Hoe kan de vrijetijdssector in de 1,5 meter economie weer open?
Het Nederlandse kabinet heeft aan ondernemend Nederland gevraagd hoe binnen de 1,5 meter economie bedrijven weer open kunnen. In de vrijetijdssector zijn brancheorganisaties daarom druk doende met het ontwikkelen van zogenaamde protocollen.
De redactie van PleisureWorld NRIT maakte een rondgang langs de brancheorganisaties. Opvallend is dat elke branche de invulling weer anders aanvliegt. Zo hebben HISWA-RECRON en de Museumvereniging hun protocollen al ingediend, gaat de VEBON geen protocollen maken, loopt bij Vekabo de ledenraadpleging nog, introduceert de Club van Elf samen met de NVD de term social unit en wil ANVR graag input van haar leden. Heel veel smaken met hetzelfde doel: een verantwoorde openstelling van de sector.
ANVR gaat aan de slag met protocollen
De ANVR gaat graag samen met de bedrijven aan de slag met het ontwikkelen van zogenoemde protocollen voor de reisbranche. Tegelijkertijd realiseert de branchevereniging zich dat ze heel veel verschillende protocollen nodig voor de reisbranche. Dat zegt de ANVR op maandag 20 april in een persbericht.
Frank Radstake van het ANVR legt de diversiteit uit: "Het gaat van het werken op een kantoor of het werken in een reisbureau tot het reizen in een bus of een vliegtuig. En van de specifieke uitdagingen van groepsreizen of zogenoemde aangepaste vakanties tot het organiseren van avontuurlijke vakanties of van zakelijke congressen. Voor sommigen dingen kunnen we prima aanhaken bij generieke protocollen die al in ontwikkeling zijn, zoals een algemeen kantoorprotocol. Voor andere reisbranche-specifieke situaties zullen we als sector zelf aan de slag moeten.” Radstake doet daarom een oproep: "ANVR-bedrijven die al een conceptprotocol hebben ontwikkeld en die met ons willen delen of bedrijven die mee willen denken over de ontwikkeling van protocollen, kunnen een mailtje sturen aan corona@anvr.nl. Dan kunnen we op korte termijn samen aan de slag.”
Doelstelling is protocollen op te stellen die de ANVR kan laten accorderen door het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De ANVR kan nog geen termijn geven wanneer de protocollen gereed zijn.
Club van Elf en NVD zijn klaar voor openstelling attractieparken en dierentuinen
De Club van Elf heeft samen met de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen een protocol voor dagattracties gemaakt. Ze zijn niet over 1 nacht ijs gegaan en hebben inspiratie gehaald uit bestaande protocollen voor winkels, supermarkten en zakelijke dienstverlening. Daarnaast hebben ze samengewerkt met HISWA-RECRON, heeft KHN meegekeken en hebben ze bij brancheverenigingen in Engeland en Duitsland hun licht opgestoken.
Dat heeft geresulteerd in zowel een protocol, als een uitgewerkte customer journey en een value case. Die value case is volgens directeur Kees Klesman essentieel: "We denken dat het voor het welzijn van Nederlanders goed is als de parken weer opengaan.” Daarbij wordt de veiligheid niet uit het oog verloren want voor dagattracties is veiligheid een core value van de business. "Wij zijn altijd al bezig zijn met veiligheid”, stelt Klesman. "Want als gasten zich niet veilig voelen kunnen ze niet genieten, ontspannen, leren of geïnspireerd raken.” De maatregelen die de parken nemen zijn in drie uitgangspunten te bundelen: 1,5 meter afstand tussen bezoekersgroepen, extra hygiëne en extra informatie.
De Club van Elf introduceert samen met de NVD in haar protocol de ‘sociale unit’. Dat zijn gezinnen, mensen die samen een huishouding voeren of samen in een relatie zijn. Zij mogen wel binnen 1,5 meter van elkaar verkeren. "In de wachtrijen op de parken gaan we voor elke sociale unit boxen aangeven waardoor ze van elkaar gescheiden zijn. Dat is anders dan bij supermarkten waar steeds per gezin één persoon naar binnen mag.”
Vooraf kaartje kopen en bezoekdag reserveren
Praktisch gezien is de belangrijke wijziging dat alle bezoekers vooraf een kaartje moeten kopen en een dag met eventueel een tijdslot moeten reserveren. "Je zal moeten reserveren omdat er beperkte capaciteit is”, licht Klesman deze maatregel toe. "Daarmee houden we het veilig met 1,5 meter afstand. Dat is niet anders dan in de rest van Nederland.” Parken kijken nu samen met keuringsinstantie TUV wat de mogelijkheden in rides zijn om ook daar aan die 1,5 meter te voldoen. "Want we gaan niet op rideveiligheid inleveren”, stelt Klesman resoluut. Maar die beperkte capaciteit is qua rentabiliteit wel een lastig puntje. Toch wil Klesman in dit stadium niet over geld en businessmodellen praten. "Voor ons staat ‘veilig samen uit’ boven alles. We zien ook dat de helft van het volume op drukkere dagen niet rendabel is. Later moeten we daar een oplossing voor vinden. Nu willen we Nederland een uitlaatklep bieden.”
Klesman verwacht niet dat er dinsdag al een beslissing is over attractieparken en dierentuinen. "Ik denk wel dat wij een van de eerste branches zijn die weer open mogen.” Dat optimisme stoelt op de overtuiging dat attractieparken en dierentuinen heel goed zijn in het managen van grote groepen bezoekers: "Het reguleren van bezoekersstromen, dat is ons vak, onze core business. Anders krijg je allemaal ongeorganiseerde massa’s mensen in de openbare ruimte.”
Museumvereniging dient protocol in voor heropening
De Museumvereniging heeft vorige week een eerste versie van een protocol ingediend voor heropening van musea. Dat laat woordvoerder Janneke Visser desgevraagd weten. Het protocol van de branchevereniging moet in een procedure worden getoetst door verschillende commissies. Pas als het door allen is goedgekeurd mag het worden gepubliceerd.
Bij het opstellen van het protocol stond de Museumvereniging voor verschillende uitdagingen. Visser: "Het protocol moest ook passen bij aan de musea gerelateerde sectoren, zoals transport, horeca en winkels.” Een andere uitdaging was de diversiteit aan musea: "Je hebt musea waar je zaken van een afstand moet bekijken, bijvoorbeeld schilderijen. Maar je hebt ook musea waarbij je zaken mag aanraken. Het protocol geeft richtlijnen die elk museum zelf moet uitwerken.” De laatste uitdaging is de diversiteit aan medewerkers: de musea in Nederland werken met circa 12.000 betaalde krachten en circa 28.000 onbetaalde krachten. Met name bij die laatste categorie – de vrijwilligers – valt een aanzienlijk deel binnen de risicogroep van kwetsbare ouderen.
Visser wil geen uitspraak doen over wat ze verwacht van de persconferentie dinsdagavond. "Dat is koffiedikkijken.” Ook een antwoord op de vraag of de musea uit de voeten kunnen met de anderhalvemetereconomie is lastig. "Daarvoor zijn de musea te verschillend in karakter. Voor musea met tijdsloten voor bezoekers zal reguleren van de aantallen in deze omstandigheden eenvoudiger zijn, maar nog niet alle musea beschikken daarover.”
De Museumvereniging houdt haar leden op de hoogte via de website, www.museumcontact.nl
De bottom-up benadering van Vekabo
Vekabo Plattelandsaccommodaties werkt voor de protocollen volledig bottum-up. "We hebben ook heel veel verschillende locaties van groepsaccommodaties, B&B’s, vakantiehuizen tot kleine campings. En dan hebben we ook nog verschillende typen op één bedrijf”, vertelt voorzitter Ellen Kok-Hendriks. "We halen de creativiteit op bij de ondernemers en vanuit die input gaan we aan de slag.” Vekabo zet in op basisregels die bedrijven zelf kunnen inregelen op hun bedrijf.
Op kleine campings kunnen gasten volgens Kok-Hendriks voldoende afstand houden van elkaar. Uitdaging is nog wel het sanitair: "Gelukkig hebben veel van onze leden de laatste jaren geïnvesteerd in nieuw en ruim opgezet sanitair. Daar kunnen we het afstandscriterium goed inregelen.” Bij het binnenkomen en verlaten van het sanitairgebouw moeten gasten in de visie van Vekabo rekening met elkaar houden. Daarvoor moeten bedrijven regels maken en ophangen. "Want je kunt er niet de hele dag als politieagent bij gaan staan en we kunnen ook niet de hele dag een schoonmaker wegzetten. Als het zo moet, gaan we niet open”, stelt Kok-Hendriks duidelijk. "Het moet rendabel zijn en passen bij wat een gast verwacht. Gasten zijn inmiddels gewend om afstand te houden en bepaalde dingen te accepteren maar het moet wel werkbaar blijven.”
Grote vraag is tot waar welke verantwoordelijkheid gaat: "Wij kunnen in onze accommodaties die 1,5 meter wel bieden, maar ervaart de consument dat ook? Is het bij de groepsaccommodaties voldoende dat je allemaal eigen sanitair en een eigen slaapkamer hebt en samen op 1,5 meter afstand zit in de gezamenlijke ruimtes?”
Kans voor binnenlands toerisme
Kok-Hendriks verwacht dat minister-president Rutte morgen zegt dat de vakantiebedrijven pas na de meivakantie open mogen. Maar het is volgens haar wel koffiedikkijken en ze hoopt voor haar leden/ondernemers natuurlijk dat ze in de meivakantie al de eerste gasten kunnen ontvangen. Over binnenlandse zomervakanties is ze wel positief: "Ik denk dat veel Nederlanders -als het al zou mogen- niet naar het buitenland durven te reizen. Dan denk ik dat onze bedrijven, als ze niet omgevallen zijn, de meest veilige bedrijven zijn om op vakantie te gaan. Maar dan moeten ze wel mogelijkheden krijgen om open te gaan.”
Geen generiek protocol voor de buitensport
VVV’s beslissen lokaal over openstelling
HISWA-RECRON heeft ‘Intelligente Weg Terug protocol’
- Veilige omgeving bieden voor alle medewerkers en gasten
- Het bieden van een gezond recreatief verblijf
- Naleven van de 1,5 meter maatregen
- Er is géén sprake van rechtstreeks fysiek contact tussen gast en medewerker.
- Aanvullende hygiëne maatregelen
- Beheersen bezoekersstroom naar watersport- en recreatiebedrijven toe
- Beheersen van de bewegingen van gasten op de watersport- en recreatiebedrijven
- Veiligheid en hygiëne voor medewerkers
- Veiligheid en hygiëne voor gasten
- Regels voor de individuele gast
Protocollen voor heropening poppodia en festivals nog ver weg
Schans doelt bij die randvoorwaarden onder andere erop dat het Rijk nu al moet aangeven dat evenementen tot 1 september 2020 niet meer gehouden mogen worden. Nu is die termijn nog 1 juni. "Wanneer het Rijk die stap zou nemen, kunnen de organisatoren zich beroepen op overmacht richting verzekering en richting partijen waarbij ze verplichtingen hebben.” Schans zou ook graag zien dat het Rijk zich garant zou stellen voor de voucherregeling van de VNPF: "Bij de reisbranche doet de SGR dat. Wij hebben iets dergelijks nog niet. Het zou mooi zijn als het Rijk dat deed. Ook zou het mooi zijn als het Rijk ook voor deze branche een ruime compensatieregeling zou optuigen. Nu profiteert vooral de sector die het het minste nodig heeft van de extra cultuurgelden van 300 miljoen. Namelijk grote instellingen die vaak al veel subsidie krijgen en die veel mensen in vaste dienst hebben, waardoor ze ook van de 90%-regeling kunnen profiteren. Onze sector daarentegen werkt met krappe begrotingen, krijgt amper subsidie en werkt met veel minder mensen.”
Los van die randvoorwaarden wordt het volgens Schans sowieso een heidens, zo niet onmogelijk, karwei om nog concerten te organiseren. "In de anderhalvemetereconomie betekent het namelijk dat je bij concerten negen vierkante meter per persoon moet reserveren en met dat uitgangspunt krijg je zo weinig bezoekers dat je geen rendabel concert kunt organiseren. Niet voor de organisatoren, die het van de horeca-inkomsten moeten hebben – normaal gesproken zo’n 23% van de inkomsten – en niet voor de artiesten, die het van de tickets – gemiddeld 36% van de inkomsten – moeten hebben.”
Schans stelt ironisch vast dat het voor het podiumdeel van zijn sector goedkoper is om dicht te blijven. "Zo lang we dat niet doen blijven namelijk vaste kosten zoals verwarming, beveiliging en personeel doorlopen.” Ondertussen hangt ook het geld terugvragen voor kaarten voor afgelaste concerten als zwaard van Damocles boven het hoofd van de branche. Gelukkig doet niet iedereen dat, aldus Schans: "Het valt me op dat vooral mensen die vaak naar concerten gaan het niet doen, uit solidariteit met de sector. Mensen daarentegen die vaak maar een keer per jaar gaan, doen het juist wel.”