Creatieve processen als inclusieve innovatie
Meer dan brainstormen met grote vellen papier, stiften en post-its
Performatory is een leergemeenschap voor sociale innovatie waar gewerkt wordt met complexe uitdagingen. Creatieve processen en verbeelding zijn ons voertuig voor zinvolle antwoorden. De afgelopen jaren hebben we honderden creatieve processen begeleid. We willen met dit artikel duidelijk maken dat een creatief proces meer is dan een brainstorm met grote vellen papier, markers en post-its. We gebruiken een driedaags innovatieprogramma met Veilig Verkeer Nederland (VVN) als voorbeeld voor onze ontwerpprincipes. VVN wilde met hun eigen medewerkers nieuwe belevingsgerichte producten en diensten ontwerpen.
Creatieve processen met insluitende impact
De meest
voorkomende reactie op complexiteit en verwarring in een organisatie is
‘managen’. Management betekent hanteerbaar maken, vereenvoudigen en reduceren. Deze
logica is krachtig door de uitsluitende werking, maar niet geschikt voor
innovatie. Voor innovatie is juist radicale insluiting nodig. De kern van
creatieve processen is het ontregelen van de ‘mindset’ waarin een probleem ontstaat.
Pas dan kan er een andere kijk ontstaan met nieuwe antwoorden. Met mindset bedoelen we overtuigingen die
onze kijk op de realiteit sturen. Als we op zoek zijn naar een andere kijk op
een probleem is het cruciaal om deze overtuigingen en denkbeelden te kunnen herkennen
en loslaten. Dat kan alleen als we het vreemde, het ‘on-bekende’, toelaten. Door het insluiten van andersdenkers
kunnen we een nieuwe mindset ontwikkelen die tot antwoorden leidt. Voor VVN
hebben we dat on-bekende ingebracht door de locatie, variatie in deelnemers
(jong-oud, lang-kort werkzaam, binnen-buiten VVN, man-vrouw) en verrassende opdrachten.
Het toelaten van dat on-bekende is per definitie lastig. Deze processen zijn niet de brainstorms waarbij met de voeten omhoog en een drankje in de hand wat creatieve ideeën worden geroepen. Het vraagt om een andere houding dan velen tot nu toe gewend zijn. Het vraagt om moed om los te laten, durf om te vertrouwen en vooral de wijsheid om je eigen wereldbeeld niet als het centrum te zien. Alhoewel creatieve processen overal ontstaan, richten we ons in dit artikel op georganiseerde sessies waarin deelnemers met elkaar een probleem benaderen om tot oplossingen te komen.
Principes creatieve sessies
We hanteren vier principes omdat die helpen om anders te kijken, te denken en met elkaar te praten. De kern van de sessies is het doorbreken van bestaande mindsets en het opbouwen van nieuwe. ‘Innovations are not about getting out of the box, it is about getting in a new one together’ (Kaospilot Niels Jensen). De meeste gespreksvormen in organisaties zijn vanuit een managementperspectief ontstaan. Vergaderen, presenteren, een ‘bila’: het zijn vormen die passen bij managen en efficiënt oplossen van problemen. Hierdoor kom je ook in die managementstand terecht als je met elkaar spreekt in organisaties. Daar is niets mis mee, maar de gesprekken worden vaak vormgegeven binnen de bestaande mindset van de organisatie. Ze sluiten verder in wat al ingesloten is en daarmee sluiten ze juist uit. Om een ander gesprek te kunnen voeren, moeten ingesleten gespreksvormen doorbroken worden. En daarvoor zijn andere principes nodig.
Basics
Als eerste moet de basis voor een sessie op orde zijn.
Het ontwerp van de sessie moet gericht zijn op de centrale vraag en het doel
van de sessie. De principes moeten daar dienend aan zijn. Een goede sessie
zoekt steeds balans tussen comfort en discomfort. Zowel mentaal als fysiek. Dat
maakt de sessie spannend en vitaal. Teveel comfort duidt op het bekende en
gemak. Teveel discomfort geeft angst of irritatie. Het is de kunst om het
anders-denken en interacteren spannend te laten zijn. Denk daarbij aan de inzet
van gespreksvormen of creatieve technieken. Er moet voldoende tijd zijn om het
ontstane anders-denken te volgen en diepgang te geven. Twee uur is het minimum
voor een sessie. Er kan gekozen worden voor slow:
vertragen en diepgang, of voor fast: versnellen
en oppervlakkig. Bij VVN kozen we ervoor om in het begin te vertragen door een welcome experience. De deelnemers kwamen
op een andere manier met elkaar in contact dan ze ‘op kantoor’ gewend waren. Er
ontstond een veel persoonlijker en intiemer gesprek en men leerde elkaar anders
zien. Hiermee legden we een fundament voor het anders-denken waar de volgende
dagen op voortbouwden. Daarnaast moet de sessie kloppen en verzorgd zijn. Ondoordachtheid
zoals een ongeschikte creatieve techniek, onprettige ruimte of te grote groepen
verstoren het proces voor de deelnemers. Het frustreert het anders-denken. Een
facilitator moet de sessie organiseren en leidt het gesprek tussen de
deelnemers. Hij mengt zich niet in de inhoud maar leidt het proces en het aanwakkeren
van dit anders-denken.
Taal
Taal is het voertuig voor betekenisgeving. Denkbeelden kunnen alleen met (non)verbale taal geuit worden. Door te praten wordt er door woorden betekenis aan gedachten, gevoelens en ervaringen gegeven. Taal sluit daarmee zowel betekenissen in als uit. Volgens ons geeft iedereen een andere betekenis aan een realiteit. We zoeken altijd naar deze meervoudigheid in de taal van de deelnemers. In de meervoudigheid van betekenissen liggen mogelijkheden voor nieuwe interpretaties. Bij VVN, zag een deelnemer een ‘vrijwilliger’ als iemand die onbaatzuchtig helpt voor verkeersveiligheid. Een ander zag ‘vrijwilligers’ juist als mensen die zich willen ontwikkelen. Een reducerende en uitsluitende discussie ligt dan op de loer. Wij denken dat beide betekenissen naast elkaar bestaan en dat er creatieve spanning ontstaat wanneer je ze probeert te verbinden. We stimuleren deelnemers om te zoeken naar andere dan hun gebruikelijke woorden en vermijden daarom vak- en organisatiejargon. We zoeken juist naar de onaffe, stamelende en zoekende taal: dan is er een betekenis in de maak.
Fysieke ruimte
De fysieke ruimte stuurt de manier van denken en
interactie. Een vergaderruimte met flipover, whiteboard en koffie zet mensen in
de vergaderstand. Een stand van onderhandelen, beslissen of in slaap dommelen.
De fysieke ruimte moet het doel van de sessie ondersteunen. Als je anders wil
kijken en denken, moeten je een andere fysieke ruimte opzoeken. Voor de sessie
met VVN zochten we lang voor een juist ‘decor’. We wilden een vrijplaats: onaf
en ruw, maar makend en creërend: een anti-kantoor. We vonden de Metaalkathedraal
in Utrecht.
Daarnaast moeten er mogelijkheden zijn om je op andere manieren te kunnen uiten. Vellen papier en markers zijn erg basaal. Andere materialen zoals kwasten, verf, krijt, tape, verkleedkleren, muziek, internet, laptops, scharen, magazines, rekwisieten geven meer mogelijkheden. ‘Thinking with your hands’ is een designprincipe waar we veel gebruik van maken. "Je moet dingen gaan doen en maken om tot nieuwe ideeën te komen. Test het en je komt tot inzichten die je vooraf nooit bedacht had”, onderschrijft Rembert Sierksma Innovatie Coördinator bij VVN.
Structuur en autonomie
Omdat het bijzonder lastig is om een oude bekende manier van kijken los te laten en een nieuwe te ontwikkelen is het belangrijk om een eenvoudige structuur te kiezen voor een sessie. Het doel en de centrale vraag moeten helder en uitnodigend zijn geformuleerd. Wij kiezen altijd voor een waarderend perspectief (geïnspireerd door Appreciative Inquiry). De structuur is eerst divergerend en daarna convergerend. Bij deze twee fases zijn vele creatieve technieken te vinden. Naast technieken, werken we met eenvoudige gespreksregels als ‘waardeer en wees nieuwsgierig’ of ‘spreek vanuit jezelf’. De deelnemers zijn bij voorbaat direct betrokken bij het vraagstuk. "De deelnemers zijn zelf onderdeel van de oplossing”, geeft Sierksma van VVN aan. Als deelnemers samen ‘nieuw denken’ ontwikkelen, dan is dat het hoogste resultaat. Niet het concrete idee. Dat gezamenlijk nieuwe denken geeft autonomie waaruit ook later oplossingen ontstaan. Als de groep het anders wil in de sessie dan vooraf bedacht, zeggen we altijd JA! Daar ontspringt deze autonomie.
"Als we doen wat we deden, krijgen we wat we hebben. Voor innovatie is anders doen, kijken, denken en praten nodig. We zoeken juist naar de onaffe, stamelende en zoekende taal: dan is er een betekenis in de maak." |
Conclusie
‘Als we doen wat we deden krijgen we wat we hebben’. Voor innovatie is anders doen, kijken, denken en praten nodig. Daarvoor hebben we de betrokkenheid en perspectieven van anderen nodig. De inclusie van ‘het andere’ is essentieel voor innovatieve oplossingen. Dat klinkt inspirerend en dat is het ook, maar is tegelijk buitengewoon moeilijk. De reducerende, controlerende en beheersende logica van het oude management schiet namelijk te kort. Het vraagt een continue mentale flexibiliteit en niet-zekerheid van ons wereldbeeld. Bij VVN merkt men op dat er meer flexibiliteit is ontstaan door het 3-daagse programma en door eigen interne creatieve processen. Men vindt elkaar voor ideeën in georganiseerde sessies maar ook steeds meer in een ander en open contact op de werkvloer. Goede creatieve processen zoeken stap voor stap naar oplossingen voor de complexe vraagstukken in onze samenleving.