Consumptie huishoudens groeit met ruim 11 procent in januari

In januari 2022 hebben consumenten 11,1 procent meer besteed dan in januari 2021, meldt het CBS. Ze gaven vooral meer uit aan diensten en duurzame goederen. In vergelijking met januari 2020 besteedden consumenten 2,9 procent minder in januari 2022. De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen. Volgens de CBS Consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in maart minder gunstig dan in januari.

Consument besteedt meer aan diensten en duurzame goederen

Consumenten hebben in januari, voor prijsveranderingen gecorrigeerd, 12,4 procent meer uitgegeven aan diensten, zoals telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, een bezoek aan de kapper, een restaurant of een voetbalwedstrijd, dan in januari 2021. De horeca, pretparken, theaters, bioscopen en dierentuinen waren tot en met 25 januari weliswaar dicht, maar in januari 2021 waren deze bedrijven de hele maand dicht. De consumptie van diensten was in januari 2022 nog wel 5,8 procent lager dan in januari 2020. Uitgaven aan diensten maken ruim de helft van de totale binnenlandse consumptieve bestedingen door huishoudens uit.

In januari hebben consumenten 27,8 procent meer besteed aan duurzame goederen dan in januari 2021. Vooral aan kleding, schoenen, woninginrichtingsartikelen en elektrische apparatuur hebben ze meer uitgegeven. Van 19 december 2021 tot en met 14 januari 2022 waren de meeste niet-essentiële winkels dicht. Vanaf medio januari mochten de niet-essentiële winkels tot 17 uur open zijn. Daarmee waren de coronamaatregelen minder streng dan een jaar eerder, toen winkels de hele maand gesloten waren. 

Ook was er toen nog geen click & collect; in tegenstelling tot in januari 2021 was het in januari 2022 mogelijk producten online te bestellen en vervolgens op te halen in de winkel. In januari 2022 waren de bestedingen aan duurzame goederen 2,9 procent lager dan in januari 2020.

Gecorrigeerd voor prijsveranderingen hebben consumenten 0,7 procent meer gespendeerd aan overige goederen, zoals gas, elektriciteit, motorbrandstoffen en persoonlijke verzorgingsproducten dan in januari 2021. Consumenten verbruikten minder energie en gaven minder uit aan motorbrandstoffen, maar aan persoonlijke verzorgingsproducten werd meer besteed dan een jaar eerder. Ten slotte hebben consumenten 0,8 procent minder besteed aan voedings- en genotmiddelen dan in januari 2021. 

Twee weken geleden meldde het CBS dat het verkoopvolume van de detailhandel in januari bijna 14 procent groter was dan in januari 2020. Het volume van de non-foodsector groeide met 53 procent en dat van de foodsector kromp met bijna 4 procent. Deze cijfers zijn ook gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen.

Omstandigheden consumptie in maart minder gunstig

Het CBS publiceert elke maand ook over de omstandigheden voor de consumptie in de consumptieradar. De consumptie door huishoudens hangt onder meer samen met de verwachtingen van consumenten, de situatie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van hun vermogen. De indicatoren in de radar hangen goed samen met de consumptie door huishoudens, maar een verbetering van de omstandigheden betekent niet per se een hogere groei van de consumptie.

Volgens de consumptieradar waren de omstandigheden voor de consumptie in maart minder gunstig dan in januari. Dit komt vooral doordat consumenten pessimistischer waren over hun financiële toekomst en doordat de stijging van de beurskoersen minder groot was.