Regio’s moeten draagvlak van toerisme bepalen
Een van de keynotes op de Vakdag Zet je Regio op de Kaart was Douwe Wielenga van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). Hij was intensief betrokken bij het veel besproken en gewaardeerde advies ‘Waardevol toerisme: onze leefomgeving verdient het’. Hij stond niet voor niets op deze dag want vooral de regio moet met het advies aan de slag.
Overtoerisme is volgens Wielenga een niet zo precies begrip en bovendien ook nog eens heel erg tijd en plaatsgebonden. Drukte en rust liggen daarbij ook nog eens vaak vlak bij elkaar. "In Giethoorn is het heel druk maar de op steenworp afstand gelegen Weerribben Wieden zijn een oase van rust.” Wielenga irriteerde zich overigens aan de term overtoerisme: "Deze term is zo weinig precies. Je zegt er eigenlijk niets mee. Nou ja, je zegt: het is te veel. Maar de vraag moet eigenlijk zijn, wat is er te veel?”Volgens Wielenga heeft de Raad geconstateerd dat het aantal plekken waar het heel druk is, toeneemt, maar zijn er nog heel veel plekken waar ze meer toerisme kunnen gebruiken. "Het is de vraag hoe we daarmee omgaan.”
Toerisme waardevol voor samenleving
Een eerste constatering van de Raad is dat toerisme enorm waardevol is voor de samenleving. En dan niet alleen in de termen van geld maar ook voor de samenleving. "Toerisme is onze vorm van ontspanning in een hele jachtige samenleving”, stelde Wielenga. "We zijn allemaal druk, druk, druk. Als een soort tegenbeweging willen en moeten we ontspannen. Toerisme geeft ook veel kwaliteit aan ons leven. Het is een genot om dingen te ontdekken en samen te eten. Toerisme zorgt ook voor kwaliteit in de leefomgeving. Op veel plaatsen zijn allerlei voorzieningen aanwezig die er zonder toerisme niet zouden zijn. Van een buslijn, tot supermarkten en een gevarieerd horeca-aanbod.”
Maar de Raad stelde ook vast dat toerisme de afgelopen jaren heel hard is gegroeid en de komende jaren nog met 50% gaat doorgroeien. "Dat gaf ons wel het besef dat het op plaatsen waar het nu superdruk is het echt gaat wringen. En op plaatsen waar het nog niet wringt gaat dat alsnog gebeuren. En tegelijkertijd zien we zoveel plaatsen waar een verdubbeling van het toerisme nog maar tot het begin van een beetje stevige situatie zou leiden.”
Gaan we naar ongebreidelde groei of gaan we sturen?
De vraag is hoe je die ontwikkelingen kunt verenigen. "De vraag van ons aan overheden is: ‘Gaan we naar een ongebreidelde groei? Of is er wat aan te sturen?’”, vroeg een nuchtere Wielenga zich af. "Onze conclusie is dat er veel te sturen is, zelfs veel meer dan we allemaal denken.”
Toerisme heeft in de visie van de Raad een wederkerige relatie met de leefomgeving: "Toerisme maakt gebruik van de leefomgeving, het is vaak de primaire reden waarom mensen een bepaalde regio bezoeken. Tegelijkertijd zet toerisme ook druk op de leefomgeving. Zonder goede leefomgeving komen er geen bezoekers maar als er veel bezoekers komen, ontstaat er ook druk op die leefomgeving.” We staan als Nederland volgens de Raad op een kruispunt van ongebreidelde groei zoals we dat de afgelopen jaren hebben gedaan of inzetten op gerichte sturing.
"Maar we moeten onze beelden ook nuanceren: de meest toeristen komen uit eigen land en van de buitenlandse gasten komt vier op vijf uit Europa en veruit het grootste deel uit de ons omringende landen, VK, Duitsland en België.”
Draagkracht van de regio
De Raad vindt het heel belangrijk dat steden en regio’s vooraf nadenken over de draagkracht van de omgeving. "Als je op tijd begint, is er wat te sturen”, stelde Wielenga. "In Amsterdam moeten ze al sturen terwijl de druk op veel plaatsen al structureel hoog is. Dan ben je dus te laat.” De Rli signaleert zes aandachtspunten:
- Openbare ruimte en natuur overbelast op bepaalde locaties
- Gevolgen voor bewoners zijn onderbelicht op veel plaatsen
- Lusten & lasten rondom toerisme zijn onevenwichtig verdeeld
- Positieve bijdrage toerisme voor bewoners buiten beeld
- Toerismebeleid is gericht op economie en reactief voor leefomgeving
- Beleidsaandacht en capaciteit voor toerisme ontoereikend
Nieuw perspectief voor de sector nodig
"Onze conclusie is dat er een nieuw perspectief voor de sector nodig is”, vertelde Wielenga. "Het perspectief van alleen een economische sector is een veel te smalle benadering. Daardoor gaan allerlei kansen verloren en ontstaan er ongewenste bijeffecten.”
De Raad ziet ook dat de sector heel hard groeit. "Dat is een enorme kans maar als we het niet in goede banen leiden, wordt het een probleem. En dat is jammer want we willen met z’n allen plezier blijven beleven aan toerisme. Onze stelling is ‘het gaat niet vanzelf goed’ en ‘we moeten toekomstgericht gaan sturen’.”
Toekomstgericht sturen betekent:
- Balans zoeken tussen toeristische druk en draagkracht van leefomgeving en samenleving.
- Zorgen dat toerisme bijdraagt aan de kwaliteit van de leefomgeving en aan opgaven die in gebieden speelt.
- Permanent monitoren, zodat je tijdig kunt bijsturen.
- Meer samenwerking tussen gemeenten, tussen bestuurslagen en met inwoners en ondernemers
- Toerisme consistent meenemen als factor in mobiliteitsbeleid, woon- en vastgoedbeleid, horecabeleid, etc.
Om de draagkracht van een regio te bepalen is nader onderzoek nodig maar de Rli heeft alvast een mooie infographic gemaakt met zes fysieke en twee sociale elementen met de draagkracht van toerisme op leefomgeving en samenleving. Per element kan er in een regio sprake zijn van lage druk (onderbenutting van fysieke capaciteit) of balans, of er kan sprake zijn van pieken of structureel hoge druk. Dat geheel zegt dan iets over de ontwikkelruimte van toerisme op elk element. Ook te lage toeristische druk wordt zo in kaart gebracht. "Als je een vervoerssysteem hebt liggen voor 3x zoveel mensen als er gebruik van maken, is je financiële draagkracht ook niet op orde”, constateerde Wielenga nuchter.
Wat moeten we doen?
Alle toeristische regio’s in Nederland, niet alleen maar de regio’s waar het (te) druk is, moeten een toeristische ontwikkelstrategie opstellen. Die begint met wie je bent, je DNA verkennen, een analyse van druk en draagvlak, het goed in kaart brengen van de bredere maatschappelijke agenda van het gebied en kijken waar kansen en bedreigingen liggen. Kies dan vervolgens instrumenten en maak daar ten slotte een hele praktische uitvoeringsagenda van.
"Die instrumenten om te sturen hebben we in een menukaart verbeeld. Ten eerste kun je natuurlijk sturen op het bezoek aan de bestemming, dat kun je makkelijker of moeilijker maken. Je kunt de toegang tot voorzieningen en het gebruik daarvan verplaatsen door spreiding in ruimte en tijd. Je kunt het gedrag van bezoekers beïnvloeden. Heel vriendelijk door ze te verleiden en wat strenger door handhaving en toezicht. Je kunt ook sturen op faciliteiten voor toerisme door die te vergroten of juist te verkleinen.Met bijvoorbeeld parkeervoorzieningen, zodat mensen met het openbaar vervoer of de fiets moeten komen. Tot slot zijn er allerlei maatregelen mogelijk om bewoners voor overlast te compenseren. Dat kan zijn door ze financieel te compenseren, door voorzieningen aan te leggen of het serviceniveau te verhogen en je kunt mensen ook betrokken maken door ze stadsgids te maken of actief te betrekken bij het signaleren van drukte.”
De Raad is ook kritisch op de toeristenbelasting. Die wordt voornamelijk geheven om algemene voorzieningen te betalen, maar gemeenten sturen er niet mee op toeristische druk of draagkracht. De toeristenbelasting kan bij uitstek worden ingezet om richting te geven.
Ook het Rijk moet aan de bak: "We bevelen het rijk aan zich te bezinnen op de beleidscapaciteit die nu wordt ingezet op toerisme en geld vrij te maken voor een structurele kennisbasis. Waarbij zowel meer feitelijke als beschouwelijke kennis moet worden verzameld.”
Trefwoorden: toerisme, overtoerisme, beleid. leefomgeving