Radar voor het Stadsgevoel
Sturen op sociaal-maatschappelijke impacts
Aandacht voor diversiteit en inclusiviteit is niet noodzakelijkerwijs nieuw, maar de schaal waarop dit momenteel gebeurt en de reikwijdte van het begrip inclusiviteit is dat wel. Met name jongeren zijn zich in toenemende mate bewust van ongelijkheid in de maatschappij en roepen om aandacht hiervoor. Deze grassroots of bottom-up aanpak van het streven naar een inclusievere samenleving heeft gehoor gekregen in de museumwereld.
Jeroen Nawijn is hoofddocent aan Breda University of Applied Sciences, domein Tourism. Hij is projectleider van het RAAK Publiek onderzoeksproject Radar voor het Stadsgevoel. Hij maakt deel uit van de onderzoeksgroep Tourism Impacts on Society.
Esther Peperkamp is als docent en onderzoeker werkzaam bij Breda University of Applied Sciences, domein Leisure. Ze maakt deel uit van de onderzoeksgroep Placemaking & Events.
Stadsmusea
In dit artikel kijken we specifiek naar de manier waarop stadsmusea in Nederland omgaan met inclusiviteit. Uitgangspunt hierbij is het RAAK-Publiek 2019 onderzoeksproject ‘Radar voor het Stadsgevoel’, dat uitgevoerd is door Breda University of Applied Sciences in samenwerking met Hoebink Onderzoek & Advies, Museum Gouda, Musea Zutphen en Stedelijk Museum Breda. Het doel van dit project was om te komen tot bruikbare kwaliteitscriteria voor sociaal-maatschappelijke impacts van stadsmusea en het daartoe opstellen van een praktische toolkit waarmee (stads)musea en andere instellingen binnen de cultuursector hun kwaliteiten beter kunnen laten zien en valideren. Alhoewel de inhoud verder strekte dan inclusiviteit alleen, bleek dat inclusief zijn en blijven belangrijke onderdelen zijn van de identiteit van stadsmusea en noodzakelijk zijn om een breed publiek te verbinden met de stad.
Een museum is niet een plek waar elke inwoner mee bekend is.
Stadsmusea zijn bij uitstek de plek om een stad te leren kennen, te ervaren en om na het bezoek met een frisse blik naar de stad te kijken. Aangezien elke stad anders is, hebben stadsmusea geen uniform karakter. De drijfveer achter het succes van een stadsmuseum zijn de inwoners. Daarom is het juist voor stadsmusea zo belangrijk om inclusief te zijn, om iedereen in de stad te kunnen bereiken. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Een museum is niet een plek waar elke inwoner mee bekend is. De drempel tot een bezoek kan letterlijk en figuurlijk hoog zijn.
Inclusiviteit nader bekeken
Binnen de leisure wetenschap is er sinds de jaren 90 van de vorige eeuw aandacht voor inclusiviteit binnen leisure contexten. Volgens de geldende gedachte zijn er drie barrières om te komen tot een inclusieve samenleving. Deze zijn fysiek, sociaal-maatschappelijk en psychologisch van aard. Concrete oorzaken en oplossingen moeten gezocht worden in een (gebrek aan) dialoog, (geringe mate van) bekendheid, de (vertekende of onbekende) historische context en/of het (ontbreken van) begrip voor de ander. Inclusiviteit is dus een breed begrip en voor meerdere uitleg vatbaar.
Dat inclusiviteit belangrijk is, dat is voor stadsmusea niet nieuw. Zij zijn jaren geleden al begonnen met het letterlijk en figuurlijk toegankelijker maken van hun musea. Bijvoorbeeld voor mensen met een lichamelijke beperking, maar ook door in permanente en tijdelijke exposities tijd en ruimte te bieden aan groepen die lange tijd ondervertegenwoordigd waren in musea. Zo had het Amsterdam Museum in 2016 een tentoonstelling genaamd Zwart Amsterdam, over zwarte rolmodellen van Amsterdammers. Momenteel heeft Museum Valkenburg tot mei 2022 een tentoonstelling die draait om vrouwelijke kunstenaars in Limburg uit de wederopbouw periode (1945 - 1965).
Constateringen uit onderzoek
De resultaten van het Radar voor het Stadsgevoel project bieden handvatten om te werken aan inclusiviteit. Dat inclusiviteit belangrijk wordt gevonden, wil niet zeggen dat het makkelijk te realiseren is, laat staan te beoordelen of inclusiviteit bereikt is met een project of tentoonstelling. Het beoordelen van de mate van inclusiviteit behelst meer dan het tellen van bezoekersaantallen van verschillende doelgroepen alleen. Door specifieker naar functies te kijken die het museum vervult, kan hierin een verdere stap gezet worden.
Uit interviews die gehouden zijn in het kader van het project kwamen zes functies naar voren die samen de sociaal-maatschappelijke opdracht van stadsmusea vormen. Deze functies hebben we vervolgens benoemd als narratief, reflectief, participatief, collectief, educatief en collaboratief. De functies zijn vertaald naar een functiewijzer, die culturele instellingen kunnen gebruiken om na te denken over inclusiviteit en om inclusiviteit verdere invulling te geven.
Allereerst zagen musea het vertellen van verhalen - en in het bijzonder ‘het verhaal van de stad’ - als een belangrijke taak (narratief). Ten tweede willen musea mensen aan het denken zetten (reflectief). Daarnaast spreken ook steeds meer musea van participatie van bezoekers en bewoners (participatief). Ten vierde pogen musea mensen met elkaar te verbinden door bijvoorbeeld bouwstenen aan te reiken voor een lokale, gedeelde identiteit (collectief). Een vijfde, meer traditionele functie, is de educatieve functie, die echter breder is dan onderwijsprojecten. Hierbij gaat het ook om cultuureducatie in brede zin. Tot slot wordt samenwerking met partners in de stad belangrijk gevonden. De functies overlappen elkaar: tenslotte kunnen musea middels verhalen (narratief) mensen aan het denken zetten (reflectief). Participatie van bewoners (participatief) kan een manier zijn om verhalen (narratief) te verzamelen. Voor evaluatiedoeleinden is het echter zinvol deze functies apart te nemen.
De zes functies en inclusiviteit
Binnen alle zes functiedomeinen kan inclusiviteit een rol spelen en zichtbaar gemaakt worden. Vanuit het narratief perspectief is het bijvoorbeeld belangrijk dat musea verhalen vertellen die representatief zijn voor de diversiteit in een stad en waarin verschillende doelgroepen zich kunnen herkennen. Het gaat dan niet alleen om de inhoud van het verhaal, maar ook om de vorm. Zoals een respondent aangaf: "heel veel mensen hebben denk ik het gevoel, dit is niet voor mij. En als ik heel eerlijk ben, dan is ook heel veel van wat wij vertellen en de manier waarop wij het vertellen niet voor hen. Dat is ook iets wat we niet goed doen.”
Daarnaast is inclusiviteit ook iets om mensen over aan het nadenken te zetten. Een voorbeeld hiervan is de aandacht die er is voor het Nederlandse slavernijverleden zoals hierboven aangegeven en exposities over de figuur Zwarte Piet.
Dat inclusiviteit belangrijk wordt gevonden, wil niet zeggen dat het makkelijk te realiseren is, laat staan te beoordelen of het bereikt is.
Op het vlak van participatie uit inclusiviteit zich in de vorm van deelname van verschillende groepen in het bedenken en uitvoeren van exposities en projecten. Dit kan betekenen dat projecten of tentoonstellingen buiten het museum georganiseerd worden, zoals het portretteren van huiskamers van een wijk in Gouda. Foto’s van de verschillende huiskamers werden tentoongesteld in het buurtcentrum, waardoor het een project van in plaats van over de bewoners werd. Dit was vervolgens ook zichtbaar in het publiek dat de tentoonstelling bezocht.
Een gedeelde identiteit waarbij iedereen zich thuis voelt is een doelstelling die bij de collectieve functie van het museum past. Zoals een museummedewerker het verwoordde: "Je draagt bij aan de trots van de stad, de identiteit van de stad, aan de aantrekkelijkheid van de stad. De verbinding tussen mensen, het besef van het hebben van een gezamenlijk collectief verleden en de aanwezigheid van continue migratie. Dat nieuwkomers zich kunnen verhouden tot het verleden en dat zo bestaande verhalen verrijkt gaan worden."
Vanuit educatief perspectief zou inclusiviteit betrekking kunnen hebben op het overbrengen van kennis over inclusiviteit of het gebrek hieraan. Onderwijsprojecten zijn daarnaast een middel om een diverse doelgroep te bereiken, die niet op een andere manier te bereiken is. Zo is het soms noodzakelijk om de doelgroep actief op te zoeken, omdat er drempels ervaren worden om een bezoek te brengen aan een museum. Het gebruik van diverse leervormen is daarnaast een geschikte manier van meer inclusief delen van kennis en verbreedt het eigen maken van het gedeelde in de samenleving als geheel.
Inclusiviteit wordt meestal benoemd in relatie tot inwoners van de stad en bezoekers. Het stadsmuseum is zowel van de stad als voor de stad. Maar ook bij het zoeken naar samenwerkingspartners kan inclusiviteit uiteraard een rol spelen. Voor stadsmusea is het met name belangrijk dat er vanuit gemeenten inclusiever gewerkt wordt. Zo wordt er vanuit gemeenten verwacht dat stadsmusea actief zijn op het sociaal domein, maar blijven subsidiegelden vanuit het sociaal domein veelal gesloten voor stadsmusea.
Hoe nu verder?
De functiewijzer is onderdeel van de museumimpacttoolkit. Deze toolkit zal gratis beschikbaar worden gesteld via de websites van de Museumvereniging, Breda University of applied sciences en het Landelijk Contact Museumconsulenten. Met behulp van de toolkit kunnen (stads)musea en andere culturele instellingen sociaal-maatschappelijke impacts en inclusiviteit handvatten geven.