Toerisme 2014
Nieuwe CBS-publicatie
Deze week verscheen de nieuwe CBS-publicatie ‘Toerisme 2014’. Deze publicatie geeft een actueel en samenhangend statistisch overzicht van het toerisme in Nederland. In deze nieuwe publicatie zijn de tot en met 2013 verschenen publicaties ‘Vakanties van Nederlanders’, ‘Toerisme in Nederland’ en ‘Toerisme en recreatie in cijfers’ samengevoegd. Nieuw in Toerisme 2014 is de grotere aandacht voor de financiële kant van het toerisme in Nederland. In deze editie is er in een speciaal hoofdstuk ook aandacht voor toerisme in Caribisch Nederland, onderzoek naar het gebruik van gegevens van mobiele telefoons voor toerismeonderzoek en voor duurzaamheid in relatie tot toerisme.
Alhoewel het rapport
geen nieuwe nog niet eerder gepubliceerde cijfers verschaft, geeft het zeker
een mooi overzicht van de stand van zaken van het Nederlands toerisme. Daarom
in dit artikel de samenvatting van het rapport.
Internationaal toerisme
Wereldwijd gezien is toerisme een belangrijke sector. Ondanks perioden waarin het minder goed ging, is het toerisme over de jaren heen sterk blijven groeien. In 2013 groeide het aantal internationale inkomende toeristen met 5 procent ten opzichte van 2012. Ook de ontvangsten uit dit internationale toerisme namen in 2013 met 5 procent toe, tot een recordbedrag van 873 miljard euro. Tegenover de toeristische ontvangsten staan de toeristische bestedingen, die gekoppeld zijn aan het internationale uitgaande toerisme. Traditioneel zijn de belangrijkste toeristische besteders Europa en de Verenigde Staten. Dat was ook zo in 2013. De grootste groei zat in dat jaar echter bij de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). In veel landen groeit de toerismesector sneller dan de totale economie. De verwachting is dat deze groei zich de komende jaren zal voortzetten.
Figuur 1: Groei van het aantal internationale toeristen
Dagrecreatie
Nederlanders participeren in een brede waaier van recreatieve dagactiviteiten. In totaal waren zij in 2012–2013 goed voor bijna 3,8 miljard dagactiviteiten van 1 uur of langer. Buitenrecreatie was het populairst, zoals uitstapjes in de natuur of in de naaste omgeving. Bijna 9 op de 10 Nederlanders beoefende in 2012–2013 een vorm van buitenrecreatie. Op de tweede plaats kwam het sporten. Ook winkelen, uitgaan en verenigingsactiviteiten en hobby’s zijn populaire bezigheden. Aan de dagactiviteiten werd in totaal 46,8 miljard euro uitgegeven.
Figuur 2: Deelname aan activiteiten naar maand, 2012-2013
Vakanties
In het vakantiejaar 2013 is 81 procent van de Nederlandse bevolking op vakantie geweest. Het betrof 12,8 miljoen vakantiegangers die in totaal 35,6 miljoen vakanties hebben ondernomen. Bij bijna de helft van deze vakanties bleef men in eigen land.
In Nederland werden 8,3 miljoen lange vakanties doorgebracht. Daarnaast trok men er in eigen land 9,2 miljoen keer op uit voor een korte vakantie. In het buitenland hebben Nederlanders 14,4 miljoen lange en 3,6 miljoen korte vakanties doorgebracht. In 2013 hebben de Nederlanders naar schatting 15,4 miljard euro aan vakanties uitgegeven. Aan buitenlandse vakanties werd in totaal 12,6 miljard euro besteed. In eigen land bedroegen de uitgaven 2,8 miljard euro.
Figuur 3: Aantal vakanties naar bestemming, duur en logiesvorm, 2013
Inkomend toerisme
In totaal waren in 2013 in Nederland bijna 12,8 miljoen buitenlanders te gast in de logiesaccommodaties. Het aantal buitenlandse toeristen groeide vanaf 2009 met gemiddeld 3,7 procent per jaar. De meeste toeristen kwamen uit Europa (81 procent) en dan met name uit onze buurlanden Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk. De groei van het aantal buitenlandse toeristen in 2013 was vooral het gevolg van de groei van toeristen uit Europa, met name uit Duitsland en België. Van buiten Europa nam het aantal gasten uit Azië sterk toe. Buitenlandse toeristen verbleven in 2013 vooral in de provincies Noord- en Zuid- Holland en in mindere mate in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Noord-Holland met de trekpleisters Amsterdam en de kust was veruit de belangrijkste provincie voor buitenlandse toeristen.
In 2013 vonden in de Nederlandse hotels 15,9 miljoen zakelijke overnachtingen plaats. Het grootste deel daarvan werd doorgebracht in Noord-Holland. Deze provincie was goed voor 6,7 miljoen zakelijke overnachtingen, wat overeenkomt met 42 procent van het totaal. Dit aandeel was zo groot omdat alleen al in Amsterdam meer dan een kwart van alle zakelijke overnachtingen in Nederland werd doorgebracht. In 2013 werd 81 procent van de zakelijke overnachtingen in Nederland in een drie- of viersterrenhotel doorgebracht. Dit past in het beeld dat zakelijke toeristen gemiddeld meer te besteden hebben dan niet-zakelijke toeristen.
Alle logiesaccommodaties tezamen ontvingen in 2013 ruim 34 miljoen gasten. Deze gasten maakten in totaal ruim 96 miljoen overnachtingen, wat gemiddeld 2,82 overnachtingen per gast was. In hotels, pensions en jeugdaccommodaties is het aantal Nederlandse toeristen ongeveer gelijk aan het aantal toeristen uit het buitenland. Campings, groepsaccommodaties en in mindere mate huisjesterreinen zijn echter vooral het terrein van Nederlandse gasten. Hotels, pensions en jeugdaccommodaties ontvangen door het jaar heen de meeste toeristen; alleen in de maanden juli en augustus wordt dit patroon doorbroken. Gemiddeld overnachtten er in augustus 2013 per dag 134 duizend toeristen in een hotel, pension of jeugdaccommodatie, 169 duizend op een huisjesterrein, 209 duizend op een kampeerterrein en 17 duizend toeristen in groepsaccommodaties.
Figuur 4: Ontwikkeling van het aantal buitenlandse gasten naar logiesvorm
Horecasector
In 2013 heeft de horecasector een omzet van circa 20 miljard euro behaald. Door de kleine groei in dat jaar was de omzet, na de sterke krimp van 2009 en de economisch moeilijke jaren daarna, weer terug op het niveau van 2008. Dat de horeca zich nog relatief goed staande heeft gehouden in de economisch magere jaren, is deels te danken aan de toegenomen toeristische bestedingen. Een aanzienlijk deel van de deze bestedingen wordt uitgegeven in de horeca, met name in hotels en restaurants. Een steeds groter deel van de toeristische bestedingen wordt uitgegeven door buitenlandse toeristen.
Luchtvaartsector
De luchtvaartbranche behoort wat omzet betreft tot een van de grootste bedrijfstakken in de transportsector. De omzet van de Nederlandse luchtvaartbedrijven, zowel uit passagiers- als vrachtvervoer, was in 2013 ruim 10,5 miljard euro. De omzet vertoonde, na de omzetdaling in 2009 als gevolg van de crisis, elk kwartaal een stijging ten opzichte van een jaar eerder. Vooral in het passagiersvervoer was de stijging zichtbaar, totdat in het laatste kwartaal van 2013 en het eerste kwartaal van 2014 de omzet daalde.
Museumsector
In Nederland zijn ongeveer 800 musea, die door de jaren heen zo’n 20 miljoen bezoeken per jaar trokken. Vanaf 2003 vertoont het museumbezoek een stijgende lijn, van 19,5 miljoen in 2003 tot ruim 22 miljoen in 2011. Deze stijging hangt vooral samen met een toename in het Museumkaart-gebruik en een toename van het aantal bezoeken van buitenlandse toeristen. De bedrijfsopbrengsten van musea zijn sinds 2003 flink toegenomen, van 475 miljoen euro in 2003 tot 756 miljoen in 2011. Dit is een toename van bijna 60 procent. Tegenover bedrijfsopbrengsten staan bedrijfslasten. De bedrijfslasten vertonen dezelfde trend als de bedrijfsopbrengsten.
Bestedingen
De bestedingen in de Nederlandse toerismesector zijn in de periode 2010–2013 met ruim 9 procent gegroeid. Dat werd veroorzaakt door een toename van deze bestedingen (volume) met een kleine 3 procent en een stijging van de prijzen met ruim 6 procent. De totale waarde van toeristische bestedingen in de Nederlandse toerismesector bedroeg 65 miljard euro in 2013. De bestedingen door inkomende toeristen zijn het hardst gegroeid (+21 procent). De bestedingen door ingezetenen groeiden met 6 procent. De toeristische bestedingen van ingezetenen en niet-ingezetenen leiden tot toegevoegde waarde in de Nederlandse economie. De totale toeristische toegevoegde waarde van 23 miljard euro tegen marktprijzen is goed voor een bijdrage van 3,6 procent aan het bbp. De Nederlandse toerismesector was in 2013 goed voor 590 duizend banen. Uitgedrukt in voltijdsequivalenten (vte) bedroeg het arbeidsvolume ongeveer 357 duizend. Dit komt onder meer door de hoge deeltijdfactor in de horeca. De bijdrage van toerisme aan de werkgelegenheid in Nederland bedroeg in 2013 ongeveer 5,1 procent (uitgedrukt in vte).
Figuur 5: Totale waarde bestedingen in Nederlandse toerismesector