt vergrijst en ontgroent](images/20131128_095434.jpg)
Adri van der Weyde (RECRON): "We zitten in de sector waar de klappen vallen”
Het spits werd afgebeten door de voorzitter van de bedrijfsgroep Kampeer- en Bungalowbedrijven, Adri van der Weyde. Hij was niet naar Gorinchem afgereisd om zoete broodjes te bakken en hield de zaal een confronterende spiegel voor door te stellen "dat we in de sector zitten waar de klappen vallen”. Volgens Weyde moeten we samen voor een goede toekomst van de kampeersector zorgen. Het opzetten van een gezamenlijke promotie is daarbij één van de eerste stappen die ondernemers moeten nemen. "We moeten met elkaar zorgen voor een goede toekomst.”
Ad Schalekamp (NBTC NIPO Research): "Groei is uit de vakantiemarkt”
Toen was het de beurt aan Ad Schalekamp van NBTC NIPO Research. Dit onderzoeksbureau is gespecialiseerd in de toeristische sector en had speciaal voor deze bijeenkomst de database van het ContinuVakantieOnderzoek binnenstebuiten gekeerd. Het beeld dat daaruit naar voren kwam voor de kampeersector was niet erg rooskleurig. De groei in de Nederlandse vakantiemarkt, waar de sector jarenlang op heeft meegelift, is eruit. De bescheiden groei zit met name in het buitenland en vooral in lange binnenlandse vakanties zit de klad, net een segment waar de kampeersector het van moet hebben.
In tien jaar tijd 700.000 binnenlandse kampeervakanties uit de markt
Had de Nederlandse vakantiemarkt de afgelopen jaren nog relatief weinig last van de crisis, 2013 is een duidelijk het keerpunt. Een eerste analyse van het vakantiejaar 2013 laat een krimp van 3% op de totale vakantiemarkt zien. Maar krimp is voor de Nederlandse kampeerondernemers geen nieuws. Zij zitten al jaren in de hoek waar de klappen vallen. Tussen 2003 en 2013 daalde het aantal toeristische binnenlandse kampeervakanties van 3,2 miljoen naar 2,5 miljoen. Vooral de tentvakanties zitten in een glijvlucht naar beneden.
Kampeerder ontgroent en vergrijst
Een nadere analyse van de kampeermarkt laat zien dat qua verblijfsduur deze markt heel anders in elkaar zit dan de totale markt. Zo is in de kampeermarkt 60% van de vakanties langer dan acht dagen waar dat in de totale binnenlandse markt slechts 26% is. Daarmee is de kampeermarkt uitermate kwetsbaar voor de trend dat consumenten liever vaker kort op vakantie gaan. Kijken we naar de leeftijdsverdeling van de kampeerders dan zien we dat deze ontgroent en vergrijst. Zo is het aandeel 6 tot 14 jarigen tussen 2003 en 2012 gedaald van 19% naar 14%. Ook de middengroep (30-39 jarigen) wordt minder belangrijk en verloor drie procentpunt in aandaal (van 16% naar 13%). Het aandeel ouderen in de kampeermarkt nam daarentegen scherp toe. Het belang van 50-64 jarigen groeide in tien jaar van 17% naar 22% en 65-plussers van 8% naar 15%. In 2012 werd minder dan de helft (48%) van de kampeervakanties met kinderen (16-) doorgebracht. Dat was in 2008 nog 54%. Vooral gezinnen met jonge kinderen (0-5 jaar) en gezinnen met kinderen van 13 tot 17 jaar zijn minder gaan kamperen. Campings moeten het in toenemende mate hebben van tweepersoons huishoudens.
Gebrek aan nieuwe toetreders
Grootste probleem voor de kampeermarkt is het gebrek aan nieuwe toetreders en te weinig potentie in de markt. Tegen een uitval van 7% staan maar 4% nieuwe toetreders. Daarbij komt nog eens dat maar een zeer gering deel van de markt (25%) de komende jaren kiest voor een grote camping met veel voorzieningen. Daarentegen zegt 59% dat rust en natuur de belangrijkste redenen zijn om te gaan kamperen. De onderzoekers van NBTC NIPO Research zien op de kampeermarkt een duidelijke samenhang naar leeftijd en sociale klasse. Hoe ouder en hoger de welstandsklasse hoe belangrijker men rust en natuur tijdens een kampeervakantie vindt. Kortom, kansen voor kleine natuurgerichte campings en problemen voor grote gezinsgerichte kampeerbedrijven.
Markt krimpt met 1% tot 1,5% per jaar
NBTC NIPO Research verwacht dat de komende jaren (t/m 2015) de kampeermarkt jaarlijks met 1% zal krimpen. Daarna (2016-2020) zal de krimp versterkt (-1,5) doorzetten. Samenvattend zien de onderzoekers een vergrijzende markt met minder kinderen die veel last heeft van concurrentie van laag geprijsd aanbod in zonnige bestemmingen. Daarnaast is de consument op zoek naar meer variatie en wil zich steeds minder binden aan een eigen vakantiemiddel. Ook de groeiende behoefte aan luxe en comfort speelt de sector met een imago van ‘behelpen’ parten. De sector heeft daarbij veel last van nieuwe businessmodellen die betaalbare korte vakanties aanbieden. Dat de kampeersector geen aansluiting heeft gevonden op mobiel internet (andere aanbieders zijn daar juist erg actief) maakt de zaak alleen maar dramatischer.
Kamperen zit aan eind productlevenscyclus
De conclusie is volgens Schalekamp eenvoudig. Kamperen zit duidelijk voorbij de top van de productlevenscyclus en de sector zal zichzelf opnieuw moeten uitvinden om te overleven. Daarbij zal onderzoek antwoord moeten geven op vragen als ‘wie zijn de huidige en potentiële kampeerders’, ‘waarom willen mensen kamperen’ en ‘op welke behoeften speelt kamperen in’. Bedrijven die duidelijke keuzes maken, perfect doen wat ze doen en de klant echt centraal stellen, hebben een kans om te overleven.
NBTC NIPO Research ziet wel kansen
Ad Schalekamp had tot slot nog wel wat praktische tips voor de zaal. "Doe wat je doet met passie, speel optimaal in op mobiel internet, zowel in het boekingsproces als op vakantie, denk vooral in mogelijkheden en niet in onmogelijkheden, haal alle barrières weg voor de consument om jou te vinden en te boeken, wees actief op social media en werk waar mogelijk samen.
Cees Slager (Molecaten): "Kamperen heeft toekomst, mits…..”
Na deze weinig opbeurende maar realistische woorden van Ad Schalekamp was het de beurt aan recreatieondernemer Cees Slager van Molecaten. Hij begon positief met te stellen dat kamperen zeker toekomst heeft. Helaas alleen als de ondernemers erin slagen te leveren wat de klant van ze verwacht. Slager nam de zaal terug naar de gloriedagen van het kamperen toen optimaal werd geprofiteerd van toegenomen inkomen, vrije tijd en mobiliteit. En juist die drie punten keren zich nu massaal tegen de sector. Het vrij besteedbaar inkomen is gedaald, de vrije tijd moet veel meer met andere activiteiten worden gedeeld en door de toegenomen mobiliteit zijn consumenten in staat buiten het eigen land op vakantie te gaan. Volgens Slager is de omzet in de kampeersector de afgelopen tien jaar met 20% gedaald en krimpt de markt tot 2025 nog eens met 10%.
Opeenstapeling van problemen voor de sector
Slager somde de problemen voor de kampeersector nog maar eens op. Zo heeft de sector een goedkoop en slecht imago, zijn er weinig nieuwe toetreders, zijn we niet gewent om te concurreren en hebben we de aansluiting met de belevingswereld van jongeren volledig gemist. Daarnaast hebben bedrijven een zwak en afhankelijk financieringsmodel en zijn daarmee een eenvoudige prooi voor herfinancierende banken. De sector is bovendien slecht georganiseerd, heeft geen bestuurlijke en politieke invloed en wordt daardoor ten onrechte als een kleine sector gezien. Door deze stapeling van problemen hebben we geen marktpositie weten op te bouwen en zijn we een makkelijke prooi voor grote bedrijven die wel de aansluiting op de markt hebben.
Prijsconcurrentie kent alleen verliezers
Aan prijsconcurrentie heeft Slager een broertje dood. Dat is volgens hem een weg met alleen maar verliezers. Consumenten raken het vertrouwen in het prijsniveau kwijt en financiers krijgen koude rillingen als ze zien dat de marges almaar smaller worden. Kampeerbedrijven moeten in dat kader zorgen dat ze onderdeel zijn van een samengesteld en uniek product.
Markt voor vast kamperen is dood
Ondernemers die hun heil zoeken in het uitponden en verkopen van chalets en stacaravans komen volgens Slager van een koude kermis thuis. In het huidige financiële klimaat is het krijgen van een lening voor een dergelijk kampeermiddel onmogelijk geworden. Alleen voor een prijs van onder de 10.000 euro ziet hij nog wel een markt. Om dat voor elkaar te krijgen moeten kampeerbedrijven zorgen dat ze onderdeel worden van de productieketen.
Eigen en onafhankelijke toegang tot de markt essentieel
Natuurlijk was ook Slager niet naar Gorinchem afgereisd zonder oplossingen in de achterzak. Allereerst moeten we van hem goed naar de mens kijken en een product aanbieden dat aansluit op zijn behoeften en wensen. We moeten kamperen als een beleving zien te verkopen en niet als een last. Groot probleem voor kampeerbedrijven is de toegang tot de markt. Het organiseren van eigen en onafhankelijke toegang tot de markt is voor Slager een belangrijke voorwaarde om als kampeerbedrijf te kunnen overleven. Dat kun je als bedrijf niet alleen en moet je in de optiek van Slager samen doen. Bedrijven moeten daartoe allianties sluiten maar wel waken voor de eigen onafhankelijkheid. Ook met natuurbeheerders zoals provinciale landschappen, Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer moet beter en meer worden samengewerkt. De terreinen die zij beheren maken een onlosmakelijk deel uit van de beleving van de gasten van het kampeerbedrijf. En die samenwerking mag van Slager best wel wat verder gaan dan een foldertje voor een mooie fiets- of wandelroute bij de receptie. Ondernemers mogen ook in het landschap de handen uit de mouwen steken en de beheerders helpen bij onderhoud en ontwikkeling.
Oproep voor nieuwe brancheorganisatie
Tot ieders verrassing deed Slager ook een oproep voor een nieuwe sectorvereniging. RECRON mag van hem wel worden geherstructureerd en samen met bijvoorbeeld Hiswa en Club van Elf een sterke brancheorganisatie vormen. Met een grote brancheorganisatie zorg je volgens hem voor volume waardoor je voor andere partijen interessant wordt. Voor wie het nog niet had begrepen had Slager nog wel een mooie uitsmijter: "De kampeerder van gisteren komt nooit meer terug.”
Inzetten op persoonlijke aandacht
Na een kort intermezzo van Karin Veldhuizen van Watersportcamping Heeg, die met haar bedrijf vooral inzet op persoonlijke aandacht, was het tijd voor de discussie onder leiding van Merlijn Pietersma van RECRON daarbij ondersteund door Margreet Toonen (NHTV) en Ed Lodewijks (ANWB).
Veel bedrijven gaan het niet redden
Volgens Margreet Toonen moeten we ons ondanks de kansen die zich voordoen wel realiseren dat veel zelfstandige ondernemers in de kampeersector het niet gaan redden. Het ontbreekt ze eenvoudig aan voldoende marketingkracht. Grootste uitdaging voor de kampeerondernemer is om zichtbaar voor de klant te blijven. Aansluiten bij een samenwerkingsverband, keten of franchiseorganisatie is een oplossing om samen voldoende slagkracht te ontwikkelen. Daarbij moeten bedrijven waken voor de eigen identiteit want op eenheidsworst in de vakantiebeleving zit niemand te wachten. Ed Lodewijks onderschreef de behoefte aan clustering maar stelde dat ook hier altijd ruimte zal zijn voor de speciaalzaak. Margreet Toonen en Ed Lodewijks hadden tot slot nog wel wat nuttige tips voor de zaal:
- We hebben te lang het probleem genegeerd en de kop in het zand gestoken
- Nu we het probleem erkennen is het tijd voor actie
- Laat de gast wat beleven, daar komt hij voor
- Ga flexibel om met aankomst- en vertrekdagen
- Kijk vooral buiten de eigen branche voor nieuwe ideeën en samenwerkingsverbanden
- Zorg dat je met je product aansluit bij de lifestyle van je gasten
- Haal de jongeren weer terug naar de camping
- Campings moeten zich duidelijke profileren
- We hebben jonge mensen nodig die in de sector met innovatie aan de slag kunnen
- We moeten kamperen weer hip maken