Efteling mag maximaal 5 miljoen bezoekers per jaar ontvangen
Een flinke tegenslag voor de Efteling. Het Brabantse attractiepark mag jaarlijks maar maximaal 5 miljoen bezoekers ontvangen. De rechtbank heeft de provincie Noord-Brabant opgedragen op te treden als dat aantal wordt overschreden. In precoronajaren ontving de Efteling vanaf 2017 meer dan 5 miljoen bezoekers.
Het draait om de Natuurvergunning van de Efteling uit 2016 waarin wordt uitgegaan van maximaal 5 miljoen bezoekers per jaar. Een groter aantal bezoekers leidt tot meer verkeersbewegingen, een hogere stikstofemissie en dus een toename van de stikstofdepositie op een nabijgelegen Natura 2000-gebied Loonse en Drunense Duinen. In 2021 was er geen probleem want toen ontving het park vanwege de coronamaatregelen slechts 2,9 miljoen bezoekers.
Provincie wil niet handhaven
Toen in de jaren 2017-2019 respectievelijk 5,2, 5,4 en 5,3 miljoen mensen het park bezochten weigerde de provincie te handhaven omdat dit grote organisatorische en bedrijfseconomische gevolgen voor het park, de bezoekers, werknemers en toeleveranciers zou hebben. Bovendien was een nieuwe Natuurvergunning in de maak met maximaal 6 miljoen bezoekers per jaar en heeft het attractiepark op andere terreinen de stikstofdepositie beperkt. Zo is het wagenpark elektrisch aangedreven en is een dieseltrein vervangen door een elektrische. Ook wordt er minder hout gestookt in biomassacentrales en vuurkorven en gebruikt het attractiepark veel minder aardgas.
Korte metten met argumentatie provincie
De rechtbank veegde de argumenten van de provincie om niet te handhaven van tafel. Als niet kan worden uitgesloten dat deze toename van het aantal bezoekers leidt tot significante gevolgen voor het Natura 2000-gebied Loonse en Drunense Duinen is een natuurvergunning nodig waarin deze gevolgen passend worden beoordeeld. Ook het herstelbesluit van de provincie werd als onvoldoende beoordeeld.
Beslissingen vernietigd
Al met al heeft de provincie voor de derde keer onterecht geweigerd om handhavend op te treden. Daarom voorziet de rechtbank nu zelf in deze zaak. De rechtbank vernietigt de beslissingen van de provincie op het handhavingsverzoek van omwonenden én het bezwaar op de afwijzing daarvan. De rechtbank draagt de provincie op een nieuw besluit te nemen op het handhavingsverzoek. Hiervoor heeft zij 10 weken de tijd.