NVWA schrikt van onveilige speeltoestellen in indoor speelhallen
![NVWA schrikt van onveilige speeltoestellen in indoor speelhallen](images/20170113_113329.jpg)
Speelcircus Bambini in Vlissingen, Monkey Town in Valkenswaard, de Ballebak in Rotterdam, Kidszoo in Noordwijkerhout, Ballorig in Nieuw Bergen, Kinderparadijs Koggenland in Hensbroek, Monkeytown in Den Haag en Kids Playground in Delft hebben enige tijd onder verscherpt toezicht van de inspectie gestaan. Monkey Town in Spijkenisse en Ballorig Arnhem staan nog steeds onder verscherpt toezicht. Alleen de Jungle in Vlaardingen, Ballorig in Den Helder, de Vossenberg in Gilze en KidZcity in Utrecht kwamen door de eerste inspectie. Online is de volledige lijst in te zien.
Branche mag meer inspecties verwachten
De NVWA gaat daarom in overleg met de branche en meer inspecties verrichten. Ouders wordt opgeroepen begeleiders om alert te zijn op technische gebreken aan speeltoestellen en eventuele gebreken te melden bij de NVWA. Omdat ruim driekwart van de speelhallen nu nog niet geïnspecteerd is, adviseert de NVWA begeleiders van kinderen om alert te zijn op technische gebreken aan speeltoestellen en eventuele gebreken te melden bij de NVWA.
Veel onveilige situaties
Van 37 overdekte speellocaties met in
totaal 180 speeltoestellen die de Nederlandse Voedsel- en
Warenautoriteit (NVWA) in 2016 onderzocht, werden bij 33 locaties bij
de 1e inspectie 1 of meer afwijkingen geconstateerd. Bij 15 locaties
was sprake van zowel technische gebreken als ontbrekende
veiligheidscertificatie, bij 5 locaties waren er alleen technische
mankementen en bij 13 locaties miste alleen de
veiligheidscertificatie. In totaal inspecteerde de NVWA 180 toestellen waarbij 116 afwijkingen werden geconstateerd.
Bij de 37 geïnspecteerde locaties werden in totaal 35 technische tekortkomingen geconstateerd, waaronder scherpe of uitstekende delen, beschadigde touwen en netten, ontoereikende of geheel ontbrekende val dempende ondergrond, te lage wanden ter voorkoming van het uit het toestel vallen, ontbrekende onderdelen, door speling ontstane ruimtes waardoor gevaar voor beknelling ontstaat, ondeugdelijke verankeringen van toestellen waardoor deze kunnen omvallen, versleten bevestigingspunten waardoor onderdelen kunnen loskomen. |
Bij herinspectie was op 10 plaatsen nog sprake van een toestel met een mankement. De NVWA heeft deze toestellen verzegeld en buiten gebruik gesteld. Bij de 2e hercontrole bleken vrijwel alle overtredingen opgeheven te zijn. Lang niet alle speelhallen zijn geïnspecteerd. In Nederland zijn ongeveer 150 indoor speellocaties. Op de website van de NVWA staat een lijst met de 37 onderzochte speellocaties die consumenten kunnen raadplegen. Deze lijst wordt regelmatig aangevuld.
Veiligheid moet worden gewaarborgd
Aanleiding voor het onderzoek van de NVWA is het feit dat indoor speelgelegenheden populair zijn bij grote groepen jonge consumenten. Kinderen spelen in en op vaak grote, hoge en soms ingewikkelde toestellen, zoals met elkaar verbonden klim- en klautertoestellen, grote luchtkusseninstallaties, springkussens, trampolines en ballenbakken. De speeltoestellen zijn uitdagend en daardoor potentieel risicovol, ook omdat ze vaak door grote groepen kinderen tegelijk worden gebruikt. De veiligheid van de toestellen moet daarom altijd en in alle opzichten zijn gewaarborgd. Het niet naleven van de wettelijke veiligheidsregels kan immers grote gevolgen hebben: onderdelen van toestellen kunnen afbreken of beschadigd raken, toestellen kunnen omvallen, ondergronden die de val dempen kunnen ontoereikend zijn of ontbreken. Dit kan leiden tot verschillende letsels bij spelende kinderen, zoals snijwonden, botbreuken, hoofdletsel of in het ergste geval een val met dodelijke afloop. Bij de jaarwisseling van 2015/2016 was sprake van een ongeval met dodelijke afloop als gevolg van een onvoldoende veilig speeltoestel.
Wettelijke regels
De wet schrijft voor dat ieder speeltoestel voordat het mag worden gebruikt, een veiligheidskeuring moet ondergaan door een zogenoemde AKI, een door de overheid aangewezen keuringsinstantie. Bij goedkeuring van een toestel verstrekt de AKI een goedkeuringscertificaat en krijgt het toestel een merk van goedkeuring. Toestellen die niet zijn voorzien van zo’n certificaat, mogen niet worden gebruikt of verhandeld.
De beheerder van speeltoestellen is daarna verplicht er voor te zorgen dat het toestel blijft voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen. De NVWA houdt zowel toezicht op de naleving van de regels door de fabrikant van het speeltoestel als op de beheerder van het speeltoestel bij wie het in gebruik is. Bij dit onderzoek controleerde de NVWA op beide aspecten: of het speeltoestel was goedgekeurd door een AKI en of de toestellen voldeden aan de wettelijke veiligheidseisen.