Breda gaat voluit voor programma Royal Roots
Zonder de Bredase Nassaus geen glansrol voor Willem van Oranje
Breda gaat het verhaal van de Bredase Nassaus - die aan de basis stonden van het Nederlandse koningshuis – opnieuw en nu eindelijk goed vertellen. Want de Bredase geschiedenis is altijd in de context van de Hollandse geschiedenis verteld. Maar die geschiedenis uit de 16e eeuw verdient een eigen verhaal dat nu nog zichtbaar en voelbaar is in de stad. Met een nieuwe expositie in het Stedelijk Museum en een stadsbreed programma Royal Roots dat het verhaal tot buiten de museummuren brengt. Een dubbelinterview met museumdirecteur Dingeman Kuilman en brand marketing manager Joyce Wijnen van Breda Marketing. Over een stad die behoefte heeft aan een verbindend verhaal om de groeiambities basis en richting te geven.
Wat was er mis met het verhaal van de Bredase Nassaus zoals we dat kennen?Dingeman Kuilman: "Breda heeft één groot verhaal en dat is het verhaal van de Bredase Nassaus. Maar dat verhaal wordt al 500 jaar niet goed verteld. Dat komt omdat het een katholiek verhaal was dat niet aansloot op het verhaal van een land dat zich protestants noemt. Ook ons protestantse koningshuis had helemaal geen behoefte om te vertellen dat ze alles te danken hadden aan een katholieke familie.”
Hoe zit die geschiedenis rond de ontstaansgeschiedenis van ons koningshuis in elkaar?Dingeman Kuilman: "Het verhaal van ons koningshuis begint meestal met Willem van Oranje. Maar hij had alles te danken aan de Bredase Nassaus. Hij erfde zijn rijkdom en titels van René van Chalon, Heer van Breda, graaf van Nassau en prins van Oranje. René van Chalon was de zoon van Hendrik III. Dat is zondermeer de belangrijkste edele die we in de Bredase geschiedenis gehad hebben. Hij was de rechterhand van de Keizer Karel V en was getrouwd met de rijkste bruid van Spanje. Die man had een netwerk, invloed, geld en visie. En hij zat in Breda. René van Chalon was zijn enige zoon en toen die op 24-jarige leeftijd sneuvelde, kwam hij zonder erfgenaam te zitten. Toen kwam Willem van Oranje van Dillenburg, zeg maar de arme tak van de familie, naar Breda als erfgenaam. Willem van Oranje had in één keer paleizen in Breda en Brussel, een kunstverzameling, een bibliotheek, titels en aanzien bij de keizer. Willem van Oranje werd Willem van Oranje omdat de Bredase Nassaus zo succesvol waren. Dat is het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van het koningshuis zoals we dat nu kennen.”
Dingeman Kuilman: "Ten eerste werden Willem van Oranje en het koningshuis vanuit het katholieke zuiden gezien als een protestantse kliek. Dat was niet van ons. Ten tweede willen mensen geschiedenis altijd beleven op de plek waar het gebeurd is. In Breda is die plek het Kasteel van Breda. Maar die locatie is al 500 jaar niet toegankelijk voor het publiek omdat het in gebruik is door Defensie. De allerbelangrijkste plek die de geschiedenis van de Bredase Nassaus vertelt kunnen we niet bezoeken. Je kunt niet rondlopen met je vrienden en kinderen en vertellen: ‘Hier is het gebeurd, hier hebben ze rondgelopen’.”
Waarom moeten we 500 jaar terug voor onze identiteit?Dingeman Kuilman: "Het is dé grote periode van Brabant. Als Brabant wordt opgeknipt, is het voorbij en wordt Holland belangrijker. Die bloeiperiode is fantastisch geweest voor Breda en Brabant. Als we het in Nederland hebben over de bloeiperiode van het land hebben we het altijd over de Gouden Eeuw, de 17e eeuw. Dat de jaren 1450-1550 een spectaculaire periode was voor Brabant past gewoon niet in het Hollandse verhaal. Er is nu ruimte om dat verhaal te vertellen en het zuidelijke perspectief veel steviger neer te zetten. En niet als een soort bijverhaal van het grote noordelijke verhaal. We hebben zelf ook een eigen geschiedenis die het verdient om verteld te worden.”
En wat dan met het beroemdste verhaal van Breda, dat van de turfschipper van Breda die de stad van de Spanjaarden bevrijdde?Dingeman Kuilman: "Dat is een verhaal uit de vaderlandse geschiedenis dat hier opnieuw tot leven is gewekt. We hebben het verhaal van het turfschip ons eigen gemaakt omdat het zo prominent in de Nederlandse geschiedenisboekjes stond. Maar we hebben hier geen Turfschipdag zoals je bijvoorbeeld Leidens Ontzet hebt. Dat zegt voldoende over hoe weinig dat hier leeft.”
Dingeman Kuilman: "Breda is als een stad heel erg aan het veranderen door de instroom van nieuwe mensen en groei. Dan heb je behoefte aan een verbindend verhaal en moet je opnieuw naar je geschiedenis kijken en je afvragen wat je aan elkaar kunt vertellen over waar we vandaan komen. Ook geeft het verhaal van de Nassaus veel betekenis aan de stad doordat verschillende plekken met elkaar kunt verbinden en ontsluiten voor dag- en weekendbezoekers.”
En zo komen we bij Joyce Wijnen van Breda Marketing. Hoe is de samenwerking met het museum tot stand gekomen?Joyce Wijnen: "De gemeente Breda heeft ons gevraagd het verhaal van de Nassaus opnieuw vorm en invulling te geven. Toen we op pad gingen kwamen we erachter dat ze hier in het museum hetzelfde aan het doen waren in het kader van de ontwikkeling van een nieuwe tentoonstelling. Toen zijn we samen gaan kijken hoe je die elementen met elkaar kunt verbinden met als doel een doorlopend bezoekbare plek en programma die je aan de buitenruimte en alle plekken in de stad koppelt.”
Joyce Wijnen: "Het verhaal van Royal Roots vormt een hele sterke basis hoe en wie we vandaag als stad zijn en hoe we in de toekomst verder willen ontwikkelen. Het verklaart heel veel van de mentaliteit, de geest en de spirit die in de stad leeft. Het laat zien waarom we vandaag de dag een hele creatieve stad zijn met zoveel ondernemers. Want we hebben ambities en moeten als stad opschalen en groeien.”
Hoe passen de bewoners in dit verhaal?Jocye Wijnen: "Het verhaal van de Nassaus is ook voor onze bewoners relatief onbekend. Het verhaal dat we gaan uitdragen is mensen zelf laten begrijpen waarom onze stad zo’n fijne omgeving is. Waar komt dat vandaan? We hebben onze oude trots, dat hele mooie historische centrum en het groen dat ook uit de tijd van de Nassaus stamt. We willen dat verhaal heel graag vertalen naar die nieuwe trots. Laten zien waar we toe in staat zijn op het gebied van creativiteit, cultuur, kunst en architectuur.”
Wat gaan bewoners, bezoekers, toeristen merken van Royal Roots?Joyce Wijnen: "Vorig jaar zijn we klein gestart met een expositie in het stadspark Valkenberg, de oude hoftuin van de Nassa’s. Met de replica’s uit het Prado in de buitenlucht waar de gezamenlijke geschiedenis van Breda en Spanje werd verbeeld. Nu staan we aan de vooravond van de opening van de Blind Floor. Dat is een samenwerking van Blind Walls Gallery en Royal Roots. Daar gaan we een kunstwerk van 20 bij 20 meter neerleggen waar we een stukje van die geschiedenis hebben laten interpreteren door een eigentijdse kunstenaar.”
We zijn als Nederlandse bevolking onze oude ankers kwijtgeraakt. Is dit het nieuwe anker voor Bredanaars?Dingeman Kuilman: "Het betrekken van die Bredanaars is ongelofelijk belangrijk maar niet zo simpel. In de tentoonstelling hebben we daarvoor een familieprogramma geïntegreerd. Geen simpele speurtocht maar als je je kinderen meeneemt kunnen ze een uur in de tentoonstelling van alles meemaken en beleven. Dat familieprogramma sluiten we weer aan op het educatieprogramma voor het basisonderwijs. Zodat alle kinderen uit Breda twee keer in het museum komen, iets leren en het verhaal meemaken. Ze vertellen dat weer aan hun ouders en zo kun je het verhaal in de volle breedte weer tot leven wekken. Het is een kwestie van lange adem.”
Joyce Wijnen: "Op dit moment is het programma nog heel erg geïntegreerd in onze organisatie maar Royal Roots wordt een separate stichting met het Stedelijk Museum en Breda Marketing als initiatiefnemers. Dat is ook onze rol als Breda Marketing. Vandaag de dag jagen we aan en verbinden we zoveel mogelijk partners. Als het goed staat geven we het door.”
Verwachten jullie meer bezoekers?Joyce Wijnen: "We verwachten absoluut meer bezoekers. Het is een verhaal voor zowel de stad als de hele regio. Uiteindelijk ook voor Vlaanderen en Spanje. Op internationaal gebied kun je het verhaal vertellen en ontsluiten. Dat moet leiden tot meer bezoek aan de stad.”
En wat moet het voor het museum opleveren?Dingeman Kuilman: "We willen voor de vaste tentoonstelling 40.000 tot 50.000 bezoekers per jaar trekken. En de rest met wisseltentoonstellingen zodat we in totaal doorgroeien naar 80.000 tot 100.000 bezoekers per jaar. Maar we willen vooral veel meer in de publieke ruimte gaan doen zodat je ook daar de bewoners en bezoekers tegenkomt.”
Schilderen voor de Blind Floor
Joyce Wijnen: "Dat is het mooie van de Blind Floor. We hebben de historische oogtegels uit de geschiedenis gelicht, tegels die uit het kasteel komen en ook hier weer te zien zijn. Je gaat elke keer de verbinding leggen tussen wat er buiten gebeurt en wat er hier te zien is. Verder ontwikkelen we samen met de Breda University een nieuwe route waar we een verrijkende digitale laag willen toevoegen aan de stad en zo weer een jonger publiek kunnen aantrekken. Het is een stuk geschiedenis dat we op een hele eigentijdse, creatieve manier willen vertellen. Dat verbreedt je doelgroep weer. Zo hoeft het geen stoffig geschiedenisboek te zijn maar juist een heel inspirerend verhaal.”
Wat hopen jullie dat dit verhaal teweeg gaat brengen?Dingeman Kuilman: "Bredanaars zijn al trots op hun stad maar ze weten niet altijd waarom. Juist het besef waarom je trots bent op je stad moeten we nieuw leven inblazen. Want dat is de belangrijkste bron om weer bezoekers aan te trekken.”
Joyce Wijnen: "Bredanaars zijn wel degelijk trots op hun stad maar we dragen het niet altijd uit. Iedereen is positief over de stad. Dat zien we ook in bewonersonderzoek dan scoren we hoog in geluk. Maar het gaat erom hoe je dat uitdraagt en daar zit altijd een Bredase bescheidenheid in.”
Schilderen voor de Blind Floor
Dingeman Kuilman: Het is bescheiden maar ook een beetje gemakzuchtig. Als je daar wat meer je best voor doet, dan snap je ook beter waarom het zo’n bijzondere stad is.”
Joyce Wijnen: "Royal Roots moet die nieuwe trots brengen maar ook het verhaal naar buiten kantelen. Waar staan we nu voor en waar zijn we echt goed in? Dat gemakzuchtige eruit en laten zien wat voor een creatieve stad we zijn erin.”Wat hoop je dat mensen op hun netvlies houden als ze de tentoonstelling hebben bezocht?
Dingeman Kuilman: "Ik denk dat daarvoor de tentoonstelling te veel is ontworpen als een totaalbeleving. Je hoopt dat ze na een bezoek denken ‘WAUW dat wist ik niet. De volgende keer neem ik iemand mee want die moet het ook weten’. Dat is de energie die erin moet zitten.”