BTW verhoging openbaar vervoer heeft invloed
Stijgt het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent, dan neemt daardoor naar verwachting het aantal gereisde kilometers met de trein af met 1,3 procent. Voorbus, tram en metro is dat 1 procent, verwacht hetKennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in de publicatie ‘Prijsgevoeligheid diensten personenvervoer’. Andere invloeden bepalen sterker het reisgedrag.
Onderzoek effecten voorgenomen btw-verhoging
Het KiM onderzocht het effect van btw-verhogingen op de te verwachten vervoersstromen in het personenvervoer, op verzoek van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De voorgenomen btw-maatregel is onderdeel van een totaalpakket aan maatregelen voor hervorming van het belastingstelsel van het kabinet-Rutte III.
Trein, bus, tram en metro beperkt prijsgevoelig
Het KiM onderzocht de effecten van een btw-verhoging van 6 naar 9 procent voor diverse vormen van vervoer.De verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent komt neer op 2,8 procent hogere gebruikskosten voor de trein. De prijselasticiteit voor de vraag naar treinvervoer in Nederland (in reizigerskilometers) is -0,45. De verwachting is dat de prijsverhoging ertoe leidt dat reizigers 1,3 procent minder treinkilometers gaan reizen.
De prijselasticiteit voor trein, bus, tram en metrovervoer is -0,36 procent. Hier neemt het aantal reizigerskilometers naar verwachting met 1 procent af. Uiteraard zijn deze elasticiteiten omgeven met onzekerheden.
Ontwikkeling ov-gebruik in praktijk afhankelijk van vele factoren
De genoemde percentages betreffen het te verwachten geïsoleerde effect van de btw-maatregel op de verandering in het aantal reizigerskilometers. In de praktijk is de ontwikkeling van het ov-gebruik afhankelijk van tal van factoren, waaronder de snelheid waarmee verschillende groepen reizigers hun gedrag kunnen aanpassen.
Prijselasticiteit voor straattaxivervoer en Waddenveren onbekend
De KiM-publicatie gaat ook in op de effecten op andere personenvervoerdiensten: de vraag naar straattaxivervoer en de Waddenveren. Een kwalitatieve analyse duidt erop dat voor deze typen vervoer de vraag beduidend minder dan evenredig afneemt met de stijging van de kosten voor het gebruik ervan (sterk prijsinelastisch). Redenen zijn dat voor dit vervoer minder alternatieven voor handen zijn, een groot deel van reizigers dit vervoer incidenteel gebruikt en de kosten dan een marginaal aandeel vormen in de totale kosten van de activiteit.