De groei van de loonkosten
De loonkosten per gewerkt uur van werknemers zijn in 2021 met 1,3% gestegen ten opzichte van een jaar eerder. Dat is minder dan in 2020, toen de loonkosten nog met 4,3% stegen, de sterkste stijging na 2002. In de horeca daalden de loonkosten juist. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
In 2021 groeide het aantal banen van werknemers met 2% en werknemers werkten in totaal 4,2% meer uren. De loonkosten per gewerkt uur stegen daarmee onderaan de streep met 1,3%. De gemiddelde loonkosten per gewerkt uur kwamen in 2021 uit op ruim 37 euro.
In de periode 2011-2021 zijn de loonkosten in Nederland per gewerkt uur het sterkst gestegen in de financiële dienstverlening (25%), gevolgd door de zorg (24,5%) en de nijverheid en energie (23,9%). In cultuur en recreatie stegen de loonkosten per gewerkt uur in die periode net 18,8%. De kleinste stijging werd gemeten in de horeca (1,0%). Als de uitzonderlijke jaren 2020 en 2021 buiten beschouwing worden gelaten, valt de loonkostenontwikkeling in deze bedrijfstak hoger uit (circa 10%).
Horeca
In 2021 steeg het aantal gewerkte uren in de horeca ten opzichte van 2020 (11,8%), al was het totaal aantal gewerkte uren nog altijd aanzienlijk lager dan in 2019. Waar in bijna alle sectoren de loonkosten per gewerkt uur stegen, daalde die in de horeca sterk (-9,6%). De coronagerelateerde NOW-subsidies zorgden ervoor dat de loonkosten daalden. Hierdoor kwamen de gemiddelde loonkosten per gewerkt uur in 2021 uit op 18 euro. De loonkostensubsidie bedroeg gemiddeld 4,69 euro per gewerkt uur.
Cultuur en recreatie
In de sector cultuur, recreatie en overige diensten stegen de loonkosten per gewerkt uur tussen 2020 en 2021 met 1,0%.