Dillemma’s in het doen van diversiteit
Voor gelijke behandeling is ongelijkheid nodig
Voor veel practitioners in grootstedelijke wijken en buurten is het werken in een diverse context de dagdagelijkse realiteit. Want hedendaagse steden worden meer en meer gevormd door burgers met verschillende etnische, religieuze, culturele en seksuele achtergronden. Ook de WRR constateert dat de ‘vlottendheid’ en verscheidenheid in onze ‘migratiesamenleving’ sterk zijn toegenomen (Bovens, Engbersen, Bokhorst en Jennissen, 2020). Als zodanig zijn steden het kruispunt van superdiversiteit, van 'toenemende diversiteit binnen diversiteiten' (Vertovec, 2007). Diversiteit kan daarbij worden opgevat als een verscheidenheid binnen en tussen groepen op basis (of een combinatie) van opleiding, inkomen, werk, huishoudenssamenstelling, woonsituatie, etniciteit, politieke voorkeur, seksuele oriëntatie of klasse.
Mark van Ostaijen is als bestuurssocioloog en assistant professor verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is Managing Director van het Leiden Delft Erasmus Centre Governance of Migration and Diversity (LDE GMD)
Kijken naar kruispunten van ongelijkheden
De huidige demografische realiteit vervangt daarmee onze vorige ideeën over diversiteit. Die demografische compositie is zelfs in sommige steden geen sprake meer is van ‘meerderheidssteden’ (Crul, 2016). Met andere woorden, iedereen is in min of meerdere mate onderdeel van een minderheid. Daarbij is het handzaam om door een intersectionele bril diversiteit te benaderen, waarbij er wordt gekeken naar verschillende kruispunten van ongelijkheden. Want marginaliteit of ongelijkheid hangt vaak samen met verschillende van die diversiteitsmarkers. Andersom gaat die claim ook op. Zo zijn een hoge opleiding, heteroseksualiteit en man-zijn belangrijke condities voor een succesvolle positie in deze samenleving, voor sommigen beter bekend als de ‘zeven vinkjes’ van Joris Luyendijk (2022).
Privilege en achterstelling zijn geen toevallige aangelegenheden.
Privilege en achterstelling zijn dus geen toevallige aangelegenheden. En vanuit dat perspectief worden verschillende publieke instellingen geconfronteerd met vraagstukken van insluiting, uitsluiting en discriminatie. Culturele instellingen zoals theaters worstelen bijvoorbeeld met de vraag hoe ze gemarginaliseerde gemeenschappen moeten benaderen, sportorganisaties worden uitgedaagd hoe ze inclusieve teams kunnen ontwikkelen, terwijl middelbare scholen improviseren hoe ze discriminerende praktijken van leerlingen en ouders kunnen aanpakken. In verschillende sectoren worden organisaties dus geconfronteerd met diversiteitsproblemen. Want "We weten niet hoe we met diversiteit moeten omgaan. Het is dagelijkse improvisatie”, zoals een afdelingshoofd van een middelbare school in Charlois, Rotterdam Zuid stelde. Daaruit blijkt dat diversiteit een van de meest complexe maar ook interessante maatschappelijke uitdagingen van dit moment is.
Er veel gezegd en geschreven over integratie, diversiteit en multiculturaliteit, en vooral in oordelende vorm. Zo is er nooit een tekort aan politieke aandacht op thema’s van (migratie-gerelateerde) diversiteit, aangezien ze vrijwel permanent in de politiek-maatschappelijke belangstelling staan. En de uitvoering heeft daar niet altijd baat bij. Want met harde politisering en oordeelsvorming doen we geen recht aan het belang om deze nieuwe dagdagelijkse realiteit beter te begrijpen. Een realiteit die niet langer is voorbehouden aan de grotere steden in de Randstad, maar kenmerkend is voor vele gemeenten en steden in Nederland (Bovens, Engbersen, Bokhorst en Jennissen, 2020). Bovendien is een ‘diversiteit aan diversiteiten’ niet alleen een Randstedelijk fenomeen, maar een landelijk thema. Daarom is het van groot belang om beter te begrijpen hoe er met diversiteit wordt omgegaan in de uitvoeringspraktijk. Want degenen die het beleid praktisch vormgeven, practitioners, worden vaak met talrijke uitdagingen geconfronteerd, in de uitvoering. Het kardinale dilemma daarbij is dat, om alle burgers gelijk te kunnen behandelen, ze ongelijk moeten worden behandeld. Dit leidt dit tot urgente diversiteitsdilemma’s en zelfs soms tot expliciete fricties. Uiteenlopende behoeften en de noodzaak om beslissingen te nemen hoe diversiteit aan te pakken, maakt het voor practitioners vaak moeilijk om te weten welke aanpak ze moeten volgen. Want het inrichten van een speciaal zwemuurtje voor islamitische vrouwen is wellicht met de beste bedoelingen vormgegeven, maar kan zorgen voor fricties bij groepen die zich daarmee achtergesteld voelen. Bovendien, geeft het aandacht aan achterstand, en bevestigt het die achterstandspositie wellicht alleen maar meer.
Het zou kunnen dat wat met de beste bedoelingen is vormgegeven, paradoxaal genoeg tot onbedoelde en ongewenste effecten leidt.
Diversiteitsdilemma’s
Uit de literatuur is het idee van ‘ethnic freezing’ bekend (Kruglanski en Freund, 1983) , waarbij de situatie wordt gekenmerkt van minderhedenorganisaties die alleen subsidie toegekend krijgen als zo voldoen aan strikte ‘etnische voorwaarden’. Niet zelden zorgt dat voor het bevestigen van stereotyperingen en folkloristische praktijken. Door diversiteitsdilemma’s het hoofd te bieden is het wellicht mogelijk dat practitioners met een vergelijkbaar proces te maken hebben dat begrepen kan worden als ‘diversity freezing’. Met andere woorden, door het inrichten van die speciale zwemuurtjes worden daarmee juist allerlei stereotyperingen van achterstelling (migratieachtergrond, homoseksualiteit of vrouw) sterker benadrukt en zelfs bevestigd. Het zou kunnen dat wat met de beste bedoelingen is vormgegeven, paradoxaal genoeg tot onbedoelde en ongewenste effecten leidt. Namelijk tot het verder bevestigen en legitimeren van categorieën van achterstand die juist via diversiteitbeleid gereduceerd zouden moeten worden. Een pijnlijk diversiteitsdilemma.
Zodoende is de handschoen opgepakt binnen het onderzoekscentrum Leiden-Delft-Erasmus Centre Governance of Migration and Diversity om juist deze thematiek te gaan verkennen. Met financiering vanuit de Nationale WetenschapsAgenda is aansluiting gevonden bij belangrijke praktijkuitdagingen en wordt samengewerkt met een groot scala aan kennisinstellingen In dit onderzoeksproject, Dillemas of Doing Diversity, wordt nagegaan hoe die diversiteitsdillema’s spelen in de welzijns- en zorgsector, sport en recreatiesector en huisvestingssector in onder meer Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Zwolle, Antwerpen en Hamburg. Centraal staat een nieuwe benadering die afwijkt van eerder diversiteitsonderzoek, waarin wordt verkend hoe die kruispunten van meerdere categorieën van identiteit en macht, zoals klasse, geslacht, etniciteit, seksualiteit, religie, leeftijd, gezondheid en (on)geschiktheid doorwerken in bijvoorbeeld leisure domeinen zoals de cultuur en sportsector. Daarbij is een focus op ontmoetingsruimten, zoals in hoeverre bij het ontwerp van publieke parken, speciale zwemuurtjes of bij het cultuuraanbod van het lokale theater rekening wordt gehouden met verschillende doelgroepen en welke dilemma’s dit oproept.
‘Dilemmas of diversity’ kijkt kritisch naar ‘doing diversity’ in heden en verleden en toekomst.
In dit onderzoeksproject focust daarmee op de diversiteit die bijt, namelijk op de diversiteitsdillema’s te onderzoeken die politiek soms beladen zijn, maar empirisch gezien nog niet goed onderzocht zijn hoe daarmee wordt omgegaan en wat daarvan de consequenties zijn. En zoals bekend bestaan er nauwelijks echt goede antwoorden op een duidelijk dilemma. Het is de tragische conditie die diversiteitspraktijken kenmerkt en waar nog veel vragen onbeantwoord zijn.
Bronnen:
- Bovens, M. A. P., Engbersen, G., Bokhorst, M., & Jennissen, R. (2020). Samenleven in verscheidenheid: Beleid voor de migratiesamenleving. WRR-Rapport, 103.
- Crul, M. (2016). Super-diversity vs. assimilation: how complex diversity in majority–minority cities challenges the assumptions of assimilation. Journal of Ethnic and Migration Studies, 42(1), 54-68.
- Kruglanski, A. W., & Freund, T. (1983). The freezing and unfreezing of lay-inferences: Effects on impressional primacy, ethnic stereotyping, and numerical anchoring. Journal of experimental social psychology, 19(5), 448-468.
- Luyendijk, J. (2022). De zeven vinkjes; Hoe mannen zoals ik de baas spelen. Uitgeverij Pluim.
- Vertovec, S. (2007). Super-diversity and its implications. Ethnic and racial studies, 30(6), 1024-1054.
‘Dilemmas of diversity’: diversiteitsbeleid en -praktijk in Nederlandse steden in verleden, heden en toekomst
Politici, beleidsmakers, journalisten, wetenschappers en anderen benadrukken het belang van een inclusieve samenleving waarin bij beleid en praktijk ruimte is voor diversiteit in tal van opzichten (bijvoorbeeld etniciteit, geloof, gender, klasse en seksualiteit). Maar hoe creëer en stimuleer je een samenleving met samenhang en ruimte voor verschillen, waarin bovendien iedereen gehoord wordt? Om iedereen gelijke kansen te geven, moet niet iedereen gelijk behandeld worden. De een heeft immers meer steun en hulp nodig dan de ander. Hoe worden keuzes gemaakt en verantwoord? ‘Dilemmas of diversity’ kijkt kritisch naar ‘doing diversity’ in heden en verleden en toekomst.
Penvoerder namens het consortium: prof. dr. Marlou Schrover - Universiteit Leiden
Consortium: Universiteit Leiden, Erasmus Universiteit Rotterdam, Technische Universiteit Delft, Leyden Academy on Vitality and Ageing, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), Hogeschool Utrecht, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC), Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kenniscentrum Sport en Bewegen, Ministerie van Justitie en Veiligheid, Gemeente Rotterdam, SOR Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam, Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA), Aktiegroep het Oude Westen Rotterdam, Platform ZorgSaamWonen, Amstelring Dagbesteding, Gemeente Amsterdam, MOB, IDEM Radar, Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Samen Wonen Samen Leven, Leiden-Delft-Erasmus Centre Governance of Migration and Diversity (GMD), Buurtzorg, Nieuw Wij, COC Nederland, Stichting Disability Studies Netherlands, Universiteit Antwerpen, Universiteit Hamburg.