Geplaatst op: 25-04-2023
Auteur: Marc Gerlings
NRIT
Publicatie: R&T 2023-1

Circulair en biobased nieuwe generatie toeristische accommodaties bouwen

Ligt het antwoord technische vs economische levensduur in circulariteit?

Circulair en biobased nieuwe generatie toeristische accommodaties bouwen
Geen klassieke fundering maar stalen schroefpalen.

Op 17 november 2022 werd op het Siloterrein in Middelburg het twee verdiepingen tellende Biobased Beleven-gebouw geopend als onderdeel van het Interreg 2 Zeeën-project FACET. Met het Biobased Beleven-gebouw willen HZ University of Applied Sciences, de betrokken architecten en alle projectpartners laten zien wat de mogelijkheden zijn van de circulaire economie en van biobased bouwen bij toeristische accommodaties.

Foto’s HZ University of Applied Sciences

Maarten den Hollander is sinds drie jaar docent en onderzoeker bij de opleiding Bouwkunde van de HZ University of Applied Sciences. Daarvoor werkte hij in de aannemerij als projectleider en werkvoorbereider, waarbij hij zich onder meer bezighield met de bouw van vakantieparken en een hotel.

Co-creatie HZ Kenniscentrum Kusttoerisme en Kenniscentrum Ondernemen en Innoveren

Den Hollander vertelt hoe hij bij het Biobased Beleven-gebouw betrokken raakte: "Op het moment dat ik in maart 2020 begon lag bij HZ een project op de plank dat ging over biobased beleven. Ze hebben mij daarvoor gevraagd vanwege mijn voorgeschiedenis in de aannemerij en zo ben ik twee jaar geleden als projectleider erbij betrokken geraakt. Vervolgens heb ik het gecoördineerd van initiatief en ontwerp tot aan oplevering van het Biobased Beleven-gebouw. Daarbij heb ik ook studenten betrokken.” Den Hollander werkt onder meer samen met Simon Witt, sinds september 2022 projectleider en onderzoeker van het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme. Witt focust zich op de ontwikkeling van duurzaam toerisme en houdt zich bezig met thema’s als circulariteit, afvalstromen, energie en duurzame waterprojecten. "Ik haal de resultaten en evaluaties van projecten op en kijk wat een bepaalde innovatie heeft teweeggebracht binnen duurzaam toerisme en wat de gasten daarvan vinden. Verder ben ik vanwege mijn expertise op circulariteit onderdeel van het Interreg 2 Zeeën-project FACET. Interreg 2 Zeeën is, naast de provincie Zeeland, een van de financiers van het Biobased Beleven-gebouw.” Naast Den Hollander die verantwoordelijk is voor de bouw en Witt die onderzoek doet naar duurzame bedrijfsmodellen binnen het toerisme is er nog een derde collega die onderzoek doet naar diverse technische aspecten van het gebouw, Phoebus Panigyrakis. Den Hollander: "Hij houdt zich zowel bezig met de businesscase rond het pand als met onderzoek met diverse metingen met betrekking tot kwaliteitsaspecten van het pand na realisatie.” Daarnaast zijn er nog diverse collega’s van de HZ actief die elk hun eigen expertise inbrengen in het project.

Keukenblok met vide. Dit Biobased Beleven-gebouw interieur wordt nog afgebouwd ten tijde dat dit nummer van magazine R&T verschijnt.

Keukenblok met vide. Dit Biobased Beleven-gebouw interieur wordt nog afgebouwd ten tijde dat dit nummer van magazine R&T verschijnt.

Experimenteren met circulaire toepassingen

De voorgeschiedenis van het Biobased Beleven-gebouw ligt zo’n zes tot zeven jaar geleden, vertelt Den Hollander. "Tijdens de jaarlijkse projectweek van Bouwkunde, waarbij studenten aan de slag gaan met een praktijkcase, was een praktijkcase bedacht waarbij studenten iets moesten ontwerpen wat geïnteresseerden in de breedste zin biobased konden beleven. Want ten slotte helpt zien, voelen en ruiken beter dan erover praten. De praktijkcase heeft geleid tot ontwerpen. Het College van Bestuur van HZ heeft vervolgens het idee opgevat om het ook daadwerkelijk te gaan bouwen. Het Lectoraat Biobased Bouwen is daarvoor geld opzij gaan zetten en heeft op het gebied van toerisme aansluiting gevonden bij het project FACET. Het Interreg 2 Zeeën project FACET wil ondernemers in de toeristische sector stimuleren circulaire oplossingen toe te passen binnen hun bedrijf, zodat er nieuwe duurzame verdienmodellen ontstaan. Met projectpartners uit België, Nederland, Frankrijk en Engeland wordt geëxperimenteerd met circulaire toepassingen op het gebied van accommodaties, afvalreductie, verpakkingen, energie, water en gezamenlijke inkoop.” Door de samenvoeging van de gelden van het Lectoraat Biobased Bouwen en het FACET project ontstond er een haalbare case en kon worden uitgewerkt wat de partijen echt wilden. Den Hollander: "We wilden een ruimte maken waar iemand echt in kan verblijven, dus een studio of appartement met een badkamer, keuken, slaapkamer en woonkamer. Daarnaast wilden we een bijeenkomst-functie, een plek waar materialen tentoongesteld kunnen worden en waar vergaderd kan worden. Het is de bedoeling dat andere stakeholders hierdoor geïnspireerd worden om circulair te ondernemen.” Vanwege het thema werd gekozen voor een bescheiden afmeting. "Dat is duurzaamheid op een ander niveau dan circulariteit of biobased omdat je minder materiaal gebruikt.”

Vijf bij vijf meter

Uiteindelijk werd alles opgenomen in een Programma van Eisen, waarna studenten van de opleiding gingen ontwerpen. Den Hollander noemt een aantal zaken uit het PvE: "Het uitwendig oppervlak aan buitenkant gevelbekleding mocht niet groter zijn dan vijf bij vijf meter. Daarbij is vierkant voordelig omdat je weinig gevel en veel oppervlakte hebt. Voor 25 vierkante meter is gekozen omdat daarbinnen een volledig woonprogramma is te realiseren. Het is eigenlijk de balans tussen zo klein mogelijk en groot genoeg. Daarbij is qua bezetting de doelgroep twee personen met eventueel een jong kind.” Ook bij materialen waren er vereisten. "Alle toegepaste materialen moesten biobased zijn en/of circulair. Een belangrijk probleem daarbij was de fundering. Zeker in Zeeland worden namelijk vaak betonnen funderingspalen de grond in geslagen. Die krijg je er echter nooit meer uit. Dat is dus niet circulair. Bovendien is beton niet echt een biobased materiaal. Uiteindelijk hebben we het opgelost met stalen schroefpalen, die je in en uit de grond kunt draaien met een grote boormachine. Daardoor laten we een voetafdruk achter van tien gaten van tien bij tien centimeter. Een ander uitgangspunt was dat de twee functies binnen de plattegrond – verblijf en bijeenkomst – zodanig moesten worden ontworpen dat ze flexibel zijn. De bouwkundige uitdaging daarbij is installaties en constructie. Dus hebben we gedicteerd dat de constructie naar buiten moest – er mag geen kolom of iets dergelijks in het midden – en dat de installaties op een centrale plek moesten komen, dus zo min mogelijk vertakt in het gebouw.”

Maarten den Hollander: "Het is eigenlijk de balans tussen zo klein mogelijk en groot genoeg”

Flexibiliteit in het ontwerp

Den Hollander legt uit hoe de flexibiliteit in het ontwerp is verwerkt: "In elke gebruiksfunctie heb je een aantal vaste aspecten: een keuken/pantry, een toilet en – bij een woonfunctie – een badkamer. Bij al die onderdelen heb je veel installaties nodig. Daarom zitten alle installaties in één koker aan de rechterzijde tegen de gevel aan. Vanuit daar gaat de installatie twee kanten op: aan één kant zit bij beide functies – wonen en bijeenkomen – het toilet en aan de andere kant zit bij de woonfunctie de badkamer en bij de bijeenkomstfunctie de keuken. Doordat de ruimtes even groot zijn, zijn ze eenvoudig uitwisselbaar.”

Biobased bouwen en circulair bouwen is volgens Den Hollander geen rocket science. Dat komt volgens hem omdat biobased bouwen al een lange historie heeft: "De leemhutten van vroeger waren namelijk 100 procent biobased. In de loop der jaren zijn we hogere eisen gaan stellen aan het binnenklimaat, zijn de spouwmuren ontstaan en zijn we isolatie en folie gaan toepassen. Daarbij zijn we het biobased verloren. Nu zijn we echter tot het inzicht gekomen dat we daardoor kwaliteit in leefbaarheid zijn verloren, die we moeten terugwinnen door allerlei installaties zoals ventilatie en verwarming in een gebouw te proppen. Wat biobased bouwen daarom in feite doet is een paar honderd jaar terug in de tijd gaan naar een tijd dat die problemen op een natuurlijke manier al waren opgelost.”

Problemen en oplossingen

Een van de problemen die moest worden opgelost is de condensatie die vanwege het temperatuurverschil tussen binnen en buiten ontstaat bij toepassing van isolatiemateriaal in een spouwmuur. "Daardoor wordt de isolatie nat, gaat het rotten en verliest het zijn functie. We hebben dat in de huidige bouwmethoden opgelost door folie bij de gevel toe te passen. Daardoor voorkwamen we dat de isolatie nat werd. De meeste isolatiematerialen die we nu gebruiken zijn erg milieubelastend en hebben een hoge CO2-uitstoot. Door dat te vervangen door een natuurlijk CO2-negatief materiaal – houtwol, gemaakt van bomen die eerst CO2 hebben opgenomen – heb je geen folie meer nodig omdat het materiaal zelf ademt. Een ander gevolg is dat je minder hoeft te ventileren in zo’n woning omdat de gevel ademt.”

Het brengt Den Hollander bij een andere les. "We hebben berekeningen gedaan waarbij we de levenscyclusanalyse van het materiaal hebben bepaald. Daarnaast hebben we de circulariteitsindex van het gebouw berekend. Daardoor weten we nu dat de draagconstructie van een gebouw heel belangrijk is in die index. Vandaar dat we gekozen hebben voor een houten draagstructuur en houtwol isolatie.” Het team kwam er ook achter dat nog niet van alle biobased materialen gegevens in de database staan. "Daardoor kunnen die materialen nog niet eerlijk berekend worden.” Op het gebied van circulariteit ontdekten Den Hollander en Witt dat er nog geen goede marktplaats is voor tweedehands materialen. Den Hollander: "Het gebeurt nu op eilandjes, er is geen regionaal of landelijk overzicht van beschikbare producten.”

Bijzondere multifunctionele indeling: als ruimte voor meetings tot verblijf voor een gezin.

Bijzondere multifunctionele indeling: als ruimte voor meetings tot verblijf voor een gezin.

"Ik word blij als ik in het gebouw sta”

Den Hollander wordt het meest blij van de beweging die door het Biobased Beleven-gebouw is gecreëerd. "Ik voel de inspiratie bij mensen en ook bij mezelf.” Witt noemt een ander aspect: "Ik word blij als ik in het gebouw sta en merk dat het veel warmer voelt dan een stenen gebouw. Je waant je eigenlijk al een beetje in de natuur. Ik verwacht ook dat dat qua beleving heel veel gaat toevoegen. Daarnaast vond ik het mooi en inspirerend dat bij de opening van het gebouw slopers aanwezig waren. Zij zeiden: als iedereen straks circulaire materialen wil hebben zijn wij het begin van de keten in plaats van het eind. En dat klopt: ze zijn nu materialenverschaffers in plaats van het afvoerputje.”

Op de vraag of vakantieparken nu aan de slag kunnen met dit gebouw geeft Den Hollander een genuanceerd antwoord: "Als je kijkt naar biobased bouwen is het antwoord volmondig ‘ja’. De voorraad hout en biobased isolatiemateriaal is prima op orde. Bij het tweede thema, circulariteit, is het lastiger omdat de materialenstroom nog niet goed genoeg op gang is om op grote schaal een circulair project neer te zetten.”

Witt: "Ik word blij als ik in het gebouw sta en merk dat het veel warmer voelt dan een stenen gebouw”

Witt gaat vervolgens in op de rol van het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme bij de totstandkoming van het Biobased Beleven-gebouw: "Bij de opening hebben we ons netwerk betrokken van toeristische ondernemers en andere stakeholders zoals de provincie. Om te komen kijken en om geïnspireerd te raken. Verder hebben we interviews gedaan met de deelnemende bouwpartijen en hen gevraagd wat het project hen heeft gebracht en wat ze van de toekomst verwachten. Daarnaast hebben we binnen het geheel van FACET meegewerkt aan onderzoeken samen met de University of Greenwich naar duurzame bedrijfsmodellen, bijvoorbeeld naar schaalvoordelen bij grootschalige gezamenlijke duurzame inkoop, de joint purchase, en naar samenwerkingsverbanden in de circulaire economie.”

Toeristische ondernemers en de smaak van de gast

Den Hollander vult aan: "We hebben bij de totstandkoming van de ontwerpen ook toeristische ondernemers geraadpleegd over varianten van plattegronden. Zo was er een variant waarbij er geen deur zat tussen badkamer en leefruimte. De toeristische ondernemers gaven daarop aan dat die deur wel nodig was. Een ander belangrijk element was de smaak van de klant. Thuis zet je vaak een kleur en interieur neer voor minimaal tien tot vijftien jaar. Voor een gast is dat veel te lang. Zijn smaak verandert snel. Voor hem moet het interieur elke paar jaar in een nieuw jasje. Dat matcht mooi met het circulaire uitgangspunt dat je iets wat je aanbrengt ook weer eenvoudig los moet zien te krijgen.”

Den Hollander prijst de rol van de studenten bij de totstandkoming van het Biobased Beleven-gebouw. "Zij zijn met mooie ontwerpoplossingen gekomen, zoals het onderbrengen van een in de ruimte zwevend bed van twee bij twee meter in een gebouw van vijf bij vijf. Ook de praktische uitwerking van de uitwisselbaarheid van de plattegronden die ik eerder aanhaalde komt van studenten. De studenten hebben de gebouwtypologie ook mooi afgestemd op de industriële omgeving. Zonder er overigens een industrieel gebouw van te maken, het blijft een natuurlijk gebouw.”

De totale projectkosten inclusief onderzoek voor het Biobased Beleven-gebouw zijn naar schatting 300.000 euro. Bij opschaling zijn er volgens Den Hollander flinke schaalvoordelen te behalen. "Ten eerste omdat de onderzoekskosten fors lager zijn – hooguit voor het verder doorontwikkelen. Ook de engineerskosten zijn fors lager omdat je hetzelfde bedrag deelt door meer gebouwen.”

Toekomstwens: opschalen

Den Hollander vindt het lastig om aan te geven hoe lang de levensduur is van het Biobased Beleven-gebouw. Wel weet hij één ding zeker: "De toegepaste materialen kunnen zeker honderd jaar mee. Daarnaast is de levensduur zeker niet korter dan die van een traditioneel gebouw met traditionele materialen.”

Voor eind maart wordt de bouw van het interieur van het gebouw afgerond. Vol met makkelijk inwisselbare modulaire prefab-onderdelen. Den Hollander: "Daardoor is het gemakkelijk los te halen en opnieuw te bekleden.”

Ondertussen moeten er ook nog een paar praktische problemen opgelost worden. Witt: "Bij de opening in november 2022 was er een toeristische onderneemster die graag een biobased appartement wil bouwen, maar het niet mag vanwege vergunningen.”

"Als je je terrein niet wilt volbouwen zijn dit interessante units”

Den Hollander ziet mede vanwege de geringe footprint – vijf bij vijf meter – kansen voor de toeristische sector: "Als je je terrein niet wilt volbouwen zijn dit interessante units. Zeker omdat ze toch twee verdiepingen hebben.”

Voor Maarten den Hollander zijn er nog voldoende zaken waarmee hij aan de slag wil. "Zo willen we graag aan de slag met het opschalen aan de circulaire kant. Ook zouden we graag meetkundig de gezondheidsvoordelen van biobased bouwen in kaart willen brengen. Nu hebben we veel ‘gevoel’, maar nog weinig data. Daarnaast willen we onze kennis vergroten over dampopen bouwen.” Witt vult aan: "We willen ook graag een platform zijn voor experimentele biobased materialen. Die materialen testen we op ons gebouw.”

Het allerbelangrijkste doel van het Biobased Beleven-gebouw blijft voor Den Hollander echter het inspireren naar de praktijk: "Naar de toeristische sector maar ook naar de bouwkundesector. En niet te vergeten – en belangrijk voor mij als docent – naar de studenten. Als we namelijk nu al studenten indoctrineren met ‘biobased bouwen is de norm’, dan zitten er over twintig jaar niet meer alleen mensen in het bedrijfsleven die traditioneel bouwen kennen maar ook mensen die vooral biobased bouwen kennen.”

Meer informatie over het project is te vinden op www.facetwiki.eu/biocircularaccommodation.

Trefwoorden: verblijfsrecreatie, duurzaam toerisme, verblijfsaccommodaties, biobases bouwen, circulair bouwen

CELTH
 





   

   

   
   
   

   

||| Nieuws |||

13/12/24
Nederland moet niet wachten op uitspraak klimaatzaak, maar zelf voorloper zijn
Terwijl het Internationaal Gerechtshof momenteel een historische uitspraak voorbereidt over de juridische verplichtingen van landen om klimaatverandering tegen te gaan, benadrukt Transversal Professor of Sustainability Transitions Frans Melissen van de Breda University of Applied Science het belang van proactieve actie. Nederland, dat vaak als voorloper op duurzaamheidsgebied wordt gezien, moet volgens Melissen niet afwachten op deze uitspraak, maar zelf het voortouw nemen.
06/12/24
Exclusief voor leden
Wie wonnen de Columbus Travel Awards?
Op 2 december zijn de jaarlijkse Columbus Travel Awards uitgereikt aan organisaties en personen die zich inzetten voor een betere wereld voor reizigers én de lokale bevolking. Winnaars zijn Koning Aap & Shoestring, Stippl, hetkanWEL en Noorwegen.
03/12/24
Vakantiehuisjes steeds vaker duurzaam gerenoveerd
Steeds meer vakantiehuisjes worden op een duurzame manier gerenoveerd en hebben daardoor minder negatieve impact op het milieu.
02/12/24
Tijd vage duurzaamheidsclaims is voorbij
De speech van ACM-directeur Consumenten Edwin van Houten over toezicht op duurzaamheidsclaims bij het Nationaal Sustainability Congres laat ook zijn visie zien op de toekomst. De tijd van vage duurzaamheidsclaims lijkt voorbij.
29/11/24
Kennisinstellingen samen aan de slag met duurzame gastvrije transities
Het Regieorgaan SIA heeft het SPRONG-programma Gastvrije Transities goedgekeurd en een subsidie van twee miljoen euro toegekend. De nieuwe SPRONG-groep werkt in vier regionale transitiearena’s aan de thema’s klimaatneutraal, brede welvaart, healthy region en regeneratieve gebiedsontwikkeling.
15/11/24
Exclusief voor leden
Verantwoord reizen blijft groeien: Riksja Travel boekt succes
Verantwoord reizen wint aan populariteit, zoals blijkt uit de aanhoudende groei van reisorganisatie Riksja Travel. De organisatie, die nu tot de top 10 grootste touroperators in Nederland behoort en marktleider is op het gebied van verantwoorde rondreizen wereldwijd, zag in 2024 een omzetgroei van 25 procent.
15/11/24
Better Places: Positieve impact maken met reizen
Reisorganisatie Better Places heeft haar Impactrapport over 2023 gepubliceerd en meldt trots de resultaten. De reisorganisatie is een voorbeeld voor anderen en loopt mijlenver voorop in de transitie. Ze minimaliseren de negatieve impact en vergroten de positieve.
13/11/24
Brieven aan de toekomst voor een duurzame wereld
Tijdens de Nationale Klimaatweek, is er een tijdcapsule begraven op de campus van Breda University of Applied Sciences (BUas). Deze symbolische actie benadrukt de urgentie van klimaatverandering en de noodzaak tot verandering. De tijdcapsule bevat brieven aan de toekomst, vol wensen en dromen voor een leefbare wereld.