Zilveren economie verzwakt
De koopkracht daalde bij consumenten in 2013. Bij gepensioneerden,
het segment van de zilveren economie waar toerisme zich graag op richt, daalde
de koopkracht nog meer.
De koopkracht van de Nederlandse bevolking is in 2013 met 1,1 procent
afgenomen, zo maakt het CBS vandaag bekend. De koopkracht daalde daarmee voor
het vierde jaar op rij, geheel in lijn met de economische crisis en de
oplopende werkloosheid in deze jaren. Het aanhoudende koopkrachtverlies staat
in schril contrast met de groei van de koopkracht in de periode 1985-2009
(gemiddeld 1,8procent per jaar), toen alleen in2005 sprake was van
een lichte daling.
Koopkrachtverlies bij zelfstandigen
De meeste bevolkingsgroepen zagen door de aanhoudende economische malaise hun koopkracht dalen
in 2013. Alleen werknemers gingen er met 0,4procent licht op vooruit.
Zelfstandigen leverden met 3,3 procent het meest in. Wel is bij hen de
spreiding groot. Terwijl bij een kwart van de zelfstandigen de koopkracht
in2013 met ten minste 16procent daalde, steeg deze bij een even
grote groep met 10procent of meer.
Gepensioneerden fors
in de min
Ook uitkeringsontvangers leverden flink aan koopkracht in. Bij gepensioneerden
daalde de koopkracht voor de vierde keer achtereen, ditmaal sterk met 3,0procent.
Dit komt onder meer doordat veel aanvullende pensioenen niet geïndexeerd, maar
zelfs gekort werden. Verder is deAOW-gerechtigdeleeftijd omhoog gegaan,
waardoor sommige mensen te maken kregen met eenAOW-gat.
Laagste inkomens leveren het meest in
Als de bevolking verdeeld wordt over vier even grote inkomensgroepen, dan
blijkt dat de helft met de lage inkomens er in 2013 sterker op achteruit gingen
dan de hogere inkomens.De koopkracht daalde met 1,5procent het
sterkst bij het kwart van de mensen dat in deeen-na-laagsteinkomensgroep
zit. Juist in deze groep zitten relatief veel gepensioneerden die hun
koopkracht zagen slinken. Doordat werknemers zijn oververtegenwoordigd onder de
hogere inkomens, viel de inkomensdaling in deze groep mee.
Veranderingen persoonlijke
omstandigheden spelen een rol
Hoe de koopkracht zich ontwikkelt hangt onder andere af van zaken die voor
iedereen een gegeven feit vormen, zoals een cao-loonstijging, inflatie of
veranderingen in belastingregels. Dit is de zogenaamde statische
koopkracht. Het inkomen van mensen en daarmee hun koopkracht kan echter ook
flink veranderen door bijvoorbeeld het vinden of verliezen van een baan,
overwerken of het krijgen van een prestatiebonus. Dit telt mee in de zogenaamde dynamische
koopkracht.
Deze persoonsgebonden veranderingen hebben over het algemeen een positief
effect op de koopkrachtontwikkeling. In doorsnee kwam dat effect vanaf1997
uit op bijna 1procentpunt extra
koopkracht per jaar. In economisch slechtere tijden, zoals in de jaren2009-2013,
is dat effect echter veel kleiner.