Herdenking 100 jaar Eerste Wereldoorlog trekt 2,6 miljoen mensen naar Westhoek

Dit jaar heeft de regio tot eind
augustus 2018 al 345.000 bezoekers mogen. Volgens Peter de Wilde, CEO
van Toerisme Vlaanderen, zeggen harde cijfers niet alles: "We
hebben 2,6 miljoen mensen in contact gebracht met échte plekken,
échte voorwerpen, échte verhalen van de Groote Oorlog, en dat is
minstens even waardevol.” De meest bezochte sites zijn Tyne Cot Cemetery, de Menenpoort in Ieper en het Flanders Fields Museum ook in Ieper.
Sereniteit hoog gewaardeerd
93% van de herdenkingsbezoekers zijn zeer tot uiterst tevreden over hun bezoek aan het Wereldoorlog I-erfgoed in de Westhoek. Ze appreciëren vooral de sereniteit en het onderhoud van de sites, maar ook de inhoudelijke informatie en interpretatie. 60% van de herdenkingsbezoekers zijn van plan om de Westhoek ook ná 2018 te blijven bezoeken.

Veel buitenlandse bezoekers
Voor de volledige herdenkingsperiode
(van 2014 tot eind 2018) werd gemikt op 2,5 miljoen bezoekers. Die
doelstelling is enkele maanden voor het einde van de herdenking al
behaald. In de periode 2014-2017 kwam 52% van de herdenkingsbezoekers
in de Westhoek uit het buitenland, vooral uit het Verenigd Koninkrijk
en Nederland. Van 2014 tot en met 2017 brachten 730.000 Britten een
bezoek aan het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog. Uit Nederland
kwamen ruim 200.000 herdenkingsbezoekers. Opvallend is ook de sterke
aanwezigheid van vier verre markten (Australië, Canada, de Verenigde
Staten en Nieuw-Zeeland). Samen zijn ze goed voor ruim 120.000
bezoekers sinds 2014. Van alle bezoekers onderneemt 65% ook niet WO-I gerelateerde activiteiten zoals het bezoek aan steden en dorpen, uit eten gaan of in een café/terras wat gaan drinken, wandelen, fietsen of het bezoek aan een ander museum of attractie.

Diversiteit aan bezoekmotieven
De belangrijkste bezoekmotieven zijn een algemene interesse in geschiedenis (en meer specifiek WO I) (84%) en het tonen van respect voor de gesneuvelden (49%). Britten, Canadezen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders vernoemen ook een specifieke familieband als bezoekmotief (25%). Zowel Vlaamse als Britse scholen geven aan dat herinneringseducatie of een bezoek aan het Wereldoorlog I-erfgoed nu al een traditie is geworden en deel uitmaakt van het lessenpakket.
Transformatieve kracht van het herdenkingstoerisme
"Deze motieven zeggen veel over het type ervaring dat onze bezoekers in de Westhoek verwachten,” zegt Peter De Wilde, CEO van Toerisme Vlaanderen. "Ze willen leren, ze willen verbinden -met hun voorouders of met anderen-, ze willen zich bezinnen over de kost van oorlog en de weg naar vrede. Elk van onze 2,6 miljoen bezoekers tijdens de herdenkingsjaren is door zijn ontmoeting met ‘Flanders Fields’ een beetje veranderd. Die transformatieve kracht van het herdenkingstoerisme verdwijnt natuurlijk niet na 2018. Toerisme Vlaanderen engageert zich om hier blijvend als partner aan mee te werken. Voor 2019 schreven we alvast de nodige middelen in op onze begroting voor het project rond wederopbouw in 2020.”
