Raad voor de Leefomgeving start onderzoek naar toerisme
Toerisme is in de periode 2010-2015 belangrijker geworden voor de Nederlandse economie. De bijdrage aan de bruto toegevoegde waarde steeg van 3 naar 3,8 procent. Jaarlijks zorgen toerisme en recreatie voor zo’n 72,7 miljard euro aan bestedingen in ons land. De gastvrijheidssector biedt werk en inkomen aan zo’n 626.000 mensen en vertegenwoordigt daarmee 6,3% van de beroepsbevolking.
Sector gebaat bij goede omgevingskwaliteit
Volgens de Raad is de toerisme- en recreatiesector is gebaat bij een goede leefomgevingskwaliteit. Aantrekkelijke steden, hoogwaardige natuur en bijzondere landschappen zijn potentiële trekkers van binnen- en buitenlandse toeristen. Dat betekent ook dat investeringen om de aantrekkelijkheid voor toeristen en recreanten te vergroten, mede ten goede kunnen komen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Omgekeerd kan de druk van het toenemende toerisme en recreatie leiden tot nadelige consequenties voor de omgevingskwaliteit.
De Raad ziet verschillen tussen stedelijke en landelijke gebieden. In stedelijke gebieden spelen vraagstukken als (interne) bereikbaarheid, overlast en spanning tussen bewoners en toeristen (leefbaarheid). Omgekeerd biedt toerisme en recreatie in bepaalde gebieden kansen voor nieuwe verdienmodellen in de agrarische sector. Verschillen bestaan eveneens tussen gebieden met een sterke verstedelijkingsdruk en krimpgebieden. In krimpgebieden kunnen toerisme en recreatie een impuls geven aan de vitaliteit van dorpen en steden en een welkome bijdrage leveren aan de regionale economie.
Op weg naar samenhangend nationaal perspectief
Het toeristisch beleid is traditioneel gericht op het vergroten van het aanbod en het aantrekken van toeristen. Een samenhangend nationaal perspectief om de toerisme- en recreatiesector te verbinden met de omgevingskwaliteit, zowel in het stedelijk als landelijk gebied en in groei- en krimpregio’s, ontbreekt echter. De huidige gestage groei van de sector en de daarmee samenhangende toenemende (piek)belasting voor de leefomgeving maken toerisme en recreatie tot een interessant adviesonderwerp.
Mogelijke adviesvragen
- Hoe kan de toeristische-recreatieve ontwikkeling van de steden en het platteland elkaar aanvullen, op een manier dat kansen optimaal worden benut en nadelige gevolgen voor de leefomgeving verkleind worden? Welke taak hebben Rijk, provincies en gemeenten hierbij?
- Hoe kunnen investeringen in toerisme en recreatie bijdragen aan de leefomgevingskwaliteit en de instandhouding en uitbreiding van de natuur? Welke allianties tussen partijen zijn daarbij mogelijk of nodig en op welk schaalniveau moeten allianties worden gesloten? Welke rol heeft het Rijk daarbij?
- Welke instrumenten kunnen ingezet worden om opbrengsten en maatschappelijke kosten van toerisme en recreatie met elkaar in evenwicht te brengen, zonder het regionaal economische belang van de toeristisch-recreatieve sector in gevaar te brengen?
- Hoe kan toerisme en recreatie, gelet op de belasting van het milieu, verder verduurzaamd worden?
De raadscommissie die het advies gaat voorbereiden bestaat uit:
- ir. M. Demmers MBA, raadslid en commissievoorzitter
- drs. J. Kok, raadslid
- drs. C. Gehrels, directeur Europese Steden, Arcadis
- prof. dr. R. van der Duim, hoogleraar Duurzaam Toerisme, Wageningen universiteit en ResearchDe verwachting is dat dit advies halverwege 2019 wordt uitgebracht.