Commissie kiest vijf Nationale Parken Nieuwe Stijl
Afbeelding van Rene Hoegee via Pixabay
De voorgedragen gebieden zijn het Waddengebied, de Hollandse vastelandsduinen, van Den Helder tot Hoek van Holland, de Zuidwestelijke Delta, vanaf de Biesbosch tot en met de zone voor de kust van Zeeland, de Veluwe, met de overgangen naar de Rijn, de IJssel en de randmeren; de IJsseldelta en Weerribben-Wieden, met overgangen naar het Drents Plateau.
Nieuwe naam
Naar de mening van de commissie is juist de unieke combinatie van de oorspronkelijke deltanatuur en door de mens gevormde landschappen in Nederland van grote internationale betekenis. Om verwarring met de 21 Nationale Parken te voorkomen stelt de commissie voor om deze gebieden Nationale Landschapsparken ten gaan noemen.
Op verzoek van Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft de Commissie Verkenning Nationale Parken onderzocht welke gebieden in Nederland internationaal onderscheidend zijn op het vlak van natuur, landschap en cultuurhistorie. Met dit advies willen Staatsbosbeheer en de RCE een bijdrage leveren aan de realisatie van de Nationale Parken Nieuwe Stijl. Zij kunnen in potentie voldoen aan de criteria van UNESCO Werelderfgoed.
Bijdragen aan nationale opgaven
Elk Nationaal Park van Wereldklasse heeft andere mogelijkheden om een bijdrage te kunnen leveren aan de nationale opgaven. In algemene zin is de commissie van mening dat de Nationale Parken van Wereldklasse vanwege hun omvang en vanwege het overwegend groene karakter kunnen fungeren als proeftuinen om nu en in de toekomst oplossingen te bieden voor nationale opgaven. Door hun grote landschappelijke schaal herbergen de Nationale Parken van Wereldklasse bijvoorbeeld zeker een potentieel om een rol te spelen in het klimaatbestendig maken van ons land, door middel van natuurlijke klimaatbuffering en waterberging. Omdat de geselecteerde parken zo groot zijn en omdat zij de Nederlandse topnatuur, -landschap en -cultureel erfgoed herbergen, kan bovendien met gerichte maatregelen de biodiversiteit blijvend worden verbeterd en kunnen natuur, landschap en duurzame bedrijvigheid samengaan.
Als het gaat om het terugdringen van broeikasgassen in de atmosfeer zal de bijdrage van de Nationale Parken van Wereldklasse weliswaar beperkt zijn. Zij kunnen wel een voorbeeldfunctie vervullen voor het grondwaterbeheer en experimenten met natte teelten op veengronden, gericht op reductie van de CO2-uitstoot, en voor zorgvuldige bosuitbreiding. Eenzelfde voorbeeldfunctie kunnen ze vervullen voor het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen voor de landbouw, zoals kringlooplandbouw, die bijdragen aan de reductie van stikstofuitstoot en het stimuleren van een circulaire economie. Tenslotte kunnen de Nationale Parken van Wereldklasse in ons steeds voller rakend land met een ouder wordende bevolking, bijdragen aan een betere volksgezondheid en de inspiratiebron worden voor meer groen op andere plekken buiten de gebieden.
Rijk moet de regie nemen
De commissie meent dat het absoluut de moeite waard is om alle zeilen bij te zetten om de Nationale Parken van Wereldklasse in ons land te helpen realiseren. Om dit doel te bereiken moet dan wel de wil, koersvastheid en een lange adem aanwezig zijn. Regie van het Rijk is daarvoor naar onze mening onmisbaar. Bij deze parken gaat het immers niet alleen over de geschiedenis van ons land, maar ook om grote nationale opgaven het hoofd te kunnen bieden.
Trefwoorden: beleid, natuur, nationale parken