Is de openbare ruimte voor iedereen?
Barrières om te sporten en te bewegen in de openbare ruimte
De openbare ruimte heeft de afgelopen jaren een steeds belangrijkere rol ingenomen als plek om te sporten en sportief te bewegen. Aangewakkerd door de coronapandemie liepen we in de lunchpauze met de Ommetje-app in de hand en deden we na het werk aan bootcamp in het park. Deze ontwikkeling is echter niet nieuw. Waar sporten in verenigingsverband relatief stabiel blijft, zien we een sterke groei van individuele sportbeoefening in de openbare ruimte. Hardlopen, wielrennen en wandelen zijn hierin populaire koplopers.
Laura van der Meijde & Mark Noordzij zijn onderzoeker bij het Mulier instituut. Mark is sociaalgeograaf en gespecialiseerd in de relatie tussen leefomgeving, bewegen en gezondheid. Laura is socioloog en houdt zich bezig met het verklaren van sociale ongelijkheid in sport en beweeggedrag.
Maatschappelijke trends als informalisering, informatisering en individualisering liggen ten grondslag aan deze verandering. Sporten in de openbare ruimte is vaak minder formeel en niet of anders georganiseerd, wordt veelal alleen of in kleine groepjes beoefend en gaat gepaard met het gebruik van allerlei apps en slimme apparaten.
Wanneer we het over de openbare ruimte hebben, bedoelen we de buitenruimte die vrij toegankelijk is. Iedereen zou in staat moeten zijn deze te gebruiken om sportief te bewegen. Dit uitgangspunt sluit aan bij de ambitie van ‘Inclusief sporten en bewegen’, een belangrijke pijler van het Nationaal Sportakkoord (Ministerie van VWS, 2018). De openbare ruimte is immers van ons allemaal.
Uit recent onderzoek blijkt dat zeven op de tien Nederlanders minimaal één keer per maand gebruik maken van de openbare ruimte om te sporten of sportief te bewegen (Prins & Van Lindert, 2021). Maar dit is lang niet altijd gelijk verdeeld over verschillende doelgroepen. Mensen met een beperking, vrouwen en mensen met een laag inkomen en/of laag opleidingsniveau doen dit bijvoorbeeld (veel) minder.
Hoe kunnen we de buitenruimte zo inrichten dat zij aantrekkelijker wordt voor deze doelgroepen? Aan de hand van twee voorbeelden gaan we op die vraag in. We zoomen in op de potentie van urban sports om jongeren uit lage-inkomenshuishoudens en meiden in beweging te brengen.
Urban sports biedt kansen voor jongeren
Urban sports zijn enorm in opkomst en veroveren steeds meer hun plaats in de openbare ruimte. De vele sportieve activiteiten onder deze noemer zijn te herkennen aan hun sterk culturele, grensverleggende en vrije karakter en zijn bij uitstek geschikt om te beoefenen op straat. Te denken valt aan skateboarden, streetdance, freerunning, en straatvoetbal. Met name onder jongeren zijn deze sporten populair. Zij lijken aangetrokken tot de mogelijkheid om te kunnen sporten waar, wanneer en met wie zij maar willen en gebruiken hiervoor de stad als hun speelveld.
Beleidsmakers zien in urban sports meer dan alleen een veelbelovende oplossing om sportuitval tegen te gaan
Met name grootstedelijke gemeenten zien het faciliteren van urban sports dan ook als een geschikt middel om sportparticipatie onder jongeren te verhogen. Door toegankelijke voorzieningen als skateparken, calisthenicsfaciliteiten en urban playgrounds te bouwen proberen zij met name ‘voor sport moeilijk te bereiken jeugd’ in beweging te brengen en te houden. Hiermee worden jongeren bedoeld die zich niet (meer) willen binden aan een vereniging en achterblijven in sportdeelnamecijfers. Uit onderzoek blijkt dat jeugd uit gezinnen met een laag gezinsinkomen minder sporten en bewegen: gemiddeld sporten zij 2,6 uur minder per week dan kinderen met een hoog gezinsinkomen (Van Stam et al., 2021). Een aantal gemeenten richt hun urban sports-beleid daarom specifiek op achterstandswijken, waar relatief veel gezinnen wonen met een laag inkomenshuishouden
Maar beleidsmakers zien in urban sports meer dan alleen een veelbelovende oplossing om sportuitval tegen te gaan. Door vallen en opstaan, het ontdekken van je eigen grenzen, creatief gebruik van het lichaam en verbondenheid met de urban gemeenschap hopen zij dat de sporten positief kunnen bijdragen aan persoonlijke zelfbeschikking, talentontwikkeling en ondernemerschap. Onder andere de discipline, het doorzettingsvermogen en de focus die nodig zijn om trucjes onder de knie te krijgen kunnen hieraan bijdragen, zo ervaren de sporters zelf (Bruggeling & Van Batenburg-Eddes, 2020).
Maar om dat te bereiken is meer nodig dan bouwen, zo pleiten initiatiefnemers uit de urban sports-gemeenschap. Enkel door te luisteren naar de behoeftes van de jeugd, hun plannen serieus te nemen en ze verantwoordelijkheid te geven, zien zij in urban sports de potentie om beweging en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling onder jongeren te bevorderen (Sellering & Blom, 2021).
Dit vraagt wel om out-of-the-box-denken. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Tilburg, waar jonge creatievelingen uit de urban scene de kans krijgen hun idee voor een project met een ‘Urban Voucher’ tot leven te brengen. Aangewakkerd door de invloed van corona op het welzijn van jongeren bieden de vouchers subsidie om initiatieven op te starten met als doel om via urban sports eenzaamheid, somberheid en angst onder jongeren tegen te gaan. Ook worden de jongeren gecoacht in het opzetten van hun initiatief. Hiervoor kunnen zij terecht bij een Urban Ambtenaar, die een verbindende rol speelt tussen de urban gemeenschap en de stad.
De eerste stap is om een plek te creëren waar meiden zich sociaal veilig voelen.
De Urban Dance Ground: een veilige speelplek voor meiden
Voor jongeren is de openbare ruimte vooral een sociale ontmoetingsplaats. Ze willen elkaar zien, gezien worden en elkaar ontmoeten. Sport- en speelmogelijkheden in het zicht van huizen of plekken waar veel mensen komen zijn daarom favoriet. De manier waarop jongeren gebruik maken van de buitenruimte verschilt echter flink tussen meiden en jongens. Zo speelt voor meiden het gevoel controle te hebben over de sociale interacties een belangrijke rol. Zij worden bijvoorbeeld minder actief wanneer er meer jongens aanwezig zijn (Reimers et al., 2018). Tegelijkertijd neemt het sportgedrag van meiden sterk af tijdens hun tienerjaren (Prins & Van Lindert, 2021). Het is daarom extra belangrijk dat we de buitenruimte zo inrichten dat deze aantrekkelijk blijft voor meiden om te gebruiken.
Maar hoe doe je dat? De eerste stap is om een plek te creëren waar meiden zich sociaal veilig voelen en die aansluit bij hun wensen en behoeften. Een mooi voorbeeld hiervan is de Urban Dance Ground in Utrecht en Amsterdam. Deze dansvloer in de openbare ruimte heeft een DJ-post waarmee je muziek kunt afspelen als je aan een wiel draait. Dit wiel wekt energie op en wanneer je een telefoon op de post legt, kun je muziek afspelen. Zo kunnen op de Dance Ground breakdancemoves getraind worden of dansjes, die dan weer via TikTok of Instagram gedeeld kunnen worden. De Urban Dance Ground richt zich daarmee specifiek op tienermeiden en dat is uniek in de Nederlandse openbare ruimte.
Stap twee is om op verschillende plekken ook aanbod te organiseren voor deze doelgroep. Zo blijkt uit een onderzoek naar een Krajicek Playground in Ede dat meiden, wanneer er specifiek activiteitenaanbod voor hen wordt georganiseerd, in de dagen daarna ook meer gebruik maken van de speelplek (Reitsma & Prins, 2020). Ook op Urban Dance Grounds worden activiteiten als danslessen georganiseerd om meiden bij de plek te betrekken.
Conclusie
De openbare ruimte is bedoeld voor ons allemaal. Toch zien we dat sommige groepen, waaronder meiden en jongeren uit gezinnen met een laag huishoudinkomen, veel minder buiten sporten en bewegen. Willen we naar een inclusievere openbare ruimte, dan is er meer aandacht nodig voor deze doelgroepen. Daarvoor is het nodig dat er meer plekken komen die aansluiten bij hun wensen en behoeften, dat er voldoende passend aanbod voor hen wordt georganiseerd en dat we hen bij dit hele proces betrekken.
Referenties
- Bruggeling, D., & Van Batenburg-Eddes, T. (2020). Onderzoek urban sports. Gemeente Rotterdam.
- Ministerie van VWS (2018). Nationaal Sportakkoord. Sport Verenigt Nederland. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport/Kenniscentrum Sport & Bewegen.
- Prins, R., & Van Lindert, C. (2021). De beweegvriendelijke openbare ruimte voor verschillende leeftijdsgroepen. In R. Prins, R. Hoekman, & H. Van der Poel (Reds.), Brancherapport sport en bewegen in de openbare ruimte. (pp. 102-129). Arko Sports Media.
- Reimers, A., Schoeppe, S., Demetriou, Y., & Knapp, G. (2018). Physical Activity and Outdoor Play of Children in Public Playgrounds—Do Gender and Social Environment Matter? International Journal of Environmental Research and Public Health, 15(7), 1356. https://doi.org/10.3390/ijerph15071356
- Sellering, M., & Blom, E. (2021). Urban sports. Arko Sports Media.
- Van Stam, W., Van den Dool, R., & Elling, A. (2021). Sport- en beweeggedrag van kinderen en jongeren naar sociaaleconomisch milieu. Mulier Instituut.
- pm-dance.nl/urbandanceground.html
- sportintilburg.nl/urbanvouchers