Toeristische druk op stedelijke bestemmingen
Het perspectief van bewoners
Voor een duurzame ontwikkeling van toerisme is het belangrijk met de beleving van burgers rekening te houden. Waar het in het conventionele marktdenken gaat om het vinden van een balans tussen vraag en aanbod, komt bij duurzaam toerisme ook de rol van de burgers, de lokale gemeenschap, om de hoek kijken. De kernprincipes van duurzame toeristische ontwikkeling komen op het volgende neer: verbeteren van de kwaliteit van leven van de gemeenschap op de plaats van bestemming, het bieden van een hoge belevingswaarde aan de bezoeker, en het behoud van de kwaliteit van de natuurlijke omgeving, waarvan zowel de gemeenschap als de bezoeker afhankelijk zijn (Mill & Morrison, 2002; Postma, 2003; Reid, 2003; Postma & Schilder, 2007). De kwaliteit van leven in de gemeenschap speelt daarmee een hoofdrol in de duurzaamheid van toerisme op lange termijn, en wordt volgens Kim (2002) mede beïnvloed door de positieve of negatieve beoordeling van toerisme. Negatieve belevingen vormen dus een bedreiging voor de duurzaamheid van toerisme op de lange termijn.
Bronnen van irritatie
Om deze reden is het nuttig om te weten hoe in de ogen van
bewoners, eenvoudig gezegd, de ‘grenzen aan de groei’ precies kunnen worden
omschreven. Albert Postma stelt in zijn proefschrift dat het niet zozeer meer
gaat om de invloed van toerisme op de gemeenschap, maar dat, omgekeerd,
toerisme ook door de gemeenschap gevormd wordt. Die wisselwerking tussen
toerisme en gemeenschap is tijd- en plaatsgebonden en in kaart gebracht aan de
hand van critical encounters, dat wil
zeggen die interacties die in de ogen van de burgers een doorslaggevend en
blijvend negatief beeld van toerisme geven (kritieke interacties). Op basis van
een analyse van een honderdtal interviews op Ameland, Terschelling, Curaçao en
Aruba kon geconcludeerd worden dat er drie categorieën zijn van negatieve critical encounters:
- de invloed die verschillende partijen hebben op het toerisme; denk bijvoorbeeld aan hotels die de lokale bewoners van het strand weren, of de verkoop van stranden aan projectontwikkelaars (zogenaamde stakeholder encounters);
- de wijze waarop toerisme zich (direct) manifesteert in de sociale, economische en ruimtelijke omgeving; denk bijvoorbeeld aan het gedrag van toeristen, aantasting van het oorspronkelijke landschap of arbeidsmigratie (zogenaamde direct encounters);
- de wijze waarop
toerisme (indirect) de kwaliteit van het dagelijks leven beïnvloedt; denk
bijvoorbeeld aan gebrek aan privacy, druk op het sociale leven, of veranderende
levensstijlen (zogenaamde indirect encounters).
Uit de interviews kon tevens worden afgeleid dat er vier irritatieniveaus zijn (emotionele reactie), vier niveaus in de manier waarop mensen op de interacties reageren (gedragsmatige reactie), en drie niveaus in de effecten die de interacties hebben op de loyaliteit jegens (verdere ontwikkeling van) toerisme. Het aantal van de kritieke interacties in de genoemde categorieën, de wijze waarop bewoners daarop reageren, en de mate waarin dit hun houding tegenover toerisme beïnvloed is per toeristische gemeenschap verschillend (Postma, 2013).
Bezoekersdruk op toeristische steden, een actueel probleem
De problematiek zoals beschreven in het onderzoek van Postma
wordt in de afgelopen jaren in toenemende mate geconstateerd in stedelijke
toeristische bestemmingen. In 2013 constateerde het European Tourism Futures
Institute (ETFI) reeds een early warning
signal dat bewoners in toenemende mate hun beklag doen over de toeristische
ontwikkeling in de binnensteden, waarbij vooral de druk door het grote aantal
toeristen en hun gedrag schijnbaar een doorn in het oog is (de tweede categorie
van critical encounters zoals
hierboven beschreven). De media maakten in 2013 al veelvuldig melding van
incidenten in bijvoorbeeld Venetië, Barcelona en Amsterdam. Dit was aanleiding voor
ETFI en de Universiteit van Riga om een pilotonderzoek te starten naar het
bewonersperspectief in Amsterdam, Berlijn en Riga. Uit het onderzoek kwam naar
voren dat de methodiek en bevindingen van Postma ook toepasbaar bleken in de
stedelijke context. Studenten van de hiervoor genoemde hogescholen voerden
tientallen interviews uit. Een analyse daarvan gaf inzicht in de critical encounters die bewoners in deze
steden ervaren. En hoewel het onderzoek er niet op ingericht was uitspraken te
doen over individuele steden, leken er toch interessante verschillen te bestaan
in het patroon tussen de drie steden. In Riga bijvoorbeeld bleken de
stakeholder encounters relatief een veel groter aandeel te hebben dan in beide
andere steden. In Amsterdam en Berlijn bleken de direct encounters relatief
belangrijker dan beide andere typen encounters. Ook het irritatie- en
loyaliteitsniveau jegens toerisme bleek in de drie steden kleine verschillen te
vertonen. De resultaten zijn in 2014 op de Futures Day van de jaarlijkse ITB in
Berlijn gepresenteerd. Dat is de grootste toeristische vak- en consumentenbeurs
ter wereld (Postma, 2015).
Grootschalig Europees onderzoek legt feiten bloot
In 2015 is er door CELTH een grootschalig onderzoek gestart
naar bezoekersdruk in grote steden in Europa. Hiervoor heeft ETFI de krachten
gebundeld met NHTV Breda waar ook actief onderzoek wordt verricht naar toerisme
in een stedelijke context. Met de steun van ETOA, de European Tour Operators Association,
het platform waarin de Europese touroperators zijn vertegenwoordigd, hebben de steden
Amsterdam, Kopenhagen, Berlijn, München, Barcelona en Lissabon aan CELTH
opdracht gegeven om te onderzoeken hoe bewoners de toeristische druk ervaren en
per stad acties te formuleren waarmee toerisme in goede of betere banen kan
worden geleid. Dit onderzoek heeft vanuit twee perspectieven plaatsgevonden:
organisaties die als stakeholder bij stedelijk toerisme betrokken zijn
(industrie, overheid en non-gouvernementele organisaties) en bewoners. De
literatuur heeft inzicht gegeven in de bezoekersdruk (visitor pressure) zoals de media die naar voren brengen, maar ook in
de vele strategieën die steden hanteren om met dat vraagstuk om te gaan en de
mogelijke acties om die strategieën te realiseren. De toeristische organisaties
in de steden zijn geïnterviewd om te achterhalen hoe zij tegen bezoekersdruk aan
kijken en welke strategieën gehanteerd worden om bezoekersdruk het hoofd te
bieden. Met de bewoners, tenslotte, zijn interviews gehouden, om vast te
stellen wat de critical encounters zijn tussen toerisme en lokale gemeenschap. De
interviews gaven een goed beeld van de verscheidenheid aan situaties die de
bewoners vervelend vinden.
Om te kunnen vaststellen in welke mate de critical encounters
voorkomen, en daarmee het bewonersperspectief te kunnen kwantificeren, is in
samenwerking met de Destination Management Organizations (DMO’s) van Amsterdam,
Kopenhagen, Berlijn, München, Barcelona en Lissabon een online vragenlijst
opgesteld die in elke stad onder een steekproef van 400-500 stadsbewoners is
afgenomen. Hierin zijn vragen opgenomen over hun relatie tot de stad, hun
relatie tot toerisme (werk en inkomen), hun oordeel over tal van ruimtelijke,
economische, sociale en persoonlijke situaties waar zij de afgelopen jaren mee te
maken hebben gehad, de wijze waarop zij op zulke situaties reageren, hun
standpunt ten opzichte van verdere groei van toerisme in de stad en in de eigen
woonwijk, en de strategieën waar men de voorkeur aan geeft om de
bezoekersstromen te reguleren.
Uit dit onderzoek blijkt dat de ruim 2.600 respondenten in de zes steden het meest positief zijn over:
- Meer internationale karakter van de stad
- Meer evenementen
- Positiever imago
- Bescherming van historische delen van de stad
- Restauratie van traditionele architectuur
- Meer seizoensgebonden banen
- Groter cultureel aanbod (musea, culturele activiteiten, culturele evenementen, e.d.)
- Groter aanbod van toeristische accommodaties
- Meer mogelijkheden om kennis en cultuur te delen met bezoekers
- Meer vrijetijdsvoorzieningen
De respondenten zijn het meest negatief over:
- Prijsstijging/betaalbaarheid huurwoningen
- Prijsstijging/betaalbaarheid koopwoningen
- Prijsstijging/betaalbaarheid taxi’s
- Prijsstijging/betaalbaarheid winkels
- Prijsstijging/betaalbaarheid restaurants en cafés
- Prijsstijging/betaalbaarheid openbaar vervoer
- Prijsstijging/betaalbaarheid vrijetijdsvoorzieningen
- Afnemende beschikbaarheid van woningen
- Overvol openbaar vervoer
- Vervuiling, zwerfafval, lawaai
Aanzet voor strategisch beleid
Verreweg de meeste ondervraagden ontwijken of negeren dergelijke nadelen die toerisme met zich meebrengt. Ze proberen specifieke plaatsen of momenten van de dag te vermijden of nemen het simpelweg voor lief en accepteren het.
In totaal denkt iets meer dan de helft van de ondervraagden dat er nog steeds ruimte is voor ongeconditioneerde groei van het aantal bezoekers naar hun stad. Degenen die daar anders over denken, zijn vooral van mening dat er alleen nog groei buiten het hoofdseizoen mogelijk is, dat de groei alleen buiten vakantieflats/-appartementen mag plaatsvinden, of dat het groeitempo omlaag moet.
De meest geprefereerde strategieën om het bezoek aan de stad
te reguleren zijn in de ogen van de respondenten:
- Verbeteren van de infrastructuur en faciliteiten in de stad, zoals uitbreiding van het wegennet of het aantal parkeerplaatsen
- Met plaatselijke bewoners en bedrijven communiceren en hen betrekken bij toeristische planvorming
- Beter met bezoekers communiceren over hoe zij zich in de stad moeten gedragen
- Een betere spreiding van bezoekers over het jaar
Om de steden van advies te kunnen zijn bij het treffen van passende maatregelen worden de resultaten van het onderzoek in de context van een aantal scenario’s geplaatst, die elk een alternatief beeld geven van de omstandigheden waar stedelijk toerisme de komende 10 jaar mee te maken kan krijgen: de centrale stad, de netwerkstad, de atomische stad, en de versnipperde stad. De scenario’s zijn tot stand gekomen op basis van input die vertegenwoordigers van de DMO’s van de deelnemende steden gezamenlijk in een scenarioworkshop naar voren hebben gebracht. In deze sessie werden twee kernonzekerheden vastgesteld die voor de toekomst van stedelijk toerisme doorslaggevend en tegelijkertijd onzeker zijn: de mate van integratie van verschillende culturen en de mate van top-down of bottom-up beleidsvorming. De combinatie van mogelijke ontwikkelingsrichtingen van deze onzekerheden heeft geresulteerd in de vier hierboven genoemde scenario’s. Deze scenario’s bieden aanknopingspunten voor strategisch beleid, waarbij wel gezegd dient te worden dat het verstandig is om met alle mogelijke scenario’s rekening te houden.
Figuur 1: Scenario’s voor steden
CELTH zal tegen het eind van 2016 een rapport uitbrengen waarin de resultaten van het onderzoek, de scenario’s en de strategische adviezen verder worden uitgewerkt (Koens & Postma, 2016). In 2016/2017 zal het onderzoek worden herhaald in andere Europese steden. De verzamelde gegevens zullen ook door de onderzoekers van CELTH worden gebruikt voor wetenschappelijke analyses.
Contactgegevens auteurs:
Dr. Albert Postma, lector scenarioplanning Stenden, ETFI, onderzoeker CELTH, albert.postma@stenden.com
Dr. Ko Koens, hoofddocent NHTV, onderzoeker CELTH, Koens.K@nhtv.nl
Verder lezen?
Bent u geïnteresseerd in de toekomst van stedelijk toerisme, dan verwijzen we u naar het najaarsnummer van 2017 van het Journal of Tourism Futures (http://www.emeraldinsight.com/loi/jtf). Mocht u daaraan een bijdrage willen leveren, dan verwijs ik u naar de call for contributions op de website van het European Tourism Futures Institute (www.etfi.eu).