Ministerie van EZK steunt plannen voor Landelijke Raad voor Recreatie en Toerisme
Op de Toerisme Top gisteren ruim aandacht voor de grote opgaven waar het gastvrijheidsdomein de komende jaren voor staat. Rob van Gijzel presenteerde daar in een panelgesprek met dagvoorzitter Carrie ten Napel het rapport ‘Ruimte Maken’ dat hij met de Samenwerkingstafel Gastvrijheidsdomein heeft ontwikkeld. Zijn conclusies en aanbevelingen moeten de sector definitief aan tafel bij andere beleidsbepalende domeinen krijgen. "Dit is het moment om betrokken te raken bij de ruimtelijke transitie van Nederland. Pakken we die kans niet dat is die voor de komende vijf tot tien jaar verkeken.” Opsteker van de dag was de steun van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de plannen van de sector en de oprichting van een Landelijke Raad voor Recreatie en Toerisme.
Groeipad uit Perspectief 2030 nog springlevend
Maar eerst blikte Jos Vranken, directeur NBTC, terug op hetgeen Perspectief 2030 sinds 2018 teweeg heeft gebracht. "Perspectief 2030 is nu onderdeel van het beleid en de actie in het land”, stelde hij trots. Voor wie Perspectief 2030 na corona ten grave wilde dragen had Vranken een heldere boodschap: "Het groeipad zoals we dat in Perspectief 2030 voorzagen is door de pandemie vertraagd maar zet zich nu onverminderd voort. We halen de geprognosticeerde aantallen toeristen alleen wat later.” En daarmee staat ruimte voor toerisme en recreatie ook scherp op het netvlies van Vranken: "Corona heeft duidelijk gemaakt dat we snakken naar vrijetijdsruimte, maar dat heeft zich helaas nog niet vertaald in beleid.”
Recreatieruimte niet meegegroeid
In de strijd om de ruimte kwam Marjon Kaper, directeur People & Community van de ANWB met de harde cijfers en die waren niet mals. Ten opzichte van 1900 is er veel minder recreatieruimte per inwoner beschikbaar en bij ongewijzigd beleid blijft dat dalen tot 18 Nederlanders die op de grootte 1 voetbalveld moeten recreëren. Niet omdat er veel minder recreatieruimte komt maar vooral omdat we die beperkte ruimte met veel meer mensen moeten delen. De achterblijvende groei van de recreatieruimte is het grote probleem. "We moeten daarom werken aan meer recreatieruimte dichtbij.” Dat betekent dat bij het ontwerp van nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen recreatieruimte moet worden opgenomen. Het buitengebied dat voor een grote transitie staat moet in de optiek van Kaper zodanig worden omgebouwd dat het ook recreatieruimte wordt.
Grote opdracht voor vrijetijdssector
Rob van Gijzel was oprecht verbaasd en geraakt dat vrijetijdsbesteding expliciet in de Grondwet staat maar het Rijk daar al vele decennia geen gevolg aan heeft gegeven. De nog op te richten Landelijke Raad voor Recreatie en Toerisme, met daarin vertegenwoordiging van diverse departementen en de sector, moet in zijn optiek sturing geven aan een langjarige ontwikkeling van het gastvrijheidsdomein. Hij sprak van een grote opdracht voor de gastvrijheidssector: "We moeten nadenken over de verbinding die we kunnen maken met de samenleving en de verantwoordelijkheid voor een leefbaar Nederland pakken. Daarvoor moeten we de sector in positie krijgen om te schakelen met andere domeinen.” Deze raad moet volgens Van Gijzel op nationaal niveau de verbinding met andere domeinen maken en een visie op recreatie en toerisme ontwikkelen. Eenzelfde structuur moet op provinciaal niveau worden ingericht waarbij we ons wel moeten realiseren dat in elke provincie andere uitdagingen heeft. De uitvoering is vooral lokaal en aan ondernemers.
Zelf zaken beter voor elkaar krijgen
Voor Vranken is het grootste pijnpunt dat we als gastvrijheidsdomein vaak in ruimtelijke processen worden vergeten. "Maar we moet als sector zelf ook onze zaken beter voor elkaar krijgen.” Lef en durf tonen zijn daarbij voor Vranken sleutelwoorden die de Katwijkse parkeergarage aan zee als lichtend voorbeeld aanhaalde. Daar is tijdens de versterkingsoperatie van de zeewering een parkeergarage in het duin aangelegd. "Een staaltje van cross-sectoraal denken dat we veel meer moeten inzetten.”
Handen uit de mouwen
Voor Rob van Gijzel is de grootste uitdaging dat de sector en ondernemers niet aan tafel zitten bij de regiodeals en de ontwikkeling van nieuwe woonwijken. "We moeten aan tafel komen.” Maar hij was ook realistisch: "Niks gaat vanzelf maar we moeten de handen uit de mouwen steken en aan de slag gaan. Dit is het moment om betrokken te raken bij de ruimtelijke transitie van Nederland. Pakken we die kans niet dat is die voor de komende vijf tot tien jaar verkeken.” Dat we niet alleen een vragende partij zijn moet veel meer het uitgangspunt van gesprek zijn: "Want we hebben ook iets te bieden. We komen niet alleen halen maar ook oplossingen aandragen.” En die oplossingen zitten in een leefbaar Nederland waar de vrijetijdssector een grote rol in speelt. Die beaamt ook Jos Vranken: "We kunnen veel meer brengen dan tot nu toe wordt gedacht.”
Sector draagt bij aan brede welvaart
Sandor Gaastra, secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat mocht namens de verhinderde minister Micky Adriaansens, die in Brussel was, reageren op het rapport. Hij was zeer onder de indruk van de economische prestaties van de gastvrijheidssector. De 800.000 werknemers en bijna 1 miljard aan bestedingen waren voor hem in de voorbereiding van de Toerisme Top echt een eyeopener. Voor Gaastra was evenwel het belangrijkste inzicht van de dag ‘wat de sector bijdraagt aan de brede welvaart.’
EZK omarmt ambitie van sector
Dat hij het rapport ‘Ruimte Maken’ omarmde was een grote opsteker voor de sector: "Een compliment aan Rob van Gijzel en zijn team voor het rapport dat heel veel waarde en betekenis heeft. We hebben het veel over brede welvaart en dan is ontspanning voor mensen in natuur, cultuur en bij (horeca)ondernemers heel erg belangrijk.”
Doel in zicht
Het rapport ligt er volgens Gaastra op een goed moment "Iedereen heeft nu scherper de maatschappelijke en economische waarde van de gastvrijheidssector op het netvlies”, stelde hij. "Er ligt een duidelijke ambitie van de sector en met de verkiezingen en een nieuw kabinet in zicht, ligt het doel open.” Maar het komt volgens Gaastra nu wel op daden aan waarmee hij de bal weer bij de sector legde.
Grote rol voor provincies
Het ministerie van EZK gaat zelf ook aan de slag in het leggen van verbindingen met de andere departementen en ziet veel in ruimtelijke koppelkansen. "We gaan andere departementen wijzen op het belang van recreatie en toerisme en de rol die het kan spelen in de maatschappelijke opgaven waar ons land voor staat.” Maar hij vindt dat niet alles op het bordje van het Rijk moet komen te liggen. "We kunnen vanuit Den Haag niet alles doen. Ook provincies en gemeenten zijn aan zet.” Opmerkelijk en hoopgevend was opdracht die Gaastra zag voor zijn ministerie om recreatie nadrukkelijker in de nota Ruimte op te nemen.
Meer lezen?
Download hier dan het rapport Ruimte Maken
Of lees hier het interview met Rob van Gijzel dat verscheen in R&T Magazine