Sectorspecifieke maatregelen moeten evenementenbranche overeind houden
Willem Westermann van de Vereniging van Evenementenmakers (VVEM) heeft een enorm hectische dag achter de rug nadat premier Rutte aankondigde dat dat er tot (minstens) 1 september geen vergunnings- of meldplichtige evenementen mogen plaatsvinden.
Volgens Westerman een harde boodschap voor alle leden van de VVEM, hun vak- en branchegenoten en zeker ook de miljoenen bezoekers die deze zomer mooie evenementen hadden willen bezoeken. Helaas zorgde de aankondiging ook voor veel onduidelijkheid en chaos: "Het is namelijk onduidelijk over welke vergunningen het precies gaat. Want Ahoy heeft een doorlopende vergunning maar is een typische evenementenlocatie, ook bedoeld om hieronder te vallen, behalve dat ze er niet onder vallen. We stellen nu alweer de eerste vragen om duiding te krijgen. In feite zie je dat er door de rijksoverheid een kader wordt geschapen dat wordt ingevuld door verordeningen van de veiligheidsregio’s. Helaas zagen we al eerder dat de aanwijzing van het rijk en de invulling daarvan door de veiligheidsregio’s niet synchroon lopen.”
"Verwarring over besluit regering"
Ook Berend Schans, directeur van de Vereniging Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) heeft gemengde gevoelens over de uitkomsten van de persconferentie van het kabinet van 21 april. Daarbij werd onder meer vermeld dat het verbod op evenementen verlengd wordt van 1 juni tot 1 september. Schans: "Voor festivals zijn we blij dat er duidelijkheid is geschapen. Maar het is blijdschap met een galbittere bijsmaak.”
Voor podia heeft de overheid wel weer wat verwarring gesticht, aldus Schans: "Waar komt de datum 19 mei vandaan? En wat betekent deze? Wij verwachten niet dat podia na 19 mei in een 1,5 meter economie rendabel te exploiteren zijn. Een dicht podium is goedkoper dan een podium dat kleine, onder streng 1,5 meter regime, georganiseerde programma’s presenteert. Daarnaast zou je ook kunnen zeggen dat de veiligheidsregio’s, die hier uiteindelijk over gaan, deze soort bijeenkomsten al tot 1juni 2020 verboden had. Wat is nu waar? Volgende week komen de nieuwe noodverordeningen dan zullen we het echt weten.”
"Bedrijven zijn lang uitgeschakeld"
Westermann maakt zich ondertussen grote zorgen om de toekomst van de bedrijven: "We zijn lang uitgeschakeld en het is de vraag hoe lang de bedrijven dit uit kunnen houden.” Ondanks de steunmaatregelen verwacht hij dat er faillissementen gaan vallen en een deel van de bedrijven uit de sector stapt. Daarmee dreigen zo’n 48 duizend banen verloren te gaan en verdampt over 2020 vier miljard euro aan omzet. "Op dit moment is de begeistering die je moet hebben om dit leuk te blijven vinden voor veel mensen best wel lastig.”
De VVEM hoopt dat veel consumenten hun tickets houden of inruilen voor een voucher. Westermann: "Daarmee hopen we dat het geld in de sector blijft in plaats van dat het eruit getrokken wordt.” Maar bedrijven moeten zich in zijn optiek vooral niet rijk rekenen: "Een van de hele lastige punten is dat je met de omzet van dit jaar je bedrijf door de winter haalt, terwijl je ook nog de prestatie ervoor moet leveren. Daarbovenop komt nog eens dat heel veel shows niet uitverkocht zijn en we dus helemaal niet zoveel geld hebben.”
"Wie gaan het halen en wie niet?"
Schans is blij dat dit deel van de sector voor een groot deel kan stoppen met onnodige kosten maken de balans kan worden opgemaakt: "Er zal gekeken kunnen worden wie het gaan halen en hoe en wie niet. Wat in ieder geval moet gebeuren is dat de NOW-regeling verlengd moet worden zolang deze lockdown duurt. En dat is een langere periode dan de aangekondigde twee maal drie maanden.”
De huidige maatregelen voor de branche en de beschikbare overheidsregelingen voor de in deze branche opererende bedrijven bieden volgens Westermann niet voldoende ondersteuning om deze bedrijfstak overeind te houden. "We moeten toe naar een zo snel mogelijk uitdoven van de generieke maatregelen want die kosten te veel geld omdat veel te veel bedrijven daar beslag op leggen. We werken toe naar sectorspecifieke maatregelen zoals de landbouw die vorige week kreeg. Daar is alle reden voor want als evenementenbranche zijn we langer uitgeschakeld dan andere branches. Daarnaast hebben we collectief van nature meer last van seizoenseffecten. Ook kunnen we wegens de lange voorbereidingstijd en organisatie minder snel schakelen wanneer we weer een ‘go’ krijgen. Allerlei redenen derhalve dat het omzetverlies met meer dan de ‘gewone’ regelingen gecompenseerd moet gaan worden.”