Tiuri & Compagnie 21
Maak van inclusie een werkwoord
Een unieke organisatie is het. Theaterwerkplaats Tiuri, met vestigingen in Breda en Roosendaal, investeert in de talentontwikkeling van performers met een (verstandelijke) beperking. En dat wordt serieus aangepakt. Met theaterlessen, praktijkstages en uiteindelijk een eigen reizend theatergezelschap. Hun nieuwste dansvoorstelling ‘No Bodies’ staat geboekt in schouwburgen van Leeuwarden tot Middelburg.
Linda Schrik is productieleider bij Theaterwerkplaats Tiuri & Compagnie 21. Linda studeerde in 2011 af bij Academy for Leisure and Events op het gebied van Management in Creative Industries.
Over Tiuri
"Theaterwerkplaats Tiuri is achttien jaar geleden opgericht”, vertelt artistiek directeur Bas Roijen. "Onze oprichter Theo Frentrop noemde de organisatie naar de hoofdpersoon uit een ridderverhaal van Tonke Dragt. Tiuri legt daarin een reis af om uiteindelijk ridder te worden. Het staat symbool voor de reis die onze spelers afleggen.” Die spelers zijn mensen met een verstandelijke en soms ook lichamelijke beperking. Er zijn performers met het syndroom van Down, met autisme, maar ook spelers in een rolstoel. "Ze komen veelal via het speciaal onderwijs bij ons terecht. Ons doel is hun talent te ontwikkelen. Deze mensen zijn weliswaar in een cognitieve omgeving beperkt, maar in een creatieve en impulsieve omgeving zijn ze vaak verder dan anderen. Waar wij geremd worden door ons verstand, zijn zij vaak heel open. Ze kunnen ons alledaagse tempo niet volgen, maar hebben veel meer aandacht voor het hier en nu. Dat levert prachtige resultaten op.”
Dit is mijn droom. Ik heb zelfs fans.
Waar bij de meeste organisaties de directie een grote stempel drukt op de richting en het resultaat, is dit bij Tiuri andersom en zijn juist de spelers leidend. Bas Roijen vertelt: "Wij volgen als organisatie de spelers, wij zetten het talent van de spelers centraal en hopen daarmee een situatie te creëren waarin zij zelf een stem krijgen: een creatieve stem, een fysieke stem, een beeldende stem en waar ze zelf staan voor hun positie als mens in de Nederlandse samenleving.” Een mooi voorbeeld hiervan is de omslag naar dans en beweging die mede naar aanleiding van een samenwerking met dansgezelschap De Stilte in Breda is gemaakt. Hier werd opgemerkt dat bij deze vorm van werken de talenten van de spelers duidelijker zichtbaar worden en de beperking ook echt naar de achtergrond verdwijnt.
Het oog van Godot
Tien spelers van Tiuri kwamen tegenover tien dansers van De Stilte te staan. In eerste instantie konden zij ogenschijnlijk niet verder van elkaar verwijderd zijn. De dansers spraken bijna allemaal geen Nederlands en onze spelers spreken geen Engels. De dansers hebben allemaal ‘perfecte lichamen’ waar onze spelers vooral de ‘imperfectie’ vertegenwoordigen. Maar op de vloer verstonden zij elkaar perfect. Er vond een organische uitwisseling plaats in de taal van beweging en verbeelding die iedereen heeft geraakt. De spelers werden uitgedaagd door het niveau en het bewegingspalet van de dansers. Andersom werden de dansers aangesproken door de oprechte beleving en expressie van de spelers die hen al doende terugbracht naar de reden waarom zij zelf ooit met dans waren begonnen. Er ontstond een nieuwe taal tijdens deze ontmoeting, die vervolgens in een gezamenlijke voorstelling (Het oog van Godot) voor het publiek zichtbaar werd.
Inclusie & innovatie
In 2021 werd in de ontwikkeling van Tiuri een belangrijke stap gemaakt. Het ‘talentontwikkelingsmodel’ dat beschreven werd in het artistiek meerjarenplan fungeerde hierbij als onderlegger. Centraal staat dat de werkwijze van Tiuri een focus krijgt op drie afgebakende omgevingen. De omgevingen zijn ontstaan vanuit de uitwisselingen die de spelers van Tiuri tot dusver hebben doorlopen. Ze zijn een antwoord op de vraag die vanuit hen zichtbaar is geworden. Samen vormen zij ‘de reis van de speler’.
Omgeving 1: Tiuri
De eerste omgeving is de werkplaats (in Breda en Roosendaal) waar de (nieuwe) spelers het talent voor theater en dans ontdekken en ontwikkelen in uitwisseling met het artistiek team. In deze primaire stap wordt een belangrijk fundament met de spelers gelegd in hun werk bij Tiuri. Vanuit deze uitwisseling wordt vanzelf duidelijk waar de speler vanuit zijn of haar specifieke talent heen wil.
Hebben zij de wereld daadwerkelijk iets te bieden? Wij zijn hiervan overtuigd.
Omgeving 2: Piak
In de tweede omgeving kunnen zij een uitwisseling aangaan bij een praktijkpartner die bij de speler aansluit. Dit ‘praktijklab’ is vernoemd naar Piak die in het verhaal van Tonke Dragt de jonge Tiuri over de bergen helpt de nieuwe wereld in. Bij Theaterwerkplaats Tiuri is Piaks Lab er tevens op gericht om de spelers te faciliteren in de ontmoeting met de wereld. Bij deze omgeving zijn een aantal vaste partners aangesloten die de leeromgeving mee ontwikkelen en vormgeven. Deze variëren van kunstvakopleidingen tot theater- en dansgezelschappen en onderzoekspartners. Binnen de ontmoetingen staat het experiment en de (wederkerige) uitwisseling centraal. Als je Tiuri zou zien als opleiding, zijn dit als het ware de praktijkstages. Vanuit de Piakfase wordt gewerkt aan producten (bijvoorbeeld een voorstelling) of aan een (artistiek) onderzoek. De spelers groeien hier in artistieke kwaliteit en zeggingskracht. De autonomie neemt toe en dit heeft een zichtbaar positief effect op de zorgbehoefte. Daarbij neemt ook de ‘aantrekkingskracht’ van de daaruit voortvloeiende producten toe. De voorstellingen komen via de partner automatisch terecht in een breder netwerk.
Omgeving 3: Compagnie 21
Schouwburgdirecteur Jan Hein Sloessen van de Kring gaf aan: "op dit moment zijn deze voorstellingen onbekend en dus onbemind, maar ik weet zeker dat als ze zichtbaar worden hier wel degelijk een publiek voor is”. De spelers willen de ontwikkeling die ze hebben doorlopen delen. Ze willen de wereld laten zien wat ze kunnen. En daarbij willen ze de voorstellingen, die ze ontwikkeld hebben, spelen voor een breed publiek. Vanuit dit gegeven wordt een nieuwe oefening in het werk van de speler zichtbaar. De oefening om zijn of haar talent in te zetten in dienst van een (professionele) reizende productie. Dit is als het ware de meesterproef voor de speler. Om deze stap te faciliteren is Compagnie 21 gelanceerd. In deze derde omgeving krijgt de speler de kans om samen te werken met het uitvoerende culturele veld aan producties voor een breed publiek. De ontmoeting richt zich enerzijds op theaters en festivals in het culturele veld. Maar daarbij wordt er (op verzoek van de spelers) ook samenwerking gezocht met scholen in het (speciaal) onderwijs. Tijdens het spelen van de producties vindt er een overdracht plaats. De spelers hebben een kwaliteit ontwikkeld die iets te vertellen heeft in de wereld. Via Compagnie 21 krijgt de speler letterlijk een podium en daarmee de kans om zijn of haar stem te laten horen in de maatschappelijke beweging die nu gaande is. Structurele partners hierbij zijn de uitvoerende podiumkunstenaars, theaters, schouwburgen, festivals, scholen, centra voor de kunsten en tevens een impresariaat.
Toekomst
Inmiddels wordt er landelijk naar Tiuri gekeken. De vraag is hoe er op dit moment invulling wordt gegeven aan het begrip inclusie. Betekent dit enkel dat mensen met een beperking ‘ook mee mogen doen’, omdat het hoort en het zielig is als dit niet kan? Of hebben zij de wereld daadwerkelijk ook iets te bieden? Tiuri is van dat laatste overtuigd.
Op dit momen wordt via het werk van Tiuri en Compagnie 21 bewijs opgebouwd. De pedagogiek-opleiding van Fontys Hogeschool is een vierjarig onderzoek gestart naar hetgeen de werkwijze betekent voor de ontwikkeling van de spelers. Ondertussen zit OCW aan tafel om te kijken of het beleid zo kan worden aangepast dat de spelers in de toekomst ook betaald kunnen worden, net als andere theatermakers. Dat is nu niet mogelijk. In Engeland en Zweden zijn ze daar al veel verder mee. "Ik hoop dat we over vijf jaar een structureel onderdeel zijn van het culturele veld, met betaalde spelers”, aldus Bas Roijen.
Wanneer mogen we naar Carré?
Door het land
Met Compagnie 21 reizen de door Tiuri opgeleide performers nu met de voorstelling No Bodies door het land. "We zijn pioniers en komen dus ook bij de theaters die willen pionieren. Het is een spannende stap, maar mede door de ondersteuning vanuit de fondsen kunnen we prijzen lager houden en is uitkoop makkelijker. Overigens gebruiken we het fondsengeld ook voor reguliere kosten, zoals kleding, verlichting, vervoer en noodzakelijke aanpassingen aan het gebouw.” De voorstelling No Bodies stond in februari ook op het Holland Dance Festival. "Je kunt je voorstellen dat onze mensen in de maatschappij vaak aanlopen tegen vooroordelen. Hier doen ze mee, en nog belangrijker, ze dragen iets bij. Laatst zei een van de spelers na afloop van een voorstelling: dit is mijn droom. Ik heb zelfs fans.”
Meer informatie:
Documentaire No Bodies: https://www.youtube.com/watch?v=l9bMHTOlYEA