Geplaatst op: 06-11-2022
Auteur: Peter Horsten & Simon de Wijs
Breda University of Applied Sciences
Publicatie: Uncover 6

Wij zijn Nederland, dat is mijn droom

Interview Nationaal Coordinator tegen Discriminatie en Racisme

Wij zijn Nederland, dat is mijn droom

De redactie van Uncover ging in gesprek met Rabin Baldewsingh die in oktober 2021 benoemd is als Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR).

Peter Horsten en Simon de Wijs vormen de redactie van Uncover

Wat is de reden geweest om juist nu een NCDR in het leven te roepen?
De aanstelling is door het Kabinet gedaan op verzoek van de Tweede Kamer. Aanleiding ligt in een aantal feiten en gebeurtenissen die heel relevant zijn. We hebben in Nederland lange tijd gezegd dat we zaken goed georganiseerd hebben en dat er geen sprake is van discriminatie. Artikel 1 van onze grondwet is nota bene het gelijkheidsbeginsel: iedereen is gelijk. Maar er is weldegelijk sprake van discriminatie in Nederland. Vanaf 2016 kwam de Black Lives Matter beweging op in Nederland. Bij demonstraties in 2020, na de dood van George Floyd, gingen tot 60.000 mensen de straat op, wat ongekend was in Nederland. Daarna kwam in ons collectieve geheugen het toeslagenschandaal waarbij je zag dat er systemisch en institutioneel mensen op basis van hun sociaal-economische situatie en ook op basis van etniciteit uitgesloten werden. Deze zaken samen hebben een enorm kantelpunt bewerkstelligd wat heeft geleid tot draagvlak in zowel de politiek als de samenleving en een ‘sense of urgency’ om de aanpak te versterken.

Er is weldegelijk sprake van discriminatie in Nederland.

Wat is precies de opdracht als NCDR?
Er moet voor de langere termijn een nationaal programma komen om discriminatie en racisme aan te pakken met duidelijke acties op de kortere termijn. Daarvoor is het in de aanpak belangrijk een co-creatie proces op te starten. Er is sprake van versnipperdheid en verkokering als je het over het onderwerp hebt: het raakt zeker 5 verschillende ministeries. Dat moeten we doorbreken. We zitten nu middenin een proces om draagvlak te creëren: politiek, ambtelijk en in de samenleving. Om dat te bewerkstelligen organiseerden we 22 Townhall sessies. Dit zijn tafelgesprekken met stakeholders en betrokkenen rondom allerlei belangrijke onderwerpen. Er komen 7 thema’s uit die prioritair zouden kunnen zijn in het nationaal programma: zwart racisme, anti moslim discriminatie, institutioneel racisme en etnische profilering, LHBTIQ+, woningmarktdiscriminatie, discriminatie in de zorg en arbeidsmarktdiscriminatie.

We kiezen bij het programma voor een intersectionele benadering: iemand kan discriminatie ervaren op basis van verschillende gronden. Denk bijvoorbeeld aan een lesbische vrouw van kleur. Dan is het belangrijk dat er samenhang is in het beleid. We hangen de versterkingen in het Programma op aan drie kapstokken: de aanwezigheid van discriminatie en racisme in Nederland erkennen & voorkomen, daadwerkelijke discriminatie en racisme herkennen & melden en slachtoffers van discriminatie en racisme bijstaan & beschermen.

Welke rol heeft u specifiek als NCDR en zit er ook een juridische kracht achter de functie?
Ik ben niet de nationale ombudsman of de autoriteit persoonsgegevens. Met mij is afgesproken dat het beleid bij de departementen blijft, evenals de middelen. Ik zal zeker maatregelen aandragen die handhavend zouden kunnen werken maar opleggen van de handhaving blijft bij de instanties die erover gaan. Ik zal veel meer in de inhoud en in het discours gaan zitten. De rol die ik mezelf toebedeeld heb als NCDR is drieledig. Ik wil de verbinder zijn. Bijvoorbeeld tussen de 5 ministeries onderling, met de samenleving, richting de politiek. Daarnaast wil ik aanjager zijn op discussies en thema’s die we liever niet willen aankaarten en wat me opvalt. Bijvoorbeeld via een ingezonden artikel in Trouw over de wijze waarop we mensen uit Oekraine (overigens terecht) opvangen. Je ziet dan dat witte Oekrainers anders behandeld worden dan zwarte Oekrainers. En de laatste rol is die van waakhond. Ik ga erover waken dat de maatregelen uit het programma gerealiseerd worden. Ik ga erover waken dat we het gelijkheidsbeginsel in ons vaandel houden. En daar waar ik constateer dat het niet goed gebeurt zal ik ‘shamen’. En waar ‘faming’ kan bijdragen aan goed gedrag, zal ik dat natuurlijk ook doen.

Zijn er misschien concrete voorbeelden van faming en shaming waarvan u zegt die moeten fame krijgen en in de etalage gezet worden?
Zeker, bijvoorbeeld op het gebied van werk en arbeidsmarkt. Sommige bedrijven stellen sollicitatiecommissies samen met verplicht een vrouw en verplicht iemand met een migratieachtergrond erin. Om inclusiviteit op de werkvloer te bereiken is dat echt nodig. Of organisaties die bij de werving en selectie de ‘Rooney rule’ hanteren. Deze regel zorgt ervoor dat je bij elke vacante functie in elk geval één persoon met migratieachtergrond op een sollicitatiegesprek roept. En er is een restaurantketen in Vlissingen die met ‘open hiring’ aan de slag gegaan zijn. Men hoeft geen diploma’s te zien, iedereen die wil werken kan zich aanmelden en komt onderop de stapel. Als men dan aan de beurt is wordt gekeken wat men wil en kan. Tot slot de politie. Als je kijkt hoe ze het diversiteitsbeleid in de organisatie aanvliegen en proberen te verankeren. Herkennen en erkennen van discriminatie is een belangrijke stap en zeker als men het omzet in acties en daden. Maar ook zij hebben nog een lange weg te gaan.

Het is erg pijnlijk als men aan het begin van de loopbaan al geconfronteerd wordt met uitsluitingsmechanismen.

Shamen doen we ook waar dat nodig is. Iets dat jullie doelgroep nadrukkelijk raakt is dat kennisinstellingen onvoldoende inclusief zijn. De studentenpopulatie verandert maar als je kijkt naar de docentenkorpsen dan is daar nog een wereld te winnen. Of kijk naar het stagebeleid. Studenten met een migratieachtergrond moeten vier keer vaker solliciteren dan studenten zonder migratieachtergrond. Het is erg pijnlijk als men aan het begin van de loopbaan al geconfronteerd wordt met uitsluitingsmechanismen. Dat is geen goed vertrekpunt van een samenleving die eigenlijk een ‘safe haven’ zou moeten zijn. Het is dan ook mijn oproep aan kennisinstelingen om het niet alleen belangrijk te vinden (want dat vinden we allemaal) maar om inclusiviteit daadwerkelijk in de bedrijfscultuur te verankeren.

Laten we de stap naar vrijetijd maken. Los van economische aspecten zien wij vrijetijd ook als gebied waar mensen vrij kunnen kiezen, hun geluk zoeken, waar ontwikkelingskansen zitten. Op welke wijze speelt leisure als domein een rol in het denken over een aankomend programma? Leisure speelt zich af in belangrijke mate af in de openbare ruimte en dat is in Nederland, zeker in grote steden, de huiskamer van de stad. Dus die moet inclusief zijn. Daar schort het echter wel een beetje aan. Wij hebben onszelf tot norm gemaakt (volwassenen, mannen, Nederlanders, die kunnen lopen,.....), maar iemand die bijvoorbeeld invalide is, wordt regelmatig geconfronteerd met het feit dat die openbare ruimte niet zo inclusief is. Ik woon aan een plein en daar werden de banken weggehaald omdat jongeren erop gingen zitten! Daar had men last van. Datzelfde zie je bij de inrichting van het strand en de boulevard. We hebben veel jongeren van de Scheveningse boulevard verjaagd omdat ze zich er ophielden met muziek en drank. Flinke slagen moeten gemaakt worden, zodat de publieke ruimte die inclusieve huiskamer wordt die daadwerkelijk als toegankelijke ontmoetingsplek dient, en ontmoetingen bevordert. 

U heeft het ook over de multiculturaliteit en diversiteit van onze samenleving die in potentie juist een enorme kracht zijn en dat we die onvoldoende benutten.
Ja precies en daar kan leisure een belangrijke rol spelen. Zowel maatschappelijk als economisch. Als je in een KLM toestel zit krijg je prachtige films met ‘welcome to the Netherlands’ en dan zie je de klompen en de tulpen en Amsterdamse grachten en Delfts blauw. Terwijl er ook allerlei andere zaken zijn waaraan je zou kunnen refereren: Nederland is een open samenleving, kom, ervaar en geniet. Een voorbeeld is het zomercarnaval. Waarom wordt dat niet gebruikt in de totale branding van ons land net als in Rio? Manchester, Birmingham, Los Angeles, New York of Toronto zijn allemaal steden die wel durven om hun multiculturaliteit te vermarkten, om het aantrekkelijk te maken, om het in de etalage te zetten, om daarmee de binnenstad te verlichten en verlevendigen.

Door het huidige visumbeleid sluiten we mensen uit om naar Nederland te komen.

Kerstmis en Sinterklaas zijn heel belangrijke momenten, sociaal gezien, maar ook voor economische reuring in de stad. Waarom doen we dat niet ook op allerlei andere momenten die interessant kunnen zijn om de economie te stimuleren en toerisme aan te trekken. Denk aan het Suikerfeest, Diwali of Chinees Nieuwjaar. Het is toch merkwaardig dat er slechts een paar 100.000 Chinezen, van de 1,4 miljard die er zijn, naar Nederland komen. En dan komen ze voor de tulpen en Amsterdam, terwijl in grote steden Chinatowns zijn. Haarden van economische (Chinese) bedrijvigheid, met winkels, restaurants, maar ook allerlei events zoals drakendans en Chinees nieuwjaar. We slagen er kennelijk niet in om dat over het voetlicht te brengen.

Er is dan trouwens ook een wereld te winnen door de Rijksoverheid in het visumbeleid. Het feit dat er weinig Chinezen hierheen komen heeft ook te maken met de hoeveelheid beschikbare visa. Voor Indiërs is dat ook maar een beperkt aantal, terwijl daar ook 1,3 miljard mensen wonen waarvan ongeveer 500 miljoen in de middenklasse, die dus wel wat te besteden hebben. Dat doen ze nu vooral in Azië, het Middenoosten, Canada en Amerika. Het zou mooi zijn als er een liberalisering doorgevoerd wordt als het gaat om het visumbeleid. Nu sluiten we mensen uit om naar Nederland te komen en hier hun geld te besteden.

We realiseren ons onvoldoende dat we de norm die we hanteren moeten uitrekken. We denken nog altijd teveel met wit als de norm. Maar de stad en het land zijn veranderd dus moeten we iedereen gebruiken in het aantrekken van reuring, bedrijven en toeristen. Er ligt een potentie die niet benut wordt omdat mensen de potentie niet erkennen. We zitten nog teveel vast in het frame dat multiculturaliteit slecht zou zijn, het verhaal dat multiculturaliteit een zwakte is, dat het Nederland naar beneden haalt, terwijl het Nederland juist sterker maakt.

Dit raakt sterk aan toerisme. Leisure gaat ook over andere subsectoren zoals horeca, sport en cultuur. Zijn er plekken waarvan u ziet dat daar pijnpunten zitten?
De horeca moet een plek zijn waar iedereen gastvrij ontvangen wordt, maar het toelatingsbeleid, waarbij mensen op etniciteit geweigerd worden, sluit daar niet bij aan. Wat mij betreft ‘shamen’ en handhaving erop zetten. Gelukkig is het op de agenda van de grote gemeenten. Maar wet en regelgeving moeten handhaving wel mogelijk maken en vooralsnog is dat niet zo. Ook het OM zal een slag moeten slaan. Zij willen enkel handhaven als er ‘zekere’ bewijslast is, maar dat is vaak lastig. Misschien moet men bij twijfel vaker handelen zodat er in ieder geval ook een sterkere normstelling vanuit gaat. Het gaat natuurlijk niet alleen om mensen begeleiden en klachten noteren, maar juist ook om preventie samen met de horeca. Antidiscriminatievoorzieningen moeten daarvoor versterkt worden zodat die hun rol beter kunnen vervullen. 

Binnen voetbal en sport in bredere zin is überhaupt ook sprake van uitsluitingsmechanismes en daar ligt dus ook een taak. Voetbal is een hele belangrijke sector in onze samenleving en daar zie je oerwoudgeluiden, bananen, liederen als ‘wie niet opstaat is een....’, terwijl er ook campagnes als ‘one love’ en ‘say no to racism’ zijn. Dan denk ik: het zijn niet allemaal racisten, maar we moeten ze wel bewust maken van het feit dat ze mechanismen volgen en dingen roepen die racistisch van aard zijn. Dat mensen nadrukkelijk uitgesloten worden en mensen zich niet senang voelen. Het is een maatschappelijk probleem, maar er ligt ook een verantwoordelijkheid van clubs en organisaties om paal en perk te stellen. Of minstens zaken bespreekbaar te maken.

De cultuursector was wel een van de eerste die de code diversiteit hebben omarmd en ondertekend. Toch liggen er ook grote uitdagingen om de cultuursector in de breedte daadwerkelijk inclusief te maken. Je hebt te maken met een serie aan p’s: programma, personeel, publiek, partners. Je ziet bijvoorbeeld dat culturele instellingen onvoldoende divers programmeren. Bach en Beethoven zijn fantastisch en ik geniet ervan maar het is ook leuk eens een Turkse of Indiase componist te programmeren. Je moet iets willen doen aan je programmering en je richten op een diverser publiek. Om dit zover te krijgen zul je vooral ook aan (de diversiteit van) je personeel iets moeten doen. Doen we dat niet dan gaan organisaties, ook die vermaard zijn, langzamerhand hun bestaansrecht verliezen. Er gaat onevenredig veel gemeenschapsgeld naartoe, terwijl hun programmering nu op een te klein segment gericht is. Dat geldt ook voor andere cultuurinstellingen. Kijk naar musea die onvoldoende de potentie herkennen om bijvoorbeeld Afrikaanse kunst te exposeren. Er is werk aan de winkel en daarom heb ik de culturele sector uitgedaagd om ook met een townhall sessie te komen.

We zitten nog teveel vast in het frame dat multiculturaliteit slecht zou zijn .... terwijl het Nederland juist sterker maakt.

Wij gebruiken ook de term leisure als proeftuin. Om aan te geven dat het omgevingen zijn waarin je dingen zou kunnen uitproberen. Ziet u mogelijkheden om vrijetijd als instrument in te zetten om het programma te verwezenlijken?
Dat is van eminent belang. In de Koran, laat ik dat even citeren, staat geschreven dat God, Allah, ons gemaakt heeft als verschillende volkeren zodat wij elkaar beter leren kennen. Dat is een interessante: leer elkaar kennen, dat versterkt een samenleving en de gemeenschap. Daar kun je leisure voor inzetten. Als leisure je huiskamer is dan moet je die gebruiken om mensen aan elkaar te verbinden. Bonding en bridging zijn interessante en waardevolle gedachten maar je hebt instrumenten nodig om daartoe te komen. Ik zou wensen dat wij bepaalde krachten die er reeds in de samenleving zijn gebruiken om aan die bonding en bridging te doen. In leisure zitten dan mogelijkheden in festivals of in culinaire zaken. Bij elkaar proeven van elkaars cultuur. Maar we moeten daar wel voor openstaan.

Ik heb mijn hoop gevestigd op de jongere generatie, op studenten. Die populatie is behoorlijk divers en als we erin slagen om die te betrekken om leisure als instrument te gebruiken, dan komen we wel tot inclusiviteit.

U haalde eerder de campagne ‘say no to racism’ aan. Waar staan we eigenlijk op dit moment?
Ik zal een wedervraag stellen met daarin ook het antwoord. ‘Is the dream van Martin Luther King gerealiseerd?’ Ik denk het niet, niet in Amerika, niet wereldwijd. Het is een proces. We zijn wel verder dan toen de droom werd uitgesproken. Er is inmiddels zelfs een zwarte president geweest in de VS. Er is een duidelijke stijgende lijn, maar discriminatie en racisme zijn maatschappelijke fenomenen die inherent zijn aan de mens die discrimineert, die verschillen duidt en en er ook naar wil leven. Toch blijft de hoop dat er generaties komen voor wie het gewoon vanzelfsprekend is om als diverse mensen volkomen gelijkwaardig samen te leven. Een gek voorbeeld misschien, maar toen ik naar Nederland kwam rookten mensen overal, in de trein, in vergaderzalen, op scholen. Leraren rookten zelfs in de klas. We zijn ook daarmee stapsgewijs aan de slag gegaan en nu zijn die dingen ‘not done’. We zijn in beweging en onderweg, het pad is diep geplaveid. Dat is een grote, grote winst.

Dat is inderdaad mooi en geeft houvast. We horen langs de andere kant ook over meer polarisatie. Mensen die aangeven dat ‘Nederland niet meer het Nederland is dat men kende’.
Nederland is toch ook niet het Nederland van 30, 50 of 70 jaar geleden. En het Nederland van 1960 was ook niet het Nederland van 1728 of van 1833. De nostalgie die wij koesteren aan vroeger is prima, maar de tijd van toen is dood, als het ware, en dat moeten we aanvaarden. Dat betekent niet dat de tijd van nu een slechte tijd is. We moeten over onze eigen schaduw heenkijken om te realiseren dat de dynamiek in de samenleving inherent is aan de samenleving zelf. Over 50 jaar zal Nederland ook weer een ander Nederland zijn.

Dat neemt niet weg dat sommige mensen andere mensen als bedreiging kunnen zien. Daar moet je het gesprek over voeren. Bonding en bridging is in dat kader misschien nog relevanter geworden.
Polarisatie op zich is goed om dingen met elkaar te benoemen en te bediscussiëren. Het is gezond en van belang voor democratie. Maar als polarisatie populistisch of soms zelfs demagogisch wordt aangevlogen, dan gaat het mis. We zitten nu in dat populistische proces.

Als we nu tot slot vooruit kijken, wat ziet u dan in de inclusieve samenleving als droombeeld? Waar moeten we over 5 jaar staan?
We zijn ons vaak niet bewust dat veel mensen een grotere geschiedenis ‘hier in Nederland’ hebben dan elders. Velen zijn zelfs hier geboren. Het belangrijkste is dat wij ons realiseren dat ‘wij’ met alle meer dan 17,5 miljoen samen Nederland zijn. Dat betekent dat iedereen die zich op Nederlands grondgebied bevindt, zich eigenaar moet kunnen voelen van Nederland, dat eigenaarschap ook krijgt en de ruimte om eigenaar te kunnen zijn. Wij zijn Nederland, het is mijn droom dat we dat proberen neer te zetten. Dat kan alleen door de norm die we nu hanteren los te laten. We moeten die normdiscussie niet wegduwen maar juist voeren. Hanteren we als norm: man, wit, grijs, enzovoorts, zeg maar: iedereen die de 7 vinkjes van Joris Luyendijk kan zetten? Of is de norm iedereen? Vrouw, man, beperkt, niet beperkt, homo, hetero, jong, oud, zwart, wit.... Ik hoop dat we aan de boom die ‘norm’ heet weten te schudden en dat we kunnen komen tot een ander normatief discours. En dat we er ook naar leren handelen, dat we niet accepteert dat er ongelijkheid wordt gecreëerd.

Inclusiviteit gaat dus verder dan diversiteit. Laat me een mooi Engels citaat gebruiken om dat duidelijk te maken: het Nederland van morgen is een land waar je niet alleen tegen elkaar zegt: ‘you are invited to the party’, maar: ‘you are invited to the party, ánd you are also invited to dance at the party, to bring your music to the party and to bring your food to the party’. Dat is diversiteit mét inclusiviteit. Dat is de droom.

Dit artikel is eerder verschenen in Uncover, een uitgave van het domein Leisure & Events van de Breda University of Applied Sciences. Nieuwsgierig naar de andere artikelen uit Uncover? Stuur dan een mailtje naar ton@nrit.nl.
Trefwoorden: discriminatie, racisme, toegankelijkheid, inclusiviteit, inclusieve recreatie, inclusieve leisure, toegankelijke recreatie, toegankelijke leisure

CELTH
 




   

   

   
   
   

   

||| Nieuws |||

29/11/24
Exclusief voor leden
Tweede editie van Light Safari na eerste succesvolle editie
De tweede editie van Light Safari in Safaripark Beekse Bergen is van start gegaan. Vorig jaar trok het evenement meer dan 185.000 bezoekers en dit jaar belooft het nog spectaculairder te worden.
29/11/24
Recreatie- en natuurgebied Marickenland van start
Na jaren van voorbereiding start de inrichting van de eerste 150 hectare natuur in Marickenland in gemeente Ronde Venen. In dit gebied is ook veel aandacht voor recreatie met wandelpaden en een natuurspeelplaats.
29/11/24
Inspiratie- en netwerkreis voor vrijetijdssector naar Wereld Expo in Japan
Van 13 april tot 13 oktober 2025 vindt de wereldtentoonstelling Expo 2025 plaats in Osaka. Daarom organiseert Richard de Bruin voor Nederlandse vrijetijdsondernemers een 6-daagse inspiratie- en netwerkreis naar Japan.
29/11/24
Onderzoek naar gevolgen ravijnjaar voor toerisme en recreatie van start
Wat betekent het zogenaamde ravijnjaar 2026 voor Nederlandse gemeenten op beleidsterrein toerisme en recreatie? Dat gaat Leisurebrains samen met Markteffect onderzoeken. Zij doen daartoe een oproep aan wethouders en beleidsmedewerker bij gemeenten.
29/11/24
Acceleratieprogramma voor innovatie zakelijke evenementen van start
Het Acceleratie Programma van het EU-gefinancierde project ‘BEFuture’ heeft 30.000 euro per project beschikbaar voor Nederlandse innovaties die de technologische en duurzame transitie in de zakelijke evenementen sector ondersteunen.
29/11/24
Kennisinstellingen samen aan de slag met duurzame gastvrije transities
Het Regieorgaan SIA heeft het SPRONG-programma Gastvrije Transities goedgekeurd en een subsidie van twee miljoen euro toegekend. De nieuwe SPRONG-groep werkt in vier regionale transitiearena’s aan de thema’s klimaatneutraal, brede welvaart, healthy region en regeneratieve gebiedsontwikkeling.
29/11/24
Zeeland presenteert de gast van de toekomst
Tijdens de Toeristische Ontmoetingsdag 2024 in Zeeland stond het thema ‘De Gast van de Toekomst’ centraal. Diana Korteweg Maris van het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme presenteerde het onderzoek ‘De gast van de toekomst in Zeeland in 20240’.
28/11/24
Exclusief voor leden
Certificaat SDG doelen voor Center Parcs
Center Parcs Europe heeft het SDG Pioneer-certificaat van de Verenigde Naties ontvangen voor de 29 Europese parken. Een belangrijke stap voor de duurzame ontwikkeling van deze keten.

||| Agenda |||

03/12/24
03/12/24 t/m 03-12-24: Marketing Zaanstreek Presents
Op dinsdag 3 december, presenteert Marketing Zaanstreek haar nieuwe meerjarenstrategie. Locatie is d...
08/01/25 t/m 09-01-25
08/01/25 t/m 09-01-25: Travel Trade Days
Va­kan­tie­beurs is het grootste rei­seve­ne­ment van het jaar, al meer dan 50 jaar bekend in ...
12/02/25 t/m 13-02-25
12/02/25 t/m 13-02-25: Recreatie Next Level: dé next step naar inspiratie & kennis voor de recreatieprofessional
Recreatie Next Level is dé next step naar inspiratie en kennis voor de (toekomstige) rec...
20/03/25
20/03/25 t/m 20-03-25: Trendcongres Toerisme 2024: Toerisme in Transformatie: Business as Unusual
Op donderdag 20 maart 2025 organiseert NRIT in samenwerking met de opleidingen Tourism Management we...