Succesvolle Living Labs
27 labs doorgelicht
Veel onderwijsinstellingen participeren tegenwoordig, samen met het werkveld en de overheid in zogenaamde living labs. In deze labs werken studenten, veelal onder begeleiding van een docent of coach, aan echte opdrachten vanuit het werkveld. Het doel van deze living labs is meerledig: bedrijven komen tot productinnovaties, studenten leren het werkveld kennen, er wordt van elkaar geleerd door gezamenlijke kennisagenda’s en de regio wordt versterkt doordat er wordt gewerkt aan actuele regionale thema’s. Maar hoe zet je een living lab op en wat zijn nu de do’s en don’ts? Onderzoekers van CELTH namen 27 living labs onder de loep en kwamen tot mooie bevindingen. Ton Vermeulen van NRIT sprak met onderzoekers Martin Groters van NHL Stenden en Kalina Mikolajczak-Degrauwe van Hogeschool Zeeland.
Hoe is dit onderzoek tot stand gekomen?
Martin: "Living labs zijn best populair.We zien dat bijna alle hogescholen living labs hebben. Maar er is weinig kennis hoe je living labs goed kunt ontwikkelen zodat ze een vaste waarde in regionale ontwikkeling worden en geen eendagsvliegen of projectbureau’s.”
Een living lab is dus geen projectbureau van een hogeschool. Wat is een living lab dan wel?
Martin: "Ik zie een living lab als een structuur waar stakeholders uit de triple helix, onderwijs, overheid en ondernemers samenwerken aan innovaties. Het is belangrijk dat die innovatiebehoefte vanuit het bedrijfsleven komt want dat is de essentie van living labs; werken aan echte vragen vanuit het werkveld.”
Waarom is het voor het onderwijs belangrijk om bij living labs betrokken te zijn?
Martin: "Enerzijds om studenten echt met de voeten in de klei te zetten. Dat ze niet alleen maar hoorcolleges krijgen van een docent die alles beter schijnt te weten maar in de praktijk aan de slag gaan met echte vraagstukken. Zo leren ze het werkveld beter kennen en de thema’s die regionaal spelen. Anderzijds moeten we niet vergeten dat studenten met een hele andere blik naar uitdagingen kijken. Dat is voor alle stakeholders in het living lab heel waardevol.”
Waarom zou je voor het aanjagen van innovatie voor een living lab kiezen. Je kunt toch ook een aantal deskundigen inhuren?
Martin: "Continuïteit en steeds weer verder bouwen op eerdere ideeën is bij innovatie heel erg belangrijk. Je kunt wel deskundigen bij elkaar zetten maar na het project gaat iedereen weer weg en is de opgedane kennis en ervaring ook weer verdwenen. Een living lab is niet bedoeld voor een eenmalig vraagstuk. Een living lab is in feite een lerend netwerk doordat ze aan bepaalde thema’s blijven werken. Goede living labs hebben een kennisagenda waaraan je in het lab gaat werken met studenten, ondernemers en beleidsmakers.” Kalina: "Een woord dat heel erg bij living labs hoort is sustainability. Innovaties duren echt wel een lange periode. In een living lab hebben alle partijen hun eigen toegevoegde waarde. Samen leren ze van elkaar en versterken ze elkaar.” Martin: "Het is ook mooi om te zien dat veel living labs multidisciplinair zijn samengesteld. Niet alleen met toerisme- en leisurestudenten maar ook met studenten vanuit bijvoorbeeld een technische opleiding. Vanuit die verschillende disciplines kijken ze naar innovatie en werken samen aan oplossingen. Die crossovers zijn heel belangrijk want juist op die grenzen, waar het een beetje wringt, vinden innovaties plaats.”
Waarom zou je als ondernemer of overheid energie steken in een living lab?
Martin: "Deelnemen aan een living lab heeft voor iedereen voordelen. Ondernemers komen in aanraking met innovaties waar deze misschien helemaal niet aan denken. Voor overheden kan innovatie de leegloop van sommige gebieden positief beïnvloeden doordat studenten kennis maken met regionale thema’s.”
Hoe start je een living lab?
Kalina: "Uit ons onderzoek blijkt dat het initiatief vaak door één partij wordt genomen. Ze hebben een idee en willen andere partijen daarbij betrekken. Uit het onderzoek blijkt overigens wel dat een living lab vaak start vanuit het onderwijs. We zien dat hoe langer een living lab actief is, hoe meer partijen erbij zijn betrokken. Het is wel belangrijk dat er steeds nieuwe projecten komen.”
Moet een living lab een rechtspersoon zijn?
Martin: "Een aparte rechtspersoon is niet nodig. Het is wel belangrijk dat je een facilitator hebt die de partijen bij elkaar brengt en houdt. Bij NHL Stenden hebben we in elke opleiding een contactpersoon. Die overleggen regelmatig met elkaar over de aanstaande opdrachten en welke opleidingen en studentengroepen daarbij het beste passen.”
Wat moeten onderwijsinstellingen doen om living labs beter te laten werken?
Martin: "We zien dat living labs niet heel erg goed passen bij dichtgetimmerde vaststaande onderwijsprogramma’s. Je moet vanuit het onderwijs echt een beetje wijde blik hebben, flexibel en open minded zijn om te zorgen dat het in je programma past.”
Wat maakt een living lab tot een succes?
Kalina: "Om die vraag te beantwoorden moesten we allereerst een methode ontwikkelen om het succes van living labs te meten. We hebben succes gemeten op basis van drie factoren rond de tevredenheid over de samenwerking, de tevredenheid met de resultaten en de feitelijke resultaten. Daarbij onderscheiden we diverse kennisproducten, duurzame regionale ontwikkelingen en persoonlijke ontwikkeling. Daarmee meten we het succes van de living labs.”
En wat zijn dan de succesfactoren?
Kalina: "De belangrijkste succesfactor is debetrokkenheidvan de stakeholders bij het living lab. Dat mensen echt hun best willen doen om het living lab tot een succes te brengen. Daarnaast speelt departicipatievan de deelnemers een heel belangrijke rol.”
Kun je die succesfactoren wat concreter maken?
Kalina: "Uit de correlatieanalyse blijkt dat waardecreatie voor alle stakeholders, de mate van betrokkenheid van eindgebruiker, gebruik maken van diversiteit, combineren van werken en leren, het creëren van een (professionele) organisatie, afstemming met de omgeving en de creatie van een leergemeenschap allemaal positief gerelateerd zijn aan het succes van een living lab. Verder blijken gezamenlijke kennisagenda en het aantal betrokken studenten en docenten ook van belang te zijn voor het succes van het living lab.”
Is jullie nog iets bijzonders opgevallen?
Kalina: "Het viel ons op dat maar weinig living labs de resultaten echt testen met de eindgebruiker. Dat is belangrijk want dan wordt innovatie een doorlopend proces waarbij je steeds na een testfase je innovatie verder brengt.”
Wat moet je vooral niet doen met een living lab?
Kalina: "De faalfactoren zijn feitelijk het omgekeerde van de succesfactoren. Een gebrek aan betrokkenheid en participatie. Dan gaat het niet lukken. Een hele belangrijke factor is ook een stabiele financiering.” Martin: "Heel veel mensen vinden een lerend netwerk heel belangrijk. Dat je een gezamenlijke kennisagenda hebt voor de regio, dat er continuïteit is en dat je voortborduurt op wat er al is. Allemaal heel belangrijk maar het gebeurt nauwelijks.” Kalina: "We zien ook te weinig partnerbijeenkomsten. Samenwerken is een hele belangrijke succesfactor maar we zien dat ze feitelijk te weinig afspreken. Ze zien elkaar nauwelijks en dat is jammer.” Martin: "Je moet een living lab ook niet als een projectbureau zien. Met een vraag van een ondernemer , gaan we aan de slag in het living lab. De start is wel een vraag van een ondernemer maar die moet ook zijn rol pakken en met de studenten aan de slag gaan. Dat het samen gebeurt. Iedereen moet ervan leren. Daarom is die betrokkenheid ook zo belangrijk.”
Hoe zou je meer living labs kunnen krijgen om de innovatie in de sector te versnellen?
Martin: "Ik denk dat bij ondernemers(groepen) en overheden het belang van living labs om innovaties aan te jagen nog te onbekend is. Daarnaast denk ik dat in onze sector het besef dat je moet innoveren om op langere termijn te overleven, nog te laag is. De meeste ondernemers zijn niet zo creatief bezig en vooral druk met de exploitatie. In het onderwijs is design based learning juist het nieuwe normaal. In Friesland speelt het Toerisme Collectief Friesland daar een belangrijke rol. Daar is toen veel geld beschikbaar gekomen om living labs op te starten en loopt het nog steeds.”
Wie is aan zet?
Martin: "Dat ligt niet bij één partij. Het zou mooi zijn als door verschillende partijen de noodzaak tot innovatie wordt ingezien. Als brancheorganisaties of een groep ondernemers die willen innoveren het belang daarvan inzien, gaat het balletje rollen.”
Hebben sommige uitkomsten je nog verrast?
Kalina: "Dat er heel weinig wordt geëvalueerd. De bedoeling van een living lab is de eindgebruikers zoveel als mogelijk bij een living lab te betrekken maar er is nauwelijks feedback van de eindgebruiker. En dat terwijl evalueren een belangrijke succesfactor is.”
Martin: "We krijgen ook weinig terug van de opdrachtgever. Wat heeft hij of zij met het innovatievoorstel gedaan?”
Is een leider van een living lab belangrijk?
Kalina: "We dachten dat het management van het living lab ook een belangrijke succesfactor zou zijn, maar dat zien we nauwelijks terug in de resultaten. Dat betekent niet dat een leidende rol van een van de partners niet belangrijk is maar samen komen, elkaar dikwijls zien en evalueren is veel belangrijker.” Martin: "Een convener is veel belangrijker. Iemand die veel belangen kan overstijgen, de kennisagenda kent, partijen erbij betrekt, mensen coacht en die concrete dingen organiseert.”
Is concurrentie tussen ondernemers niet heel erg lastig. Ik kan me voorstellen dat ze hun innovatie niet met de concurrentie willen delen.
Martin: "Het is belangrijk om vooraf duidelijk te stellen dat je een open communicatie gaat voeren. Open communicatie is heel erg belangrijk zodat mensen ook weer van elkaar kunnen leren. Je moet als ondernemer niet heel erg bang zijn om jouw innovatie ook met andere mensen te delen. Dat is wel een bepaald spanningsveld want dat vinden ondernemers best wel eng.”
Wat bevelen jullie living labs aan?
Kalina: "Om de betrokkenheid te versterken is het belangrijk elkaar op regelmatige basis te zien en met elkaar te spreken. Daarnaast is het belangrijk om voor iedere partner toegevoegde waarde te creëren. Verder is het belangrijk dat de eindgebruiker vanaf het begin bij het project wordt betrokken zodat je systematisch feedback krijgt. Vanuit het onderwijs moeten zowel studenten als docenten worden betrokken. Dat is zowel belangrijk voor de ontwikkeling van het onderwijs als de persoonlijke ontwikkeling van de studenten en docenten.” Martin: "Het is ook van belang dat je een gezamenlijke kennisagenda opstelt. Dat geeft ook houvast. Anders krijg je los-zand-innovaties. Het moet op elkaar afgestemd zijn.” Kalina: "De meest succesvolle living labs zijn multi-disciplinair en multi-level. MBO- en HBO-niveau kunnen heel goed samenwerken aan bepaalde projecten en studenten uit andere sectoren kunnen een mind-change teweegbrengen. Durf over je eigen grenzen heen te kijken is de beste tip die ik living labs kan meegeven.”