Wonen op een vakantiepark met huurtoeslag
Een bijzondere situatie: tijdelijke bewoners van recreatieparken kunnen huurtoeslag aanvragen. Tenminste, wanneer door de gemeente tijdelijke bewoning wordt toegestaan of gedoogd. Dat meldt Vitale Vakantieparken in haar nieuwsbrief.
Door een wetswijziging in 2016 hadden huurders van een recreatiewoning geen recht op huurtoeslag. Daar heeft in 2019 de Raad van State een uitzondering op gemaakt. Belangrijk criterium is of de gemeente de woning niet meer aanmerkt vals een recreatieve woning in het kader van een ‘vakantiebestedingsbedrijf’. Het moet bovendien om huisjes gaan en niet om verplaatsbare accommodaties.
De Belastingdienst gaat bij toekenning van huurtoeslag uit van een lijst met recreatieparken waar de bestemming is gewijzigd of permanente bewoning door de gemeente wordt gedoogd. Als een park niet op de lijst staat kan de burger met een gedoogbeschikking, bestemmingsplan of omgevingsvergunning toch huurtoeslag aanvragen.
Voor Belastingdienst/Toeslagen is voor woningen op een recreatiepark van belang of daar van de gemeente permanent gewoond mag worden. Wanneer een recreatiepark een recreatiebestemming heeft in het bestemmingsplan geldt daar een verbod op permanente bewoning (ook tijdelijke bewoning is permanente bewoning in die optiek). Wanneer er geen verbod is op permanente bewoning, zo geeft de Raad van State aan, is er geen recreatiewoning en is de onthouding van de huurtoeslag om die reden niet mogelijk. Gedogen kan individueel zijn (bewoner/perceel) of voor het hele park. In die situaties zal Belastingdienst/Toeslagen huurtoeslag toekennen. Tenzij de recreatiewoning een roerende zaak betreft (stacaravan).
Vitale Vakantieparken heeft een beknopte en heldere brochure gepubliceerd over de (on)mogelijkheden van huurtoeslag voor tijdelijke bewoners van vakantiewoningen.