Popsector heeft meer hersteltijd nodig
De Nederlandse popsector heeft meer hersteltijd nodig dan andere culturele deesectoren om van de pandemie te herstellen. Dat komt omdat deze sector voor een groot deel afhankelijk is van publieksinkomsten en nu weer hard wordt getroffen door stijgende energieprijzen en hoge tarieven de ZZP-ers rekenen. Dat blijkt uit onderzoek van de DSP-groep in opdracht van de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals. Zij pleiten voor 7 maatregelen.
Het belang van de popsector vertaalt zich in zowel een economische als een culturele waarde. Daarnaast is de sector belangrijk voor talenontwikkeling en het bevorderen van diversiteit en inclusiviteit. Maar de sector is ook kwetsbaar vanwege het grote aandeel dat de eigen inkomsten in de exploitatie hebben. Ondanks de grote maatschappelijke betekenis zit de sector grotendeels afhankelijk van ticketing en baromzet. Helaas blijft ook na het loslaten van de maatregelen het bezoek en dus de omzet achter. Dat komt omdat bezoekers nog in bezit zijn van oude kaartjes, er weinig vertrouwen is om ruim van te voren een ticket te kopen en er veel (inhaal)aanbod is.
Druk op risicovolle programmering
Als de omzet onder druk komt te staan, gaat dat ten koste van de cultureel maatschappelijke verantwoordelijkheid die de popsector draagt. Authentiek aanbod en artistiek risicovolle programmering die zorgen voor artistieke ontwikkeling en innovatie en verjonging kan zonder subsidie niet overleven. In pre COVID-tijd werd dit risico over een kalenderjaar verspreid. Met goedlopende programma’s kon je de tekorten van de meer avontuurlijke programmering aanvullen. Vanwege het disruptieve karakter van de coronacrisis is dat eerst tot stilstand en later in de knel gekomen.
Geen ruimte geweest voor talentontwikkeling
Er is twee jaar lang nauwelijks ruimte geweest voor de ontwikkeling van nieuw talent. Artiesten misten de mogelijkheid om op te treden, te werken aan zeggingskracht, zich artistiek verder te ontwikkelen. Het talent dat begin 2020 aan het ontluiken was, raakt nu in de verdrukking omdat er alweer een nieuwe lichting talent klaar staat.
Autonome kostenstijgingen frustreren vlot herstel
Veel poppodia en -festivals , waaronder ook niet gesubsidieerde producenten en organisatoren hebben, los van de gevolgen van de coronacrisis, met enorme autonome kostenstijgingen te maken, terwijl dat niet of nauwelijks op gecompenseerd wordt. Meest in het oog springend is de energierekening die op veel plekken met 60% (!) stijgt. ZZP’ers, als ze al beschikbaar zijn, vragen voor hetzelfde werk als in 2019 flink hogere tarieven. Er is materiaaltekort, de kosten voor de vaste formatie stijgen. Het doorbelasten van deze stijging aan bezoekers is niet (altijd) mogelijk. Vanwege de forse inflatie heeft het publiek minder te besteden. Schrappen in activiteiten lijkt een oplossing, maar hoe behoud je als popcultuur programmerende organisatie je relevantie?
Aanbevelingen voor een weerbare, toekomstbestendige popsector
In de verkenning van de DSP-groep staat dat het borgen van de cultureel maatschappelijke waarden van poppodia en popfestivals momenteel vraagt om een extra investering. Het was voor poppodia en popfestivals altijd al balanceren tussen een gezonde exploitatie als deels commercieel ingerichte partij en een culturele instelling met een maatschappelijke verantwoordelijkheid. De coronacrisis heeft deze balanceer-act niet makkelijker gemaakt. Het borgen van de waarden vraagt momenteel om een extra investering. Onderstaande aanbevelingen gericht aan de popsector en de overheid (gemeenten, provincies) kunnen daarbij helpen.
- Gun de popsector hersteltijd – Er is in de popsector grote behoefte aan een beleidsluwe periode waarin podia en festivals zich kunnen hervinden en kunnen werken aan hun maatschappelijke opdracht. De reserves die hier en daar op de balans zijn ontstaan, als gevolg van steunmaatregelen, moeten daarvoor ingezet kunnen worden.
- Ontwikkel met elkaar maatwerk in de regio – Elke omgeving en organisatie is anders. De identiteit en de rol van de organisatie in de omgeving bepaalt de aanpak en de kansen die aanwezig zijn om de (lokale) popsector te versterken. Het rapport adviseert hierover in gesprek te gaan met partijen uit de lokale keten, inclusief de gemeente.
- Creëer laagdrempelige subsidiemogelijkheden – Fondsenwerven is een vak. De kosten daarvan gaan voor de baten uit. De lage organisatiegraad bij met name kleinere podia zorgt ervoor dat het aanvragen van subsidie of werven van andere fondsen een ondergeschoven kind is en blijft. In de COVID-crisis is gebleken dat laagdrempelige regelingen zeer goed werken. Laagdrempelige regelingen gericht op het nemen van artistiek risico en programma-experimenten zijn nodig om de popsector relevant te houden concludeert de verkenning.
- Versterk de keten voor nieuw talent – Popkunstenaars, producenten, labels media, opleidingen, podia, festivals (kortom: de gehele popketen) hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om talent de speelplek en de begeleiding te bieden in verschillende ontwikkelfases. Deze keten versterk je door alle onderdelen van die keten weerbaarder en sterker te maken. We moeten met elkaar, gemeente, muziekonderwijs, festivals en podia, et cetera in gesprek gaan en kijken of het talent voldoende passende steun krijgt. Ook de ondersteuning van mid career bands verdient meer passende aandacht.
- Aandacht voor talent achter en naast het podium – De popsector heeft een eigen verantwoordelijkheid in het creëren van een aantrekkelijke werkplek voor werknemers. Door de huidige krappe en kwetsbare situatie en de grote afhankelijkheid van publieksinkomsten kan de sector moeilijk concurreren in de onder spanning staande arbeidsmarkt. Het rapport adviseert om met de keten, inclusief overheden, in gesprek te gaan over hoe een aantrekkelijk werkgever te blijven. Evident is dat het subsidie minimaal passend geïndexeerd moet worden.
- Onderstreep het belang van nachtcultuur – De nachtcultuur ging tijdens de coronacrisis als eerste dicht en als laatste weer open. Ook in dit deel van de sector is veel (organisatie)talent verloren gegaan of buiten zicht geraakt. De nacht- en clubcultuur is bij uitstek ‘het podium’ dat kansen biedt voor de versterking van identiteit, diversiteit, inclusie en experiment. Betrek de nachtclubs en/of nachtburgemeesters in het herstel na de crisis. De nachtvisie van Amsterdam is een goed voorbeeld dat landelijk navolging kan krijgen.
- Faciliteer (fysieke) plekken waar poptalent zich kan ontwikkelen – Niet iedere popkunstenaar begint meteen op het hoofdpodium. Ook de kleine zaal van een poppodium is niet altijd direct haalbaar voor popartiesten. Juist in de periferie van de popsector (in muziekcafés, broedplaatsen, kleine autonome zaaltjes en clubs) kunnen beginnende popartiesten ervaring op doen. Geef de ruimte aan deze plekken en maak het onderdeel van de keten en visie voor popmuziek in de regio.