Het oog: De rol van storytelling in de toekomst
Interview met lector Storytelling Moniek Hover (BUAS) door Roos Gerritsma
Interview met lector Storytelling Moniek Hover (BUAS) door Roos Gerritsma
Interview met lector Storytelling Moniek Hover (BUAS) door Roos Gerritsma
Wat is jouw "werk-story”? Hoe ben je in de wereld van storytelling terecht gekomen en uiteindelijk hierin lector geworden?
Ik denk dat dat al gebeurde toen ik een peuter was; zo lang als dat ik me dat kan herinneren, draaide het bij ons thuis om verhalen. Ik kom uit een groot gezin, ik ben de jongste van zeven en er werd altijd met veel fantasie gespeeld en voorgelezen. Uiteindelijk ben ik Italiaans gaan studeren en heb ik me daarnaast gespecialiseerd in de theoretische taalkunde, ik was gefascineerd over hoe taal is opgebouwd en wat taal doet. Vervolgens ben ik naar Breda (BUAS) gegaan om Italiaans te gaan ontwikkelen bij de toenmalige toerisme opleiding en zo rond 2000 ben ik voorzitter geworden van de competentiegroep Imagineering. Van daaruit ben ik met de eerste studenten onderzoek gaan doen naar onder andere storytelling & beleving. Ik ben me daarna verder gaan verdiepen in hoe storytelling van invloed is op beleving bijvoorbeeld in themaparken, wat uiteindelijk heeft geleid tot mijn promotieonderzoek met de Efteling als casus. Mijn proefschrift ging over ‘De Efteling als ‘Verteller van Sprookjes’, hiervoor heb ik een analyse gemaakt van de ontwikkelingsgang van sprookjes als cultureel erfgoed en van het eigen Efteling-erfgoed. Ik heb met name gekeken naar de processen van de makers, zoals Anton Pieck en Peter Reijnders, en een heleboel andere creators vanuit verschillende disciplines, die zich bezig hebben gehouden met hoe sprookjes expliciet en impliciet overgebracht kunnen worden, via allerlei media.
Het onderzoek bij de Efteling vond ik extra leuk, vanwege alle verhalen, maar ook omdat ik als kind daar al jaarlijks kwam. We werden daar eigenlijk destijds al betoverd en in die wereld ondergedompeld. Met anderen van binnen en buiten de Efteling, heb ik parallel daaraan, de Efteling Academy vormgegeven gedurende tien jaar. Dat was ook erg leuk om te doen.
In 2010 werd ik lector en na mijn promotie in 2013 kwam eind dat jaar min of meer toevallig de mogelijkheid op ons pad om zélf creatieve storytelling projecten te gaan ontwikkelen, het eerste voor Van Gogh Brabant. Deze derde geldstroom biedt ons als BU veel kansen, waardoor wij onderzoek kunnen (blijven) doen en erover publiceren. Langs die weg, kan ik ook docent-collega’s de mogelijkheid bieden om weer in het werkveld actief te zijn en waar mogelijk betrekken we tevens studenten. Tegen opdrachtgevers zeg ik altijd dat het voor ons van belang is, dat we rondom het creatieve storytelling projectonderzoek kunnen doen, erover mogen publiceren én het een en ander terug kunnen brengen in het onderwijs.
Ik las in één van jouw teksten dat het stimuleren van de creatieve verbeeldingskracht, één van de zaken is, die je kunt bereiken via storytelling; waarbij het kan fungeren als een kompas voor de toekomst. Wanneer we nu kijken naar huidige complexe vraagstukken, zoals klimaatverandering, hoe kijk jij daar tegenaan?
Storytelling is denk ik bij uitstek geschikt om mensen emotioneel te betrekken. Het is als een mechanisme: mensen worden eerder geraakt door een verhaal dan door droge informatie en gaan het daardoor ook beter onthouden en er mogelijk met andere mensen over praten.
Dus op het moment dat je mensen wilt betrekken bij een vraagstuk, dan is storytelling een goed instrument. Wat uit ons onderzoek naar voren is gekomen is dat je het wel klein en behapbaar moet maken op de één of andere manier. Als je heel erg in algemeenheden blijft, dan gaat dat emotionele niet gebeuren. Vandaar dat wij bij het project Crossroads ervoor gekozen hebben persoonlijke en levensveranderende gebeurtenissen van mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog, die ook jij of ik hadden kunnen zijn, te gebruiken. Het blijkt dat dat heel goed werkt.
Toch kunnen mensen ook bij grotere verhalen of personages geraakt worden, als dat gaat om diepere en universele menselijke waarden en dilemma’s. Vooral als de hoofdpersonen of waardenonder druk staan. Bijvoorbeeld in het project over Vincent van Gogh, hebben we geprobeerd te laten voelen hoe het is als je zo’n outcast bent.
En voor een vraagstuk zoals duurzaamheid, geldt ook dat de boodschapper minstens zo belangrijk is als de boodschap. Momenteel zijn we bezig voor Libéma, dat is een organisatie die onder andere vier dierentuinen heeft hier in Nederland. Ze willen weten wat voor verhaal zij kunnen vertellen over Planet Earth of duurzaamheid, zodat mensen handelingsperspectief zien en zelfs mogelijk hun gedrag veranderen. Een boodschapper die met het vingertje gaat staan, tja, daar houden wij niet zo van. Daarentegen iemand die vanuit zijn eigen passie vertelt wat hij of zij zelf heeft gedaan, dat is mogelijk wel een weg die we kunnen bewandelen.
Laatst las ik ergens: "Hell doesn’t sell”, hoe pak jij een verhaal aan dat eigenlijk niet zo positief is?
Tijdens het storytelling project dat ging over de Tweede Wereldoorlog, hebben we ook gekeken naar bepaalde referenties uit andere, haast universele verhalen. Wanneer je kijkt naar Grieks drama, wat 4 á 5000 jaar oud is, daar zie je eigenlijk al per definitie dat die verhalen een slechte afloop kennen. Mensen gingen daar destijds zitten, terwijl ze al wisten: dit gaat slecht aflopen. En toch. Wanneer je centraal zet welke dilemma’s we in de wereld kennen en voor welke uitdagingen mensen kunnen komen te staan, dan voelen mensen zich daar op een hoger abstractieniveau wel door verrijkt. Wat je immers met een verhaal doet, is dat je iets leert over een ander, dus over wie het verhaal gaat, maar je leert ook iets over jezelf én je kunt iets leren over hoe het in de wereld werkt, dat is het mooie ervan. De betekenis die mensen eraan ontlenen is vaak ook heel persoonlijk.
Een onderzoeksproject waar we momenteel mee bezig zijn, vindt plaats bij het Markiezenhof in Bergen op Zoom. Het is een mooi stadspaleis, waarvoor wij - als research & design groep - enkele jaren geleden een nieuw belevingsgericht concept hebben ontwikkeld rondom "geheimen”. Ze hebben ons vervolgens gevraagd de vier stijlkamers te koppelen aan het waargebeurde verhaal van Markiezin Marie Anne van Arenberg.We hebben, nadat deze experience geopend is, diverse onderzoeken uitgevoerd naar beleving van bezoekers en de betekenis die zij aan het verhaal ontlenen. Onze aanpak en bevindingen worden uitgebreid besproken in het artikel over ‘De geheimen van de Markiezin’ elders in dit nummer.
Voorts, in antwoord op je vraag, is het zo dat verhalen waarbij je nog íets van een boodschap van hoop kunt halen, het meest geschikt blijken te zijn. Kijk bijvoorbeeld maar naar een documentaire als Breaking Boundaries, wat ook gaat over de planeet, nou, je wordt er alleen maar depressiever van…., dat komt niet meer aan bij mensen, veel mensen sluiten zich dan af.
In één van de artikelen schrijf je over jullie project in natuurgrenspark De Grote Heide, waarbij het onder andere ging over aantrekken versus het spreiden van bezoekers. De technieken die jullie toen hebben gebruikt, zouden die ook in te zetten zijn bij drukke plekken als Giethoorn, Zaanse Schans of het centrum van Amsterdam?
Een collega van mij, Frank Ouwens vraagt tijdens onze creatieve sessies altijd: "Wat is iets wat bijna niemand weet?” En vaak zijn dat voor ons de golden nuggets, de haakjes die wij dan oppakken en waar we op doorgaan in ons creatieve proces. Wat mensen vaak van nature hebben, is namelijk een nieuwsgierigheid naar zowel een plek als een authentiek verhaal. Er zal altijd een grote groep toeristen blijven die komen voor de bekendste bezienswaardigheden en voor de zoveelste Nutella-winkel, maar ik heb de hoop dat ook heel veel mensen juist benieuwd zijn naar de meer authentieke beleving en naar die stukjes Nederland (en bewoners), die nog niet zo bekend en platgetreden zijn.
Voor ons project rondom de Sagen en Legenden routes in Brabant waar we sinds 2019 samen met VisitBrabant aan werken, hebben we nu acht ‘spannende belevingsroutes’ ontwikkeld en er komen er nog drie aan later dit jaar. De verhalen en routes worden gepresenteerd via mooi opgemaakte folders maar ook via video-trailers en sfeerbeelden online. Wat we zien is dat het heel goed werkt, want mensen worden nieuwsgierig. Ze gaan dan niet langer gewoon een knooppuntenroute fietsen, maar we proberen ze weg te lokken bij erg drukke plekken als de Loonse en Drunense Duinen. Je laat mensen een ander stukje zien wat minstens zo mooi is, waardoor ze ook rustiger kunnen fietsen, maar waarbij ze tevens de episodes uit het verhaal van plek naar plek volgen en daardoor een extra beleving hebben. Zo staan ze "hier op de plek waar de rover Zwarte Kaat ooit begraven werd en waar nu de Heksenboom groeit”. De verbeeldingskracht wordt gestimuleerd en dat is een belangrijke functie van storytelling.
Overigens is het zo dat je niet van buitenaf een dergelijke route ontwikkelt, dit doen we altijd (via workshops) met lokale stakeholders. We betrekken hen bij het verhaal, zodat ze ook zien wat hun rol is en wat hun plek betekent in datzelfde verhaal. Van daaruit ontwikkelen we samen diverse producten voor retail en horeca, of activiteiten zoals arrangementen en events. Bovendien verwijzen zij naar de routes, wanneer je dan bij die camping of horecagelegenheid bent die daar al een rol in speelt en je gasten vragen: wat zullen we vandaag eens gaan doen?
En wat als die hidden gems – dat wat niemand weet – te populair worden en alsnog te druk?
Ja, wat we doen is dat we bepaalde typologieën van bezoekers, targetten op bepaalde routes. Zo heb je bijvoorbeeld een fabelroute bij de Maasheggen of Kabouter Kyrië in de Kempen, dat is echt voor mensen met kleine kinderen. Daar zijn dan dus ook de lengte, de activiteiten en de duur op aangepast. Maar een route als de Dansende Katten of de Smokkelroute, dat is meer op volwassenen gericht. Je krijgt daardoor dus eigenlijk al een beetje een spreiding. Ouderen bijvoorbeeld, die veel fietsen doen dat ook wel op momenten dat er minder andere bezoekers zijn.
Richten jullie je daarbij vooral op Nederlandse bezoekers?
De Sagen en Legenden routes worden juist ook in het Duits en Engels aangeboden, want dan krijgen toeristen niet alleen de beleving mee die Nederlandse recreanten hebben maar bovendien hebben zij dan het gevoel iets van ons cultureel erfgoed mee te krijgen. Kijk, het Nederlandse landschap of buitengebied is misschien niet heel erg spectaculair, we hebben geen Grand Canyon of iets dergelijks, maar we hebben natuurlijk wel al dat water wat buitenlanders vaak heel bijzonder vinden. Juist via verhalen kun je ze dan attent maken op bepaalde details of vragen stellen als: "Zou bij dit vennetje, die Zwarte Kaat zich verstopt hebben?” waardoor je oog krijgt voor detail en gaat speuren naar die elementen.
Bij het project Storyperience van Van Gogh, las ik dat jullie ook werken met neuro-/biometrisch onderzoek. Kun je daar wat meer over vertellen? Is dat de toekomst?
We hebben bij BUAS het Experience Lab, daar zijn verschillende onderzoekers aan verbonden die biometrische apparatuur gebruiken bij het meten van emoties. Dat kan via polsbandjes, waarbij je de hartslag of transpiratie kunt vaststellen. En er zijn ook EEG’s waarbij je hersenactiviteit kunt meten. Bij het Van Gogh onderzoek hebben we vier video’s gemaakt over twee episodes van zijn leven. Twee opgebouwd volgens bepaalde storytelling principes (‘stories’) en twee versies die vrij informatief waren opgebouwd, met veel feiten en details (‘non-stories’). Er deden circa 45 mensen mee aan het onderzoek en 26 van hen hebben we ook geïnterviewd. De proefpersonen lieten we gerandomiseerd twee video’s zien,en we hebben gemeten waar zij het sterkst op reageerden.
We zijn momenteel nog bezig met de analyses van de EEG’s, maar wat wel al bleek is dat mensen aandachtiger waren bij de story-versie dan bij de non-story-versie. Uit een vragenlijst na afloop bleek ook dat de deelnemers zich significant meer meegesleept voelden in de story-versies.We hebben twee weken later de deelnemers geinterviewd en ook daaruit bleek dat de story-versies beter beklijfden dan de non-story versies. In het onderzoek gaan mijn collega’s nog op de micro seconde kijken naar de EEG-metingen waardoor we kunnen zien welk woord of zelfs welke pauze in het verhaal, een reactie teweegbrengt. Het is moeilijk om het helemaal te analyseren, maar het is wel echt ground breaking onderzoek. In het najaar komen meer bevindingen naar buiten.
Kan storytelling ook een rol spelen in wat vaak de volgende fase ná experience wordt genoemd, namelijk de transformatie economie?
Los van dat ik storytelling een fascinerend instrument vind en waanzinnig leuk om te onderzoeken, heb ik altijd wel die hoop. Maar wat ook zo is, is dat transformatie in z’n algemeenheid moeilijk vast te stellen is. Je hebt het dan immers echt over een hele lange termijn en dan moet het ook nog beklijven. We hebben nu dus dat onderzoek voor Libéma, van de dierentuinen, en dan kijken we wel naar al het academische onderzoek dat daarover gedaan is. Hieruit blijkt dat het wel degelijk een effect kan hebben, maar hoe lang die termijn is, dat is lastig om aan te geven.
Stel dat jij in de toekomst zou kunnen kijken, laten we zeggen, 2050; hoe ziet storytelling er dan uit volgens jou? Doen we daar dan nog aan?
Ik denk dat zolang wij al op deze aardbodem rondlopen, we zijn begonnen met elkaar verhalen te vertellen. In 2050 zal denk ik qua storytelling, heel veel hetzelfde zijn. Het principe van een connectie maken, het principe van elkaar willen raken en iets te willen veranderen, dat zit zo in de mensen; dat zal echt niet veranderen. Er zijn natuurlijk verhalen, denk maar aan een verhaal als Oedipus, daar kun je nog steeds bij zitten huilen en dat deden mensen 4000 jaar geleden ook al. Wanneer je daaraan denkt, is het vooruitblikken van een aantal tientallen jaren eigenlijk maar heel erg kort.
De manieren waarop je verhalen zult gaan beleven, gaat denk ik wel veranderen onder invloed van en de doorontwikkeling van de technologie en beschikbare media. Het zit ‘m dan niet alleen in de wijze waarop we het zullen consumeren, maar ook in de creatieve kansen die de makers zien. Wat ik destijds in mijn proefschrift beschrijf, is dat het niet veel uitmaakt of die maker nou zeventig jaar geleden of tien jaar geleden aan de slag ging: ze zullen altijd kijken naar welke technologische middelen hiervoor beschikbaar zijn waardoor zij het verhaal sterker naar voren kunnen brengen en zo de beleving kunnen verrijken.
Wat je de laatste jaren ziet, bijvoorbeeldbij streamingdiensten, is dat mensen zelf konden gaan kiezen wat ze wanneer wilden bekijken. Hierdoor konden makers verhaallijnen veel langer en ingewikkelder maken. De karakters werden daardoor veel gelaagder en veel meer uitgediept dan je ooit in een Hollywoodfilm van twee uur zou kunnen doen. Ook de dilemma’s waar het over gaat kunnen tegenwoordig veel ingewikkelder worden.
En het co-creëren van verhalen?
Ik denk dat wanneer je de verhaallijnen te veel openlaat of overlaat aan het publiek, je het dan weghaalt bij wat de kunst is van een hele goede storyteller. Een heel goede scenarioschrijver heeft een bepaald talent, dat heeft niet zomaar iedereen. Mensen willen zich juist ook mee laten slepen in wat die ander zo kunstig presenteert. Bij games ligt dat iets anders, hoewel daar de verhaallijnen door de makers toch ook min of meer zijn uitgedacht.
Tot slot, terug naar nu; we komen inmiddels min of meer uit de coronacrisis en we weten dat voor veel ondernemers in de leisure sector het een extra zware periode was. In hoeverre zou storytelling sommige ondernemers kunnen helpen in de ontwikkeling van nieuw aanbod?
Wat het mooie is van storytelling, is dat het heel groots en meeslepend kan zijn en met heel veel partijen tegelijkertijd, enzovoorts, maar dat je het ook heel klein en eenvoudig kan doen. De afgelopen winter hebben wij drie workshops gegeven in Brabant op verzoek van Visit Brabant en ZLTO (vereniging van land- en tuinbouworganisaties) voor ondernemers die eigenlijk van huis uit agrariërs zijn, maar die ook andere type functies zijn gaan ontwikkelen. Bijvoorbeeld het houden van een B&B, een boerderijcamping of een winkel met streekproducten. In onze workshops helpen wij hen dan, om hun eigen verhaal te vertellen. Zo was er een man die vertelde tijdens één van de workshops dat hij al de zevende generatie boer was op die plek! Zij vinden dat zelf heel normaal, maar weet je wel hoe bijzonder dat is?
Meer lezen over het werk van Moniek Hover via:
- brabantremembers.com
- markiezenhof.nl/ontdek-het-paleis/vaste-opstelling/de-stijlkamers
- visitbrabant.com/nl/routes/sagen-legenden-routes