Wat vinden inwoners van de ontwikkeling van toerisme?
Wat vinden bewoners van de ontwikkeling van toerisme in hun leefomgeving? Die vraag staat bij beleidsmakers in toenemende mate centraal. In Zeeland heeft het HZ Kenniscentrum Kusttoerisme voor een tweede keer inwoners bevraagd. Voorzichtige conclusie is dat het draagvlak voor toerisme onder de Zeeuwen afneemt. De resultaten bieden veel aanknopingspunten voor beleidsmakers. En niet alleen in Zeeland.
Het onderzoek 'Toerisme in Zeeland: de mening van de inwoner' is bedoeld om inzicht te krijgen in hoe inwoners van Zeeland anno 2022 aankijken tegen toerisme in hun directe leefomgeving, in welke mate zij het toerisme steunen en welke factoren daarop van invloed zijn. En in hoeverre dit is veranderd ten opzichte van 2019. Het onderzoek signaleert kansen en uitdagingen die kunnen worden aangepakt om ervoor te zorgen dat inwoners zoveel mogelijk de meerwaarde van de vrijetijdssector ervaren. Daarvoor zijn in het najaar van 2022 4.000 inwoners van zeven Zeeuwse gemeenten ondervraagd die resultaten zijn gecombineerd met een onderzoek uit 2021 op Schouwen-Duiveland. De onderzoekers hebben gebruik gemaakt van het internationaal gevalideerde model ‘Resident Empowerment through Tourism Scale (RETS)’.
Zorgen om ontwikkeling van toerisme
Vooral aan de kust maken inwoners zich zorgen om de ontwikkeling van toerisme. Ruim de helft van de inwoners van de drie kustgemeenten (57%) geeft aan zich zorgen te maken over de manier waarop het toerisme in zijn of haar gemeente zich ontwikkelt. In het binnenland heeft ongeveer een kwart van de inwoners deze zorgen (24%). Daar vinden inwoners juist vaker dat het de goede kant op gaat met het toerisme.
Geen ruimte meer voor groei
Eenzelfde verdeling zien we ook als wordt gevraagd naar het aantal bezoekers. Aan de kust vindt 47% dat er te veel of zelfs veel te veel bezoekers zijn. Eenzelfde aantal bewoners vindt overigens dat er precies genoeg toeristen zijn. Dat impliceert dat er voor wat betreft de bewoners geen ruimte meer is voor groei. Zorgelijk is het dat aan de kust 80% vindt dat het bezoek toeneemt. In het binnenland zijn de Zeeuwen veel meer tevreden met de omvang van het toerisme. Daar vindt 64% het aantal bezoekers precies goed. Slechts 11% vindt het te druk en 25% dat er juist te weinig bezoekers zijn. Ook zij zien in meerderheid (58%) het bezoek toenemen.
Wel steun voor toerisme
Dat inwoners geen ruimte meer zien voor groei betekent niet dat ze vinden dat er geen steun is voor toerisme. Zowel aan de kust als in het binnenland is ongeveer twee derde van de inwoners (respectievelijk 64% en 65%) van mening dat zijn of haar gemeente een toeristische bestemming moet blijven. Als gevraagd wordt of toerisme actief moet worden aangemoedigd in de gemeente zien we wel grote verschillen. In kustgemeenten is daar geringe steun voor (35%) tegenover 55% in het binnenland. Aan de kust en in het binnenland wordt hetzelfde gedacht over de balans tussen lusten en lasten: in beide regio’s vindt de helft van de inwoners (respectievelijk 52% en 51%) dat de voordelen van het toerisme zwaarder wegen dan de nadelen. Aan de kust is 28% het daarmee oneens. In het binnenland is dat 23%.
Persoonlijke economische voordelen beperkt
In toeristisch beleid worden vaak de economische voordelen van toeristische ontwikkelingen naar voren gebracht. Dat ervaren de Zeeuwen helemaal niet. Maximaal eenderde ervaart persoonlijk economisch voordeel van toerisme. Dat is, niet geheel verwonderlijk, het sterkst aan de kust.
Trots zorgt niet voor meer sociale verbondenheid
Veel positiever scoort het gevoel van trots als gevolg van toerisme. De meerderheid van de inwoners geeft aan dat toerisme hen trots maakt om inwoner te zijn van de provincie Zeeland. Aan de kust is dat 66% (waarvan 27% helemaal eens) en in het binnenland zelfs 79% (waarvan 37% helemaal eens). Die trots wordt evenwel niet omgezet in meer sociale verbondenheid. Slechts een eenvijfde van de Zeeuwen vindt dat toerisme in zijn gemeente ervoor zorgt dat ze zich meer verbonden voelen met de gemeenschap. Aan de ander kant vindt maar een heel klein deel van de Zeeuwen dat ze door toerisme in gemeenschapszin worden beperkt.
Geen stem in toeristisch beleid
Voor beleidsmakers heel zorgelijk is het feit dat Zeeuwen zich heel weinig gehoord voelen in toeristisch-recreatief beleid. Ongeveer de helft van de inwoners is van mening geen stem te hebben in het toeristisch-recreatieve beleid van hun gemeente. Slechts e?e?n op de tien inwoners (11%) heeft het gevoel daarin we?l een stem te hebben en geeft aan mee te kunnen doen in het beslissingsproces.
Veel positieve en negatieve effecten
Desondanks zijn Zeeuwen wel realistisch over het goede dat toerisme brengt. Dat zien ze vooral in meer winkel- en horecagelegenheden, een versterking van de lokale economie, een verhoging van de levensstandaard, meer recreatieve mogelijkheden voor zichzelf en de ontwikkeling van publieke faciliteiten. Aan de andere kant van de schaal ervaren ze ook negatieve effecten. Die zien we met name aan de kyst in meer verkeersproblemen (81% ), meer zwerfafval (70%), drukte (55%), wrijving tussen bezoekers en bewoners (55%) en hogere prijzen (52%).
Geen verband tussen drukte en steun voor toerisme
Het meest interessante onderdeel van het onderzoek is zonder twijfel de exercitie waarin naar verklarende factoren voor steun aan toerisme is gezocht. Niet ter zake doen aspecten als wel of niet geboren in Zeeland, aantal jaren woonachtig in Zeeland, leeftijd en geslacht. Een belangrijke positieve correlatie is of een respondent werkzaam is in toerisme. Een inwoner die in de toeristische sector werkt, is over het algemeen meer geneigd om het toerisme te steunen dan een inwoner die niet in de sector werkt. Ook op alle andere aspecten van het RETS-model scoort een toeristische werker positiever. Heel opvallend hebben de onderzoekers geen verband aangetroffen tussen de toeristische druk in een gemeente en de steun voor toerisme. Er zijn bijvoorbeeld kernen waar de toeristische intensiteit zeer hoog is, maar er tegelijkertijd een grote steun is voor toerisme. Ook de regressieanalyse geeft geen duidelijke aanwijzingen voor een directe invloed van de toeristische intensiteit op de mate van steun. Er is daarentegen wel een verband tussen intensiteit en ervaren negatieve impact. De onderzoekers zien dat de toeristische intensiteit via de ervaren negatieve impact indirect van invloed is op de mate van steun. Opvallend genoeg is er ge?e?n duidelijk verband tussen intensiteit en ervaren positieve impact.
Steun voor toerisme loopt terug
Een provinciale vergelijking met eerder onderzoek in 2019 is lastig te maken vanwege een andere samenstelling van de steekproef en een verschil in deelnemende gemeenten. De onderzoekers hebben van drie gemeenten (twee aan de kust éen in het binnenland) de resultaten wel kunnen vergelijken. Hieruit blijkt dat de steun voor toerisme in 2022, in elk van de drie gemeenten is afgenomen ten opzichte van 2019. Ook de ervaren positieve impact scoort lager, terwijl de ervaren negatieve impact juist is toegenomen.
Trefwoorden: toerisme, beleid, zeeland, draagvlak, waarde, onderzoek