Vier nieuwe maatregelen van Amsterdam
De gemeente Amsterdam introduceert steeds meer maatregelen om de overlast van toeristen en andere overlastgeverd terug te dringen. Naast de forse boetes voor illegale verhuur zien we nu ook kleinere maatregelen die een groot effect kunnen hebben. Het betreft een alcoholverbod in het centrum, een inrijverbod voor doorgaande touringcars, het instellen van een milieuzone en een brancheringsplan voor een gevarieerd winkelaanbod.
Alcoholverbod
Per 15 maart 2017 wordt het alcoholverbod ‘Leidseplein en omgeving’ uitgebreid met een alcoholverbod in de hele Leidsebuurt en het alcoholverbod ‘Foodplaza en omgeving’ wordt opnieuw ingevoerd.
Aanleiding is de ernstige overlast door alcoholconsumptie op straat voor omwonenden, ondernemers en passanten. Voorbeelden van overlast zijn schreeuwen, intimideren, vervuilen en wildplassen. Politie en gemeentelijke handhavers kunnen deze overlast met een alcoholverbod beter aanpakken.
Een alcoholverbod betekent dat in de openbare ruimte geen alcohol mag worden gedronken en dat men geen alcoholhoudende drank in aangebroken flessen, blikjes, glazen en dergelijke bij zich mag dragen. Voor terrassen gekoppeld aan een horecagelegenheid geldt een uitzondering. Het aanwijzen van een alcoholverbodsgebied ziet de gemeente Amsterdam als uiterste maatregel als andere maatregelen onvoldoende hebben geholpen. Het is een ingrijpende maatregel omdat een alcoholverbod niet selectief kan worden toegepast.
Verbod op doorgaand touringcarverkeer
Voor doorgaand touringcarverkeer geldt vanaf 13 april een nieuw inrijverbod op de routes Amstel-Rokin-Damrak en de zuidelijke lus Spuistraat-Nieuwezijds Voorburgwal.
Uit een telling in 2016 is gebleken dat circa 60% van het touringcarverkeer op de route Amstel – Rokin – Damrak doorgaand touringcarverkeer is. Dit verkeer heeft dus geen bestemming in de binnenstad. Daarmee vormt dit doorgaand verkeer een aanzienlijk deel van het totale touringcarverkeer op deze route. We monitoren het verkeer na invoering van deze maatregel.
Met het inrijverbod zet de gemeente een volgende stap om het touringcarverkeer de komende jaren zoveel mogelijk om het drukke stadshart heen te leiden naar plekken buiten het centrum. Dit verbetert de doorstroming, verkeersveiligheid en leefbaarheid en maakt de binnenstad prettiger voor bewoners en bezoekers van Amsterdam. De Vijzelstraat kent al een inrijverbod voor touringcars.
Vanwege de snelle invoerdatum is besloten om een uitzondering te maken voor touringcars met een bestemming in de binnenstad. Het blijft dus wel mogelijk om onder toezicht van stewards passagiers te brengen en af te halen op de vier halteerplekken in de buurt van toeristische trekpleisters zoals musea en andere culturele instellingen op de routes. Touringcarchauffeurs die geen directe bestemming hebben in het gebied en het inrijverbod negeren, lopen het risico op een boete van 90,- euro.
Er is een beperkt aantal plekken in de stad waar touringcars mogen stoppen om toeristen te laten in- en uitstappen. Sinds 2012 is het aantal touringcars op vier van deze plekken met 43% toegenomen. Ten opzichte van 2014 blijft het aantal echter stabiel.
Milieuzone
Verder gaat vanaf 1 januari 2018 de milieuzone autobussen en touringcars in voor touringcars (autobussen, voertuigcategorieën M2 en M3) ouder dan (DET)1-1-2005. De milieuzone geldt ook voor autobussen en touringcars met een buitenlands kenteken en bussen voor het openbaar vervoer. Autobussen of touringcars gebouwd na 1-1-2005 mogen de milieuzone wel in.
Diverser winkelaanbod in centrum
De gemeente Amsterdam signaleert een verschraling van het winkelaanbod. Deze trend wil de gemeente graag keren want een goede mix van winkels in de binnenstad is belangrijk voor bewoners en ondernemers. Uit onderzoek blijkt dat twee vormen van branchering effectief kunnen zijn.
Op de korte termijn gaat het om een variant waarbij winkeliers, vastgoedeigenaren en bewoners afspraken maken per straat. Op basis van zo’n vastgesteld brancheringsplan worden bepaalde winkels verwelkomd in de straat en andere juist niet. Hoe geslaagd deze vorm van branchering is, hangt af van de betrokkenheid van de belanghebbenden. Vergelijkbare plannen hebben tot successen geleid op de Zeedijk en de Jan Evertsenstraat.
De tweede mogelijkheid is dat de gemeente zelf gaat brancheren via een bestemmingsplan. Deze vorm heeft meer tijd nodig, maar is mogelijk binnen de bestaande regelgeving. Het bestemmingsplan kan regels bevatten waarmee bepaalde branches van detailhandel niet verder mogen uitbreiden. Het college werkt de mogelijkheden om dit instrument in te zetten verder uit.
Wethouder Kajsa Ollongren van economie bespreekt de bevindingen op 22 maart met de gemeenteraad.