Ruimte voor recreatie gevraagd
Herwaardering van de Nederlandse natuur
De COVID-19-pandemie heeft het recreatiegedrag van de Nederlanders behoorlijk gewijzigd. Veel georganiseerde vormen van vrijetijdsbesteding bleken niet of heel beperkt mogelijk. Het vertier werd vooral in de buitenlucht gezocht waarbij het in de natuur veel drukker werd. Zo druk dat maatregelen en aandacht op (nieuwe) gedragsregels noodzakelijk waren. Ook economisch was de impact groot omdat de recreatie verschoof van betaalde activiteiten met horeca naar gratis vormen met meegebrachte etens- en drinkwaren. Wat zien we aan harde data die het beeld in de media een fundament geven? Hoe hebben beleidsmakers ingespeeld op de drukte op doorgaans rustige plekken? En hebben we in de toekomst wel genoeg ruimte voor recreatie?
Wandelen en fietsen populairder
Nederlanders zijn meer gaan wandelen in coronatijd. Dat blijkt uit onderzoek van de Stichting Wandelnet die zowel in april als in augustus 2020 Nederlanders naar hun wandelgedrag bevroeg. Van de respondenten is 66% dit jaar meer gaan wandelen. Een ruime meerderheid (69%) wandelt zowel in eigen omgeving als in andere gebieden. Er werd ook meer gefietst. In de periode half maart t/m juli 2020 hebben Nederlanders gemiddeld iets meer gefietst dan in een normaal jaar. Het grootste deel (44%) fietste even veel, 29% vaker, 26% is minder vaak gaan fietsen en 1% heeft niet gefietst. Dat blijkt uit onderzoek van het Landelijk Fietsplatform. Mensen die meer zijn gaan fietsen noemen ‘andere activiteiten vielen weg waardoor ik meer tijd had om te fietsen’ (58%) en ‘werken aan de gezondheid’ (53%).
Natuur- en recreatiegebieden
Gewijzigd recreatiegedrag zagen we ook in grote natuur- en recreatiegebieden. Uit gegevens van Google blijkt dat bezoekersaantallen van natuurgebieden fors toenamen. Het verkeer naar de categorie ‘parks’ groeide in april 2020 met maar liefst 62% en groeide in mei verder met 75%. Ook in oktober was er nog steeds meer verkeer naar parken, stranden en natuur, terwijl het overige verkeer juist minder druk was. Dat signaleert ook Natuurmonumenten die het bezoek aan de website met 40% zag groeien en de downloads zelfs verdubbelden. Verder zagen diverse Nederlandse recreatiegebieden het bezoek fors groeien. Noord-Hollandse recreatiegebieden noteerden in 2020 maar liefst 33% meer bezoekers dan in 2019 en de recreatiegebieden van Leisurelands in Midden-Nederland werden uitzonderlijk goed bezocht. De coronapandemie versnelde een ontwikkeling die al langere tijd zichtbaar is: de herwaardering van de Nederlandse natuur en de behoefte om in een natuurlijke omgeving te recreëren.
Inspelen op drukte
In deze tijd met social distancing staan crowd control en visitor management hoog op de beleidsagenda. Nederlanders zijn zeker van goede wil om de 1,5 meter afstand te bewaken maar als het ergens onverhoopt te druk wordt, blijkt dat heel erg lastig. DMO’s zijn daarom voortvarend aan de slag gegaan met drukte-apps, drukte-meters en heatmaps om Nederlanders op drukke en minder drukke plekken te wijzen. Ze hebben hiermee hun positie als expert in visitor management en crowd control bevestigd. En passant zijn banden met beleidsmakers, ondernemers en terreinbeheerders versterkt. Grote vraag is hoe DMO’s de drukte-apps toekomstbestendig maken in de periode na corona. Meekoppelen met andere doelen zoals onderzoek en plannings- en reserveringssystemen kunnen daarbij een optie zijn.
Beleid
Al met al plaatst de hernieuwde belangstelling - voor wat we vroeger ‘openluchtrecreatie’ noemden - beleidsmakers voor grote uitdagingen. Niet alleen vanwege de versnipperde beleidsaandacht tussen 12 provincies en 355 gemeenten. Ook de enorme druk op de openbare ruimte vanuit vele actoren speelt een grote rol. Het Planbureau voor de Leefomgeving ziet voor Nederland grote opgaven in een beperkte ruimte. De opgave is om in het leefomgevingsbeleid niet alleen nieuw ruimtegebruik in te passen, maar tegelijkertijd de omgevingskwaliteit te verbeteren. Dat vraagt om een nieuwe balans tussen de gebruikswaarde (economische benutting), belevingswaarde (perspectief van de burger) en toekomstwaarde (ecologische duurzaamheid) van de ruimte in Nederland. Maatschappelijk draagvlak is daarbij volgens het Planbureau essentieel. De betrokkenheid van burgers en het vertrouwen in overheidsbeleid vereisen in verschillende domeinen van het leefomgevingsbeleid lange termijn doelen, heldere kaders en een goed begrip van de leefwereld van burgers. Werk aan de winkel dus!
Marc Gerlings is hoofdredacteur van het vakblad Recreatie & Toerisme