Hoe vast is de vaste gast?
Jorrit Bijl en Margreet Toonen van CELTH schreven in het Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2015 een interessante bijdrage over recent onderzoek naar de vaste gast in Nederland. De vaste gast is tot op heden onderbelicht geweest in Nederlands toeristisch-recreatief onderzoek en bijgevolg beleid. Deze studie van CELTH is een eerste verkenning om daar verandering in te brengen.
Het aantal studies, workshops en rapporten over de verblijfsrecreatieve sector groeit harder dan het aantal verblijfsrecreanten zelf. Maar binnen deze studies en het daaropvolgende beleid met betrekking tot verblijfsrecreatie wordt al jaren een belangrijke en zeer trouwe groep verblijfsrecreanten vergeten… de vaste gast.
Over deze ruim 1 miljoen vaste gasten In Nederland, die jaarlijks terugkeren naar hun tweede woning, chalet, stacaravan, seizoens-, jaar-, of ligplaats weten we opvallend weinig. Een paar kerncijfers zijn bekend, maar naar hun activiteiten, motivaties, uitgaven en toekomstplannen kunnen we slechts gissen. Hoog tijd om deze groep gasten eens onder de loep te nemen.
CELTH voerde in nauwe samenwerking met Marketing Oost, NBTC Holland Marketing en de provincies Zeeland en Gelderland en met medewerking van RECRON en HISWA onderzoek uit naar de vaste gast in Nederland.
Werkwijze onderzoek
Bestaande onderzoeken over de vaste gast hebben betrekking
op een specifiek accommodatietype of op een situatie buiten Nederland. Middels
deskresearch is deze versnipperde informatie samengebracht. Vervolgens hebben
er 19 semi-gestructureerde diepte-interviews onder Nederlandse en buitenlandse
vaste gasten thuis of op de 'vaste plek' plaatsgevonden. De uitkomsten van het
deskresearch en de interviews zijn middels een online enquête, die via
ondernemers is verstuurd, getoetst. Uiteindelijk hebben 1.586 Nederlandse en
buitenlandse vaste gasten de enquête volledig ingevuld.
Omvang markt vaste gast
Deze ruim 1 miljoen vaste gasten, goed voor ongeveer 27
miljoen vakantiedagen, zijn vaak ouderen met een tweepersoonshuishouden of een
gezin met jonge kinderen. Het opleidingsniveau loopt sterk uiteen (NBTC-NIPO
Research, 2015). Het merendeel van de vaste gasten komt uit Nederland, ongeveer
15 procent komt uit het buitenland, met name Duitsland en een klein deel uit
België (Waterrecreatie Advies, 2014). De populairste provincies onder
binnenlandse vaste gasten zijn Gelderland, Noord-Holland en Noord-Brabant. Per
provincie kan de verhouding Nederlandse en buitenlandse vaste gasten sterk
verschillen, waarbij uit een steekproef blijkt dat de kustprovincies vooral in trek
zijn bij buitenlandse vaste gasten.
Voor 40 procent van de vaste gasten gaat het hier om een tweede woning, bungalow of zomerhuisje, veelal gelegen op een park. Ruim een kwart van de vaste gasten gaat naar een stacaravan en 22 procent van de vaste gasten verblijft in een vouw-, tourcaravan of (bungalow)tent. Het overige deel (13 procent) van de vaste gasten verblijft op een kajuitboot. Het totaal aantal vaste gasten bleef de afgelopen tien jaar min of meer gelijk, maar waar het aantal vaste gasten dat in een tweede woning of bungalow verblijft sinds 2002 groeide, daalde het aantal vaste gasten in een stacaravan en kajuitboot (NBTC-NIPO Research, 2015).
Motivatie
”Het mooie is, als je daar bent heb je niet zoveel nodig. Je hebt daar zo veel gevoel voor ontspanning. Al ga je daar zitten en naar het kabbelende water kijken dan is dat nog steeds voldoende. Het is heerlijk om daar ‘s avonds aan het strandje te gaan zitten en de bootjes te zien binnenkomen. Dat is voor mij een vorm van geluk. Dan heb ik niet echt veel nodig”
De reden voor het aanschaffen van een tweede woning, chalet, (sta)caravan of boot op een vaste locatie is het compenseren van een tekortkoming thuis, zoals het gebrek aan privacy, tuin (ruimte) en vrijetijdsbestedingsmogelijkheden. Een belangrijk motief dat zowel uit de literatuur als de interviews en enquêtes komt is de drang naar rust, ruimte, ontspanning en ontsnappen aan de dagelijkse routine (Dijst, Lanzendorf, Barendregt, & Smit, 2005; Norris en Winston, 2010 Quinn, 2004; Quinn, 2010). Deze rust en ontspanning wil de vaste gast middels eenvoudige activiteiten gezellig met familie en vrienden ervaren. Dit geldt voor met name vaste gasten in het bezit van een caravan, vouwwagen of tent op een seizoenplaats op een camping. Alleen de vaste gast in het bezit van een boot wijkt hier van af. Deze ietwat eigenzinnige en actieve vaste gast hecht veel waarde aan rust en gevoel voor vrijheid. Slechts voor een enkeling geldt de verblijfsaccommodatie als investering.
De wijze waarop vaste gasten in bezit van hun accommodatie komen kent twee alternatieven: men erft / krijgt het aangeboden of men zoekt gericht en koopt vervolgens. De keuze voor de locatie en type accommodatie is sterk afhankelijk van het verleden van de vaste gast. Ging men vroeger met het gezin zeilen op het IJsselmeer of kamperen op de Drentse hei, dan is de kans groot dat de vaste gast zich daar nu ook gaat vestigen.
"Mijn ouders hadden een eigen bedrijf. We wilden iets waar je snel heen kunt, maar waar je wel gelijk het gevoel hebt dat je weg bent.”
De afstand naar de boot, tweede woning, chalet of (sta)caravan is een andere zwaarwegende factor voor de keuze van de locatie. Ruim twee derde deel van de vaste gasten rijdt binnen het uur naar zijn/ haar verblijfsaccommodatie. Belangrijk is tevens de nabijheid van strand en/of bos, met daarbij voldoende wandel- en/of fietsmogelijkheden. Winkels mogen eveneens niet ontbreken in de directe omgeving van de verblijfsaccommodatie.
Gebruik van de accommodatie
"We verhuren nooit. Dat vind ik een gedoe. Als mensen gebruik willen maken van de caravan dan kan dat, maar dan is het gratis”.
De vaste gast gaat gemiddeld 3,8 maal per jaar naar de tweede verblijfsaccommodatie en blijft dan gemiddeld bijna 6 dagen. Frequenter gaat de vaste gast naar een stacaravan (4,8 keer), daarentegen reist de vaste gast met een boot of (bungalow)tent minder vaak naar het verblijf. Onafhankelijk van het type verblijfsaccommodatie gaat de vaste gast beduidend minder vaak dan 10 jaar geleden (5,4 keer). Wel is de verblijfsduur met gemiddeld 5,9 dagen al jaren min of meer hetzelfde (NBTC-NIPO Research, 2015). De behoefte bestaat om vaker te gaan, maar sociale verplichtingen en het weer zijn voor veel vaste gasten de voornaamste belemmeringen. Uit de interviews blijkt dat het al dan niet verhuren van de accommodatie van invloed is op het gebruik en soms de eigenaar beperkt om het zelf te gebruiken.
Nog opvallender is dat slechts weinigen (2,1%) de tweede accommodatie als een investering zien en de meeste vaste gasten hun tweede verblijfsaccommodatie niet of nauwelijks verhuren. Als men al verhuurt, is dat om economische redenen en doet men dat graag in eigen beheer om goed toezicht te kunnen houden op wie er gebruik maakt van het bezit. De hoofdreden om de tweede accommodatie niet te verhuren is emotioneel van aard.
Activiteiten
"We zijn veel tijd en geld kwijt aan onderhoud. Maar dat geeft niet: het is een hobby. De boerderij is ruim 150 jaar oud en van hout dus vergt veel onderhoud. Elk weekend wordt er wel geklust. Maar onze primaire woning is onderhoudsarm.”
De activiteiten die de vaste gast onderneemt zijn vaak eenvoudig. Fietsen en wandelen zijn de twee voornaamste activiteiten. Maar zelfs boodschappen doen en onderhoudsactiviteiten zoals het dak schoonmaken, snoeien en inkopen doen voor de woning/boot worden als prettig ervaren en niet als ballast gezien, terwijl dat bij de primaire woning wel het geval is. Het vroege voorjaar gebruikt de vaste gast om groot onderhoud te plegen en te klussen aan de woning of boot. Het gevoel van eigendom en trots zorgt ervoor dat deze klussen vaak niet uitbesteed worden. 36% van de vaste gasten beschouwt ‘klussen aan de accommodatie’ zelfs als een favoriete bezigheid.
Op sociaal vlak staat de familie voor de vaste gast tijdens het verblijf centraal. Uit de interviews blijkt dat de interesse in sociale contacten bij de tweede accommodatie en de intensiteit ervan per persoon sterk verschilt. Sommigen geven aan tijdens het verblijf sociale verplichtingen te vermijden, oppervlakkig te houden en juist alleen met familie en vrienden bezig te zijn. Voor andere vaste gasten is het contact met anderen in de directe omgeving zeer waardevol. Uiteindelijk heeft bijna driekwart van de vaste gasten contact met andere gasten op het park of in de haven. Slechts 16 procent heeft contact met de lokale bevolking.
Waardering
"Een toerist passeert; ik heb hier (in stacaravan) vastigheid en voel me volledig thuis”.
De vaste gast is een tevreden mens. Niet een toerist, maar een bewoner van de regio die de beste restaurants, mooiste plekjes en snelste paadjes weet te vinden. Natuurrijke omgeving met voldoende fiets- en wandelmogelijkheden vindt de vaste gast belangrijk, en hij is tevens erg tevreden over deze zaken. Op het park of in de haven heerst er grote tevredenheid over de rust en ruimte, de grootte van de sta-, lig- of seizoenplaats en het personeel. Ruim drie kwart van de vaste gasten hecht veel waarde aan wifi, maar ruim de helft is hierover ontevreden.
Uitgaven
De vaste gast besteedt, met €13,19 per dag, aanzienlijk minder
dan een toerist die verblijft in een hotel (€56,-p.p.p.d)
of bungalow (€33,- p.p.p.d.).
Maar bij de toeristen zijn hierbij de kosten van de accommodatie inbegrepen; als je deze kosten buiten beschouwing laat, blijken de vaste gasten per dag juist meer uit te geven.
Ruim een derde deel van de bestedingen van vaste gasten betreffen eten en drinken buitenhuis en een derde betreft boodschappen. Met bijna €19,- per dag besteedt de
vaste gast op een boot significant meer dan de vaste gast in andere
verblijfsaccommodaties. Zo geven zij meer geld uit aan eten en drinken
buitenshuis maar minder aan dagelijkse boodschappen.
Op de vraag "Waar koopt u uw levensmiddelen voor uw verblijfsaccommodatie?” geeft ruim een derde van de vaste gasten aan alles in de regio waarin zij verblijven als vaste gast te kopen. Slechts een klein deel van de vaste gasten koopt thuis alle levensmiddelen in voor hun verblijf in de accommodatie. De helft van de vaste gasten koopt een deel van de levensmiddelen in hun woon- maar ook in hun verblijfsomgeving. Kortom: het vooroordeel dat vaste gasten alles van huis meenemen, is met dit onderzoek ontkracht.
In tegenstelling tot vele andere type toeristen heeft de vaste gast te maken met een aantal jaarlijks terugkerende kosten. Gemiddeld liggen de kosten op ruim €3.200,- per jaar per accommodatie. Hiervan gaat het grootste deel naar de huur van de sta-, seizoen-, of ligplaats. Onderhoud, gas/water/elektra, verzekeringen en de inrichting vormen een ander belangrijk deel van de jaarlijkse kosten. Wel verschillen de kostenposten per type accommodatie. Door relatief hoge kosten qua onderhoud en winterstalling zijn vaste gasten in het bezit van een boot jaarlijks meer geld kwijt aan hun verblijf.
Economische impact
De dagelijkse en jaarlijkse uitgaven van de ruim 1 miljoen
vaste gasten leveren een grote bijdrage aan de Nederlandse economie. Uiteindelijk besteden de vaste gasten jaarlijks ruim € 2,26 miljard.
Door middel van een input-outputanalyse is berekend wat dit betekent voor de Nederlandse economie. Door zo’n analyse wordt zichtbaar welke sectoren meeprofiteren van deze uitgaven en dat is vaak veel breder dan verwacht. De horeca heeft bijvoorbeeld elektriciteit en gas nodig van energiebedrijven om gasten te kunnen bedienen. Zulke directe en indirecte relaties worden met een input-outputanalyse inzichtelijk gemaakt. Uiteindelijk resulteert deze berekening in de toegevoegde waarde die gecreëerd wordt in de Nederlandse economie en de werkgelegenheid die daarmee samenhangt.
Uiteindelijk leveren de bestedingen van de vaste gast € 1,2 miljard toegevoegde waarde op en dit resulteert in 23.000 banen. Dit kunnen zowel voltijd- als deeltijdbanen zijn. De meeste banen bevinden zich in de bedrijfstak horeca en logiesaccommodaties (75%). Daarnaast leiden de bestedingen van de vaste gast ook tot banen in de (detail)handel, de zakelijke en financiële dienstverlening.
Toekomst
Hoe ziet de vaste gast de toekomst? Ondanks het feit dat het merendeel van de vaste gasten aangeeft meer tijd in de accommodatie te willen besteden, verwacht slechts een klein deel dat dat ook werkelijk gaat gebeuren. Bijna twee derde van de vaste gasten overweegt geen verkoop van de accommodatie in de komende vijf jaar. Het aantal vaste gasten dat wel plannen heeft om de accommodatie binnen 5 jaar te verkopen of reeds te koop heeft staan ligt op 10,6 procent. Voor ruim een kwart van de vaste gasten is een eventuele verkoop wellicht aan de orde. De eigen gezondheid of die van naasten speelt daarbij een grote rol. Op de tweede plaats staat de financiële situatie. Andere redenen tot verkoop van de tweede accommodatie hebben te maken met de mate van gebruik. Hierbij speelt de levensfase waarin men verkeert of komt te verkeren een belangrijke rol door bijvoorbeeld het groter worden van de kinderen. Sommigen vinden het terrein onaantrekkelijker worden door de groei van lege plaatsen of verpaupering van vakantieparken.
Conclusie
De vaste gast is tot op heden onderbelicht geweest in Nederlands toeristisch-recreatief onderzoek en bijgevolg beleid. Deze studie van CELTH is een eerste verkenning om daar verandering in te brengen. Het gaat om een grote groep, die voor een groot deel tevreden is over deze vorm van vrijetijdsbesteding omdat het een gewaardeerd tegenwicht biedt aan de thuis- en werkomgeving: thuisgevoel, maar toch even weg van de sores van alledag.
Wel neemt het gebruik, evenals het aantal vaste gasten in kajuitboten en stacaravans, af. En overweegt een deel van de bestaande vaste gasten de verkoop van de accommodatie. Wat doen komende generaties? Wat is het effect van een trend als ‘van bezit naar gebruik’ op volgende generaties vaste gasten? Moeten havens en kampeerbedrijven bijvoorbeeld ruimte geven aan shared-ownership? Bestaat er, in tegenstelling tot de huidige, onder komende generaties wel behoefte aan dit soort constructies? Willen volgende generaties wel een kajuitboot in de haven van Enkhuizen of een vakantiewoning op de Veluwe, als zij zo veel verschillende recreatie mogelijkheden hebben? Of biedt een chalet op de Utrechtse Heuvelrug een laagdrempelige manier van ontspanning en bezinning voor een generatie die online opgroeit? CELTH heeft in haar studie reeds een aantal toekomstscenario’s onderzocht. Het rapport met de toekomstscenario's zal vanaf eind oktober op de website van CELTH beschikbaar zijn.
Contactgegevens auteurs
Margreet Toonen, docent/onderzoeker verblijfsrecreatie en lid managementteam Academy for Leisure, NHTV internationaal hoger onderwijs Breda, toonen.m@nhtv.nl
NB: Vanwege een herziening van de berekening van de economische impact wijkt deze versie van het artikel enigszins af van de versie in het gedrukte rapport.