Opleiding Tourism Management BUas krijgt internationalere focus

De grootste toeristische managementopleiding van Nederland heeft een nieuwe directeur. Perry Hobson vloog in januari van Australië naar Nederland en startte in een lockdown op de Breda University of Applied Sciences. Wat zijn de ambities van deze 58-jarige Engelsman en wat kan BUas van hem verwachten? We duiken eerst in de achtergrond van Hobson want die leidt linea recta naar zijn missie.

Perry Hobson is geboren en opgegroeid in het Verenigd Koninkrijk. Opvallend voor een toerisme-expert is dat hij in zijn jeugd heel weinig heeft gereisd. Maar daarover later meer. Hij heeft aan Oxford Polytechnic gestudeerd en daarna zijn master aan de University of Massachusetts in de Verenigde Staten behaald. Van zijn ouders, die beiden in het onderwijs zaten, kreeg hij het advies om zeker geen leraar te worden. ‘De familie heeft genoeg aan onderwijzen gedaan’. Dat mislukte jammerlijk want een voorwaarde voor zijn VS-stipendium was dat hij zich zou inzetten als onderwijsassistent. Via de bekende toerismeprofessor John Hunt kwam Hobson in het toeristisch onderwijs terecht en na jarenlange wereldwijde omzwervingen in Breda.

"Ik besloot na mijn master in de Verenigde Staten te blijven en kreeg bij de Southern Illinois University mijn eerste aanstelling”, vertelt Hobson. "Daar hadden ze een klein hospitality & tourism programma.” Het was een mooie start van zijn academische loopbaan maar de wereld lonkte en hij ging, inmiddels getrouwd met een Duitse vrouw die hij daar ontmoette, aan de slag bij Hongkong Polytechnic University. "Het was geweldig om Azië te leren begrijpen vanuit de toen nog Engelse kolonie. Alleen al de landing op het oude Kai Tak Airport was een adembenemende ervaring. Je wist nooit of je het zou overleven. Het was ook intrigerend om te zien hoe China zich ontwikkelde.” Hobson was nog niet gepromoveerd en die kans kreeg hij in Australië bij de Southern Cross University. "Ik werd daar hoofd van de grootste toeristische opleiding in het land en ben er 17 jaar gebleven. Tien jaar geleden werd ik gevraagd voor een functie in Maleisië bij de Taylor’s University en later bij de Sunway University in hetzelfde land. Daar heb ik me beziggehouden met internationale mobiliteit.”

Hobson heeft als kind nauwelijks iets van de wereld gezien. "De twee enige internationale reizen gingen naar Oostende in België en Madurodam in Nederland. Ik weet nog dat ik daar rondliep en dacht ‘Mijn vader zei dat het een klein land was, maar dit is wel heel klein.’” Zijn connectie met Nederland popt overal in zijn loopbaan op. "In de jaren 80 ben ik gevraagd voor de Haagse Hotelschool maar heb toen gekozen voor Hongkong. Ik vond het in die fase van mijn carrière niet de goede keuze. In Hongkong heb ik veel Nederlanders ontmoet, dat geeft maar weer eens aan hoe internationaal de Nederlanders zijn.” Tussen zijn banen in Hongkong en Australië heeft hij zes maanden in Friesland gewoond. "Ik heb ik daar onderwijsprogramma’s ontwikkeld voor de toenmalige Christelijke Hogeschool Noord-Nederland wat later NHL Stenden werd. Als gevolg daarvan heb ik exchangeprogramma’s tussen de CHN en de Southern Cross University opgezet. Verder ben ik al jaren betrokken bij accreditaties van diverse toeristische en hospitality-opleidingen in Nederland.”

Internationale carrière 

Hobson heeft een groot deel van zijn werkende leven buiten Europa doorgebracht maar heeft altijd de connectie met het oude continent gehouden. Bijvoorbeeld in de internationale adviesraad van de Tsjechische Universiteit Strava en de hotelopleiding van BUas. "In 2016 heb ik tussen University Ostrava en de toenmalige NHTV een exchangeovereenkomst getekend. En heb in die periode diverse gastcolleges in Breda gegeven. Er was dus al wat familiariteit tussen mij en BUas. Dat resulteerde in 2021 tot contact met de headhunter die voor de Breda University op zoek was naar een nieuwe directeur voor de Academie voor Toerisme. "Een hele reis die me tot hier heeft gebracht. Precies tussen mijn geboorteland en dat van mijn vrouw in.”

Gezien zijn internationale carrière heeft Hobson een behoorlijk internationaal perspectief. Hoe kijkt hij tegen het Nederlands onderwijs aan? "Voor mij is de hoeksteen van het Nederlandse onderwijs hoe internationaal het is. Dat is echt onderdeel van het DNA van het Nederlandse onderwijs. Nederland was het eerste land dat in samenwerking met NVAO toerisme en gastvrijheid aansloot bij het International Center for Excellence in Tourism - Hospitality Education waar ik directeur van ben geweest. Dat was een Australisch initiatief maar is nu een toonaangevende internationale accreditatieorganisatie.” Volgens Hobson realiseerde Nederland zich al snel dat ze een goede nationale accreditatie hadden maar het niets in het buitenland betekende. "BUas zag dat in en wilde graag met ons samenwerken zodat ze zichzelf internationaal in de spiegel konden kijken en niet alleen vanuit een Nederlands perspectief naar hun opleidingen keken.” De Nederlandse geschiedenis en handelsgeest hielp ook mee. Want Nederlanders zijn nieuwsgierig, spreken meerdere talen en zijn in staat zich te verhouden tot andere mensen. "Je ziet overal ter wereld Nederlandse managers van hotels.”

Meer internationale collega's en studenten gewenst

Hobson is trots dat hij bij BUas aan de slag mag. "Zij waren een van de eerste toerisme, transport en hospitality opleidingen ter wereld.” Toch is er voor Hobson bij de Breda University nog heel wat werk aan de winkel. "Ik zie hier relatief weinig internationale collega’s. Op buitenlandse hogescholen heb je vaak een veel diverser docentenkorps.” Vanuit die 65-jarige historie heeft de hogeschool zich voornamelijk gericht op het aantrekken van Nederlandse studenten. "In andere landen zie je veel meer internationale studenten. In Australië is meer dan 90 procent van de masterstudenten internationaal.” Maar hij ziet ook wel het spanningsveld tussen het aantrekken van Nederlandse en buitenlandse studenten. "We zitten in een geglobaliseerde wereld. Toerisme is een internationaal fenomeen en daarom heeft onze opleiding internationaal relevantie. Maar we moeten ook focus houden op het lokale en het Nederlandse bedrijfsleven en ze voorzien van goede professionals.” BUas moet volgens Hobson die balans goed zien te krijgen. "Als ik nu naar onze cijfers kijk dan zie ik dat ongeveer 20% van de studenten internationaal is. Veel hogescholen voelen zich comfortabel bij een aandeel van 30% tot 40%.” Maar hij nuanceert dat cijfer direct. "Het aandeel buitenlandse studenten varieert natuurlijk per programma. Het is onwaarschijnlijk dat de Associate Degree -die in het Nederlands wordt gegeven- veel internationale studenten trekt. Terwijl bij onze Master de meerderheid van de studenten al internationaal is.”

Meer internationale studenten zijn in de optiek van Hobson ook goed voor de Nederlandse studenten. "Voordat je de wereld gaat ontdekken is het heel erg belangrijk dat je tijdens je studie al kennismaakt met andere culturen. Ik denk dat we studenten meer succesvol maken als ze internationaal op exchange gaan of een internationale stage doen. Het is heel eenvoudig om flinke opinies te hebben. Maar als je je huis nooit hebt verlaten zul je erachter komen dat je je pijnlijk hebt vergist.” De Breda University begint niet op nul met de internationale ambities van Hobson. "Vanwege de historie en het leiderschap van BUas zie je overal ter wereld collega’s die hier student of docent zijn geweest.” We hebben in de internationale blik van Hobson een enorme ‘legacy’ en ‘perspective’. "Dat geeft een sterke fundering. Het is de vraag hoe we op die fundering nieuwe connecties kunnen bouwen zodat studenten die hier komen worden verrijkt en een globaal perspectief krijgen.”

Uitdagende weken

Het waren uitdagende eerste weken voor Hobson. "Het is niet de eenvoudigste periode om van baan en land te wisselen. Toen ik uit het vliegtuig stapte waren alle winkels en horeca dicht. Op mijn eerste dag op de campus was er vanwege de lockdown bijna niemand. Het is overigens een geweldige campus en een hele mooie conversie van klooster naar onderwijslocatie. Gelukkig ging Nederland als snel open en kon ik face to face en online kennismaken met de collega’s.” Hij heeft ook al met studenten kennisgemaakt: "Gisteren zat ik nog bij een presentatie van studenten over Lake Toba in Indonesië. Het is mooi te zien dat studenten ondanks de reisbeperkingen erin slagen om internationaal te werken. Veel van onze studenten hadden zich de laatste twee jaar van hun opleiding wel anders voorgesteld.”

Hobson is vrijwel zijn hele professionele leven in toerisme actief. Hoe kijkt hij aan tegen de grote COVID-crisis? "Ik denk dat we nog wel even in een onzekere tijd zullen leven. Er zullen helaas nieuwe varianten opduiken die of makkelijker overdraagbaar zijn of juist zieker maken.” Toch is hij positief over de sector. "Ik zie dat als er weer meer mogelijk is, er bij mensen een enorme drang is om te reizen. Toen ik van Maleisië naar Australië reisde zaten er 39 passagiers in een A330. Door de manier waarop Australië omging met het virus heeft daar het gemiddelde vliegtuig 25 passagiers aan boord. Dat is niet duurzaam zowel vanuit een economisch als ecologisch perspectief. Maar toen ik van Australië naar Dubai vloog was elke stoel bezet. Mensen hadden weer de gelegenheid te reizen en grepen die met beide handen aan. Ook de vlucht naar Amsterdam zat voor 80% vol.” Maar de spanning tussen reizen en gezondheid volgens Hobson is niet zomaar verdwenen. "Kijk maar eens naar de gevolgen van 9/11. Toen zijn heel veel veiligheidsmaatregelen genomen die twee decennia later nog steeds gelden.”

Voor Hobson heeft reizen de mensheid enorm veel gebracht. "Reizen heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de maatschappij doordat we een bredere kijk op de wereld hebben gekregen. Reizen is voor veel mensen ook de kans om andere delen van deze ongelofelijke wereld te zien. Het is ontdekken, nieuwe dingen zien en verblijven in andere klimaten. Die redenen zullen altijd blijven. Maar COVID zal het nog lange tijd moeilijk maken. Zeker omdat in grote delen van de wereld de vaccinatiegraad heel erg laag is. Dat zal de sector voor uitdagingen plaatsen.” In de visie van Hobson heeft de pandemie het perspectief op reizen blijvend veranderd. "COVID heeft ons geleerd dat misschien niet alle reizen even essentieel waren als we dachten. Vanuit een duurzaam milieuoogpunt hebben we geleerd dat we veel meer online kunnen dan we eerder hadden gedacht. In 2019 was de technologie er al; het had geen COVID nodig, alleen een andere mindset.” Volgens Hobson heeft de sector de zeldzame kans om op de reset knop te drukken. "Veel mensen praten over het terugbouwen van toerisme. Maar de vraag die we ons moeten stellen is of we toerisme beter kunnen terugbouwen. Dat gaat dan niet alleen om een betere vorm maar ook nadenken waarom we reizen. Is het wel duurzaam en wenselijk als we kijken naar de uitdagingen die we voor onze planeet hebben?” Maar Hobson heeft gezien zijn Aziatische ervaring ook oog voor de sociale drama’s die zich in andere landen afspelen. "In Thailand draait 20% tot 25% van de economie op toerisme. De armoede die daar nu heerst, is geen voorpaginanieuws maar is er wel. Mensen kunnen letterlijk hun familie geen eten geven.” Daarover moet in de ogen van Hobson de discussie ook gaan. "Toerisme is meer dan economie, het is ook sociaal en ecologisch. We moeten daarin een nieuwe balans zien te vinden. Dat is de discussie die we moeten blijven voeren.”

Actieve rol in de gemeenschap

Voor Hobson speelt onderwijs daarin een hele belangrijke rol. "Dat we niet alleen een trainingsfaciliteit zijn voor bedrijven. Maar dat onze studenten een actieve rol in de gemeenschap kunnen spelen binnen dat brede concept van duurzaamheid. Voor mij is het belangrijk dat studenten als ze groeien in hun studie ze de volle range van alle perspectieven krijgen, actief deelnemen in het debat, met verschillende standpunten en stakeholders. Ook daarom is het belangrijk dat BUas internationaler wordt.” Maar ook Hobson ziet in dat de antwoorden niet simpel zijn. "Het is zo belangrijk om je in het perspectief van de ander en zijn sociale structuur te verplaatsen. Het is heel eenvoudig om hier uit te gaan van jouw wereldbeeld maar in Fiji denken ze daar heel anders over.”

Aan het eind van het interview komt de onvermijdelijke vraag wat hij achter wil laten bij de Breda University. "Voor mij is het dat collega’s en het instituut de erkenning blijven krijgen voor de excellentie die het heeft. Maar ook erkennen dat verandering de enige constante is. We kunnen de klok niet meer terugzetten naar 2018-2019. Dat betekent dat ons curriculum zal moeten veranderen. En dat is stressvol want universiteiten hebben een vierjarig proces. Zie een opleiding als een tanker die van koers moet veranderen met de snelheid van een speedboot. Maar we zullen wel moeten. We moeten meer internationaal verbonden zijn met de industrie en gemeenschappen hier maar ook onze studenten helpen een internationaal netwerk op te bouwen.” De grootste uitdaging is het flexibiliseren van opleidingen en het bedrijfsleven te faciliteren. "Het is heel makkelijk om te praten over leven lang leren. Maar vul het maar eens in. Wij zullen meer toegankelijke, kortere onderwijsprogramma’s voor het bedrijfsleven moeten aanbieden. Dan heb ik het over micro-credentials, micro-masters, korte intensieve programma’s of executive ontwikkeling. Ook op dat gebied moeten we onszelf opnieuw uitvinden.”