De reacties en eisen van de brancheorganisaties op de verlengde lockdown
Met een verlengde lockdown tot en met 9 februari was het gisterenavond een teleurstellende persconferentie met een niet heel verrassende uitslag. Lichtpuntje was de aankondiging voor een uitgebreider steunpakket voor getroffen bedrijven. Daarover volgen volgende week mededelingen. ANVR was onaangenaam getroffen door een langere lockdown van de reissector tot eind maart en KHN wil dat er snel duidelijkheid komt voor de steun aan getroffen bedrijven waarvan er sommigen al 11 maanden dicht moeten. En de evenementensector moet een bittere pil slikken nu de testevenementen vanwege de Engelse variant van het virus niet door kunnen gaan.
ANVR: Waarom moeten wij als enige sector langer op slot?
Reisbrancheorganisatie ANVR heeft begrip voor de situatie dat de huidige lockdown moet worden verlengd om het oplopende aantal besmettingen de baas te blijven, maar de reissector heeft er totaal géén begrip voor dat zij als enige sector ‘op slot’ staat tot eind maart. De reissector pleit ervoor daarin gelijk op te lopen met andere sectoren, en is ook benieuwd naar de aanvullende maatregelen die tegemoet komen aan àlle geledingen binnen de reissector; zelfstandige reisagent, reisbureaus en reisorganisaties, zowel groot als klein.
Volgens ANVR is de reissector wel het zwaarst getroffen aangezien bedrijven al sinds maart 2020, zo’n 46 weken praktisch volledig stil ligt en nog 10 weken te gaan heeft tot eind maart, als het niet nog langer wordt. Ondanks dat de reisbranche wel wat gewend is, is dit zelfs voor de meest creatieve ondernemer geen ‘uitdaging’ meer te noemen. "Wij vragen het kabinet om passende steunmaatregelen die ons helpen de periode naar het begin van herstel te overbruggen”, aldus Frank Oostdam, voorzitter ANVR. Hij vult aan: "Ondanks dat mensen ontzettend toe zijn aan vakantie en velen zich oriënteren voor ‘als het weer kan’, is het aantal boekingen minimaal. Het kabinet heeft nu besloten dat er niet gereisd mag worden tot eind maart in plaats van half maart, waarbij we er vanuit gaan dat het niet-boeken bedoeld is voor reizen in die periode. Net als andere branches hebben ook wij te maken met enorme kosten; voor het annuleren en repatriëren van vele tien- en tienduizenden reizen. Wij gaan er dan ook vanuit dat wij in aanmerking komen voor de aanvullende maatregelen en compensatie van annuleringen en repatriëringen."
Fieldlab: Teleurgesteld dat testevenementen voorlopig niet doorgaan
Riemer Rijpkema reageerde namens het Fieldlab teleurgesteld op de aankondiging dat de aangekondigde testevenementen in januari geen doorgang kunnen vinden. Minister de Jonge schrijft daarover aan de Tweede Kamer: "Met de huidige onzekerheid rondom de VK-variant en de nog grote aantallen besmettingen op dit moment en situatie van lockdown, acht het OMT de risico’s te groot om de geplande pilots al vanaf 22 januari plaats te laten vinden. Daarnaast zou er een probleem met de beeldvorming kunnen ontstaan wanneer in een lockdown de scholen en kinderopvang gesloten blijven, terwijl er wel pilots gaan plaatsvinden met toeschouwers bij voetbalwedstrijden en theatervoorstellingen. Het OMT zal op een later maar zo spoedig mogelijk tijdstip het advies herzien en aangeven in welke fase(n) van de pandemie het risico aanvaardbaar lijkt om de pilots wel doorgang te laten hebben.” Het Fieldlab had vier evenementen willen organiseren: een theatervoorstelling van Guido Weijers in het Beatrix Theater in Utrecht, een zakelijk congres in de Jaarbeurs te Utrecht en competitiewedstrijden van N.E.C. thuis en Almere City FC thuis. Volgens het Fieldlab kunnen de testevenementen ook met de Engelse variant veilig plaatsvinden.
Klein lichtpuntje is wel dat het kabinet de mogelijkheden verkent om met het testen van bezoekers, na de lockdown, meer sociale activiteiten mogelijk te maken. Met een geldig bewijs van een negatief testresultaat zou je bijvoorbeeld veilig naar een restaurant of evenement kunnen. Het kabinet wacht een advies van de Commissie Ethiek en Recht van de Gezondheidsraad af alvorens een definitief standpunt in te nemen.
KHN: Snel duidelijkheid over aanvullend steunpakket
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) vindt het kwalijk dat er nu nog steeds geen duidelijkheid is over het aanvullende steunpakket. De horeca is nu bij elkaar zes maanden dicht, Clubs & Nightlife-bedrijven moeten al bijna 11 maanden hun deuren gesloten houden. Ook cateraars zijn feitelijk al zo lang ‘gesloten’, omdat er simpelweg niets mogelijk is. Een verruiming van het steunpakket met een verbetering van de NOW, de TVL-subsidie en een tegemoetkoming voor starters is dan ook het laatste redmiddel om te voorkomen dat onze horecaondernemers omvallen. Dat plan wordt nu door de verantwoordelijke ministers uitgewerkt.
KHN voorzitter Robèr Willemsen: "De horeca heeft binnen een periode van nog geen 11 maanden nu al te maken met minimaal zes maanden sluiting. De overheidssteun is welkom én nodig, maar écht onvoldoende. De mensen in de horeca, ondernemers, medewerkers en hun gezinnen hebben bij ons een gezicht. Zij staan in de kou en dat is vreselijk! We zien hun angsten, zorgen en hun dromen vervliegen. Aanvullende financiële steun is cruciaal, al is de schade niet alleen in geld uit te drukken.”
Extra steun is volgens KHN noodzakelijk en het minste wat het kabinet nu moet doen. Als de horeca (zonder goede onderbouwing) opgeofferd lijkt te worden voor de volksgezondheid, dan moet de overheid ook de portemonnee trekken. De horeca vervult immers een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie. Die extra steun is hard nodig omdat de huidige maatregelen bij lange na niet alle doorlopende kosten dekken.
De drie belangrijkste aanpassingen volgens KHN voor een verbeterd steunpakket zijn:
- Geen afbouw van de NOW: De NOW-vergoeding moet naar 100% worden gebracht.
- De TVL-vergoeding op de normpercentages moet omhoog, zonder maximumbedrag en moet beschikbaar worden gemaakt voor meer grotere bedrijven en groepen bedrijven.
- Starters verdienen een eigen steunregeling. Deze kan bijvoorbeeld worden gebaseerd op het omzetverlies Q4 en verder af te zetten tegen de loonaangifte Q3 en de btw-aangifte Q3. Ook kan worden gedacht aan het toepassen van omzet en loongegevens van de rechtsvoorganger bij een bedrijfsovername.