Ryanair moet compensatievorderingen toch betalen
Goed nieuws voor claimorganisaties. Het gerechtshof in Den Bosch heeft geoordeeld dat claims op luchtvaartmaatschappijen die door claimorganisaties worden ingediend, moeten worden betaald.
Het gaat om claims die door consumenten worden overgedragen aan claimorganisaties die ze vervolgens bij de luchtvaartmaatschappijen int. Eerder bepaalde de rechtbank nog dat de luchtvaartmaatschappij niet aan de claimorganisatie hoefde te betalen.
Achtergrond van de zaak
In september 2017 kwam een vlucht van Ryanair met meer dan 3 uur vertraging aan in Eindhoven. De vertraging was veroorzaakt door een kapotte boordradio. 4 passagiers droegen naar aanleiding van die vertraging hun compensatievorderingen van in totaal 1.600 euro over aan Claimingo, een bedrijf dat claims int bij Ryanair. Claimingo heeft de afgesproken vergoeding al betaald aan de passagiers, maar nooit het geld gekregen van Ryanair.
Ryanair vindt dat zij de vorderingen van Claimingo niet hoeft te betalen vanwege 2 redenen. In de voorwaarden van Ryanair staat dat vorderingen niet kunnen worden overgedragen aan derden, in dit geval Claimingo, het bedrijf dat de claims heeft geïnd namens de passagiers. Dat wordt ook wel een cessieverbod genoemd. Daarnaast vindt Ryanair dat een kapotte boordradio een zogenoemde ‘buitengewone omstandigheid’ is en daarom geen reden vormt voor compensatie.
Oordeel van de rechtbank
De kantonrechter wees de vordering van Claimingo af. De rechtbank oordeelde dat de passagiers ook zelf hun vordering hadden kunnen indienen bij Ryanair. Maar omdat het overdragen van hun vordering aan Claimingo in strijd was met het cessieverbod, hoefde Ryanair de vorderingen in ieder geval niet te betalen aan het bedrijf.
Oordeel van het hof
Het hof oordeelt nu anders. Het hof vindt dat het cessieverbod in dit geval nietig is. Het verbod is een ontoelaatbare beperking van de aanspraak op compensatie. Het maakt daarbij niet uit dat het bedrijf dat de vorderingen heeft ingediend zelf geen consument is. Daarnaast is het uitvallen van een van de boordradio’s volgens het Europese recht geen bijzondere omstandigheid. Ook hoefde het vliegtuig niet over álle aan boord aanwezige boordradio’s te beschikken. In hoger beroep heeft Ryanair dit ook niet betwist.
De uitspraak van het hof heeft tot gevolg dat Ryanair alsnog de ingediende vorderingen met een totaalbedrag van 1.600 euro aan het bedrijf moet betalen. Daarnaast draait de luchtvaartmaatschappij ook op voor de gemaakte proceskosten en incassokosten.