Wat heeft de Werelderfgoedgoedstatus de Waddenzee tot nu toe gebracht?
Verslag van Podiumdag Stenden ETFI

Jouke van Dijk / Waddenacademie: Een werelderfgoed is geen garantie tot economisch succes
Directeur Jouke van Dijk van de Waddenacademie en hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse aan de Rijksuniversiteit Groningen mocht de aftrap geven en hij kwam met een aantal stellingen waar heel wat spanning in zat. "De wadden zijn een prachtig internationaal natuurgebied maar er wonen en werken ook mensen”, hield hij de zaal voor en vervolgde: "Een werelderfgoed is geen garantie tot economisch succes.” Van Dijk ziet in het gebied heel wat uitdagingen zoals krimp, vergrijzing en te weinig banen voor laag opgeleiden. Kansen zijn er evenwel in toerisme, zakelijke en persoonlijke dienstverlening en de voedselvoorziening. Bovenliggend probleem is dat het Waddengebied veel fans heeft maar de afstand ook een rol speelt. "Daarbij zijn Nederlanders veel afstandsgevoeliger dan Duitsers,” zei hij. Concrete kansen voor het Waddengebied zijn er in de optiek van Van Dijk volop. Zo zijn toerisme en visserij een uitstekende combinatie, biedt het project Holwerd aan Zee mooie impulsen voor het binnendijks gebied en moet worden onderzocht of vliegen naar het Waddengebied geen oplossing biedt voor de perifere ligging.

Na een intermezzo waar gastheer en directeur Bertus van der Tuuk van ETFI het belang van praktijkgericht onderzoek mocht belichten was het tijd voor zes korte presentaties die elk een ander aspect van het Werelderfgoed Waddenzee gaven.
Akke Folmer / Mariene Wetlands Studies: Meeste bezoekers ervaren Waddenzee vanaf de dijk
Akke Folmer, PhD-student en lid van de kenniskring lectoraat
Mariene Wetlands Studies ging dieper in op het Werelderfgoed Waddenzee en de
perceptie van de bezoekers. Vast staat dat voor veel (internationale) toeristen
een status van Werelderfgoed vaak een motivatie is om een gebied te bezoeken. Folmer
heeft onderzocht hoe bezoekers de Waddenzee beleven, in hoeverre de Waddenzee
wordt gewaardeerd door de bezoekers van de eilanden en of ze speciaal voor het
Werelderfgoed naar het gebied komen. Dat laatste valt enorm tegen.
Een Stenden-studente heeft in het najaar 434 toeristen ondervraagd die op de veerboot naar Terschelling zaten. Dit eiland trok in 2013 maar liefst 440.000 toeristen. Op de veerboot trof de onderzoekster veel Nederlanders, gezinnen en stelletjes aan. Daarvan bezocht 10% voor het eerst Terschelling. Het herhalingsbezoek naar het eiland is dus enorm. Waar veel bedrijven inzetten op herhaalbezoek, stemt een dermate laag percentage nieuwe bezoekers wel weer tot nadenken. Terug naar de Werelderfgoedstatus. Deze is bij de grote meerderheid (76%) wel bekend en die bekendheid is de afgelopen jaren gelukkig sterk gegroeid. Helaas komt maar een klein deel van de bezoekers aan Terschelling (6,5%) speciaal voor deze status naar het Waddengebied. Toch speelt de Waddenzee voor een kleine zestig procent een reden voor een bezoek aan het gebied en eenzelfde percentage van de bezoekers is al eens daadwerkelijk het wad op geweest.
Zestig procent van de bezoekers aan Terschelling heeft de Waddenzee vanaf de waddendijk beleefd, 20% heeft geparticipeerd in een wad-excursie en een kleine 10% heeft meegedaan aan een zeehondenexcursie. Natuurexcursies zijn enorm belangrijk voor de waardering van bezoekers voor de Waddenzee. Voeten in de klei en het slik en ervaringen met dieren versterken de band met de Waddenzee nog eens extra. Bij een onderzoek tijdens een bootexcursie viel op dat de meeste mensen na vijf minuten de zeehonden 'wel gezien hadden'. Excursies op het wad bieden daarentegen een verdiepender ervaring. Andere opvallende conclusie is dat bezoekers die vogels observeren een sterkere band met het natuurgebied hebben dan wie dan ook.

Folmer concludeerde dat de Werelderfgoedstatus weinig tot geen nieuwe bezoekers naar Terschelling trekt in de herfstvakantie. Het grootste deel van de bezoekers bestaat uit gezinnen met kinderen op herhalingsbezoek. Opvallend is dat de status van Werelderfgoed niet automatisch nieuwe doelgroepen en bezoekers aantrekt. We moeten dan ook meer kennis van de markt verwerven en de marketinginspanningen intensiveren: "Het vergroten van de bekendheid van de werelderfgoedstatus en de unieke natuurlijke waarden kunnen leiden tot meer bezoek, een sterkere band en meer publiek draagvlak om deze te beschermen en te behouden voor de toekomst. Dit vergroot de kans op een duurzame ontwikkeling van het toerisme in het Waddengebied”, besloot Folmer zijn betoog.
Graciella Karijomedjo / ETFI: Scenarioplanning helpt bij het nemen van strategische beslissingen
Projectcoördinator Graciella Karijomedjo van ETFI liet aan de hand van diverse onderzoeken van het ETFI zien hoe scenarioplanning in het Waddengebied wordt toepast. Scenarioplanning is een methode die bedrijven en organisaties helpt om met meer kennis strategische beslissingen te kunnen nemen. Een inventarisatie van de belangrijkste en meest onzekere omgevingsfactoren of strategische dilemma's, stelt je in staat om toekomstige scenario's te ontwikkelen op een creatieve manier. Scenario's zijn geen voorspellingen, maar plausibele, realistische en verrassende kwalitatieve beelden van de toekomst die kunnen worden gebruikt als input voor een strategisch debat over een nieuwe visie, nieuw businessconcept of een nieuwe strategie. In het Waddengebied heeft ETFI onderzocht hoe Noord-Nederland een internationale vakantiebestemming kan worden, toekomstscenario's voor groepsverblijven op Ameland ontwikkeld en een visie gemaakt op de Waddendijk van de toekomst.

Stefan Hartman / ETFI: Zijn bezoekers van meerwaarde voor het gebied?
Stefan Hartman, docent Leisure Management en onderzoeker bij ETFI heeft onderzocht of een bijzondere status van een gebied een meerwaarde heeft voor de ontwikkeling van het toerisme. Hij startte zijn presentatie met foto's van wereldberoemde nationale parken als Yosemite, Yellowstone en Krugerpark. Deze gebieden hebben zich tot een merk ontwikkeld en weten autonoom grote stromen toeristen te trekken. Grote vraag is of we dat in Nederland ook kunnen en vooral willen. In Nederland hebben we te maken met een haat-liefdeverhouding tussen toerisme en nationale parken. Dat komt omdat het gebied nog altijd in een transitiefase zit van productie (landbouw/bosbouw), waar ook protectie (natuur- en erfgoedbescherming) is bijgekomen naar een gebied waar zowel productie, protectie als consumptie (toerisme/recreatie) een belangrijke rol spelen. "Als je de consumptiekant opgaat, krijg je ineens met een andere wereld te maken”, stelde Hartman die vervolgens een heel rijtje aan nieuwe aspecten presenteerde waar je mee moet houden als je een gebied gaat consumeren:
– Klanten | – Gastheerschap |
– Verwachtingen | – Beleving & betekenis |
– Geluksmomenten | – Ervaringen |
– Branding | – Storytelling |
– Marketing | – Management |
– Gebiedsontwikkeling | |
Gerlinde Elzing & Jasper Kuijpers / Stenden: Holwerd aan Zee mooie tussenstop
Een van de grote ontwikkelingen in het Waddengebied is het idee Holwerd aan Zee. Hier wordt de Waddendijk doorgestoken en krijgt Holwerd een rechtstreekse vaarverbinding met de Waddenzee. Twee studenten van de Hanzehogeschool mochten een onderzoek naar de wensen van watersporters presenteren. Veel watersporters vonden het vooral goed dat er een tussenstop komt tussen havens van Harlingen en Lauwersoog. Waar de plannenmakers maar liefst vier havens in het gebied hadden voorzien, concludeerden de studenten dat drie jachthavens met elk een eigen karakter wel genoeg is. Een buitendijkse passantenhaven, een binnenhaven met veel vaste/seizoensligplaatsen in de dorpskern aan een boulevard en verder een binnendijkse passantenhaven met oeverligplaatsen. De studenten presenteerden een uitgebreide lijst van door de watersporters gewenste voorzieningen. Naast de gebruikelijke jachthavenvoorzieningen als elektra, water, vuilwaterpompen, afvalcontainers, tankvoorzieningen en sanitair was er vooral behoefte aan een verbinding met het achterland, aansluiting op wandel- en fietsroutes en een leuke boulevard. Ook een café/restaurant, supermarkt, zeilmaker, watersportwinkel, parkeerplaatsen en camperplaatsen worden als belangrijke voorzieningen rond de haven aangemerkt.

Bertus van der Tuuk / ETFI: Vogels kijken als nieuwe kans voor toeristische ontwikkeling
Bertus van der Tuuk presenteerde een idee voor het ontwikkelen van vogelkijktoerisme. "Is dit een nieuwe kans voor het Waddentoerisme?”, hield hij de zaal voor. Van der Tuuk had geen concrete onderzoeksdata maar vond het wel een 'dingetje'. In Nederland is het radio- en tv-programma Vroege Vogels ongekend populair en internationaal heeft Birdlife International zomaar 13,5 miljoen leden die naar de meest exotische plekken van de wereld afreizen om bijzondere vogels te zien. Zo is de Quetzal in Mexico een ware toeristentrekker en wil iedere birdwatcher deze vogel dolgraag van zijn bucketlist strepen. "Heeft het Lauwersmeergebied zijn eigen Quetzal en kan Lauwersoog zich ontwikkelen van vissershaven tot internationale destinatie voor natuurtoerisme?”, vroeg Van der Tuuk openlijk zich af. Een internationaal aansprekende naam had Van der Tuuk al paraat: Lauwersea Holland.

Tjeerd Zandberg en Marieke Zeinstra: Waar begin je met het opruimen van olie?
We zien de Waddenzee als een mooi en eeuwig blijvend natuurgebied. Maar het gebied staat ook bloot aan diverse bedreigingen. Een olieramp is er eentje van. Tjeerd Zandberg en Marieke Zeinstra hebben in het RAAK-project OILS samen met hogescholen NHL, Van Hall-Larenstein en Stenden onderzocht wat de effecten van een olieramp zijn en hoe en waar deze het eerste moet worden bestreden. Omdat het Waddengebied een dynamisch en druk gebied is, moet je bijvoorbeeld in april een olieramp anders bestrijden dan in augustus. Dilemma is steeds waar je het eerst met opruimen moet beginnen. Volgens Zandberg en Zeinstra daar waar de schade aan natuur en economie het grootst is. Het risico op een olieramp is het grootst in de westelijke Waddenzee, het toeristische zwaartepunt zit vooral in de oostelijke Waddenzee met 50.000 vergunningen voor wadlopen, 1,2 miljoen bezoekers, 5,4 miljoen overnachtingen en 100 charterschepen die vooral in de westelijke Waddenzee opereren. Uit een eerste onderzoek onder bezoekers aan Terschelling in het najaar van 2015 blijkt dat 30% overweegt om bij een olieramp niet in het gebied op vakantie te gaan. Positief is dat 60% bereid is € 25 te betalen om bij te dragen aan het opruimen van de olie.
Middagprogramma
In de middag werd in twee rondes samen met de aanwezigen gediscussieerd over scenarioplannig waddentoerisme, nieuwe doelgroepen waddentoerisme, Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018, Kenniscentrum praktijkgericht onderzoek Wadden en over Holwerd aan Zee.