Hoe lost de sector leisure het personeelstekort op?
Manage op welzijn om uit het personeelstekort te komen.
Over de hele linie kan de leisuresector zijn aantrekkingskracht vergroten door het welzijn van werknemers te verhogen. Zo is op het gebied van persoonlijke ontwikkeling, de werk-privébalans en veiligheid veel winst te behalen. Dat schrijft ABN AMRO in haar Sectorale Welzijnsmonitor.
Tijdens de pandemie en lockdowns zochten horecamedewerkers hun inkomsten in een andere sector, zoals bij de GGD, en het is de vraag in hoeverre zij terugkeren. Angst dat potentieel personeel voor een andere sector kiest, leeft onder 44 procent van de ondernemers in de horeca en bij ruim één op de vijf bedrijven in de cultuur-, sport- en recreatiesector.
In de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO wordt het welzijn van werknemers per sector gemeten op basis van tientallen variabelen in zeven categorieën: persoonlijke ontwikkeling, gelijke kansen, gezondheid, veiligheid, economie, klimaat en werkprivébalans. Juist nu de sector weer staat te springen om personeel en het personeel tijdens de coronacrisis andere mogelijkheden heeft ervaren, is het interessant om te kijken waar de sector leisure in de Welzijnsmonitor goed en juist minder goed op scoort.
Waar scoort de sector relatief goed?
Op een aantal vlakken scoort de leisuresector beter dan het gemiddelde van alle sectoren. Zo hebben werknemers in zowel de horeca als in de cultuur, sport en recreatie relatief weinig burn-out gerelateerde klachten. Het ziekteverzuimpercentage ligt in de sector leisure met 3 procent relatief laag, waar dit voor het totale bedrijfsleven vorig jaar op ruim 4 procent ligt.
Bovendien scoort de sector leisure op de hoofdcategorie ‘gelijke kansen’ relatief goed ten opzichte van andere sectoren. Dat komt bijvoorbeeld omdat de ‘gender pay gap’, het procentuele verschil in uurloon tussen vrouwen en mannen, relatief laag ligt. Dat is opvallend, omdat dit verschil in de cultuur, sport en recreatie juist relatief groot is. Hier verdienen vrouwelijke collega’s bijna een vijfde minder dan hun mannelijke collega’s. Dit wordt echter goedgemaakt door de horeca, dat zwaarder wordt meegewogen dan de andere branches en waar vrouwen per uur inmiddels ‘slechts’ 10 procent minder krijgen dan mannen. Bovendien is dit verschil, net als in andere bedrijfstakken, de afgelopen jaren gedaald.
Waar scoort de leisure lager dan gemiddeld?
Op meerdere categorieën en variabelen scoort de leisuresector echter minder goed dan andere sectoren. Dit geldt onder meer voor de categorie ‘persoonlijke ontwikkeling’. Zo neemt bijvoorbeeld een relatief klein deel van de werknemers in de leisure deel aan opleidingen en zij worden door hun leidinggevenden ook relatief beperkt gestimuleerd om hun vaardigheden te ontwikkelen. Ook kunnen werknemers in de leisure vanwege relatief lage salarissen moeilijker een woning kopen of met hun salaris een huishouden zonder schulden onderhouden.
Bovendien is een wat lager percentage van de werknemers in de leisure tevreden over het werk en de arbeidsomstandigheden dan in bijvoorbeeld de bouw, de zorg en de zakelijke dienstverlening. Ook de vrijheid om verlof op te nemen wanneer gewenst en het bepalen van de eigen werktijden zijn in de horeca relatief laag. Ook de hoge werkdruk speelt een rol bij de beperkte werk-privébalans. Voor het uitbreken van de pandemie ervoer ruim de helft van de werknemers in de horeca dat ze vaak of altijd erg snel moesten werken, in 2020 was dit gedaald naar 46 procent. Ongeveer 31 procent in 2020 – en de jaren ervoor nog meer – van hen moet vaak extra hard werken.
Wat moeten ondernemers doen?
De leisuresector doet er goed aan haar imago te verbeteren door meer aandacht te besteden op het welzijn van personeel. Dit kost tijd en zal niet van de ene op de andere dag gerealiseerd zijn.
Op een aantal aspecten zoals gezondheid en gelijke kansen scoort de sector al goed. Het is zaak deze voordelen te behouden en tegelijkertijd actief te verbeteren op aspecten waar de sector nu achterblijft. Temeer omdat de sector naarstig op zoek is naar personeel om te helpen bij het herstel van de sector na de zware klap tijdens de coronacrisis. Beïnvloedbare factoren zijn bijvoorbeeld het geven van meer autonomie aan werknemers, en het bieden van meer veiligheid. Het is daarbij belangrijk dat werkgevers aandacht hebben en luisteren naar de wensen en behoeften van hun individuele medewerkers.
Verder kan het stimuleren tot het ontwikkelen van vaardigheden de sector helpen om aantrekkelijker te worden voor werknemers. Dit kunnen ondernemingen doen door digitale trainings- en opleidingsprogramma’s aan te bieden. Het blijkt dat werknemers in met name de horeca een sterke voorkeur hebben voor interactief aangeboden lesstof.