ANWB vraagt provincies om meer ruimte in plannen landelijk gebied
Nederland stevent af op fors tekort aan recreatieruimte
De ruimte voor recreatie in Nederland staat onder druk. Uit onderzoek dat de ANWB liet uitvoeren blijkt dat de ‘groene ruimte per Nederlander sinds 1900 met 80 procent is verminderd. De situatie wordt in de toekomst nog nijpender door de groeiende bevolking (extra woningen, wegen, kantoren, enz.) en toename van het binnenlands en binnenkomend toerisme, waardoor de druk verder toeneemt. Om de hoeveelheid stadsgroen, recreatiegroen én natuurgroen op peil te houden, moeten er tot 2030 ruim 27.000 hectares bij komen en tot 2050 zijn er zelfs bijna 66.000 hectares nodig. Recreatieve ruimte is van groot belang voor de fysieke en mentale gezondheid van mensen en voor de leefbaarheid van Nederland. De ANWB roept overheden dan ook op om recreatief groen structureel op te nemen in hun plannen.
Paul Makken, ANWB Belangenbehartiging, teamlead Vakantie & Vrije Tijd
Kees Terwisscha van Scheltinga, idem, regiomanager Noord-Nederland
Jonathan Weegink, idem, regiomanager Noord- & Zuid-Holland
Een kwart van onze tijd bestaat inmiddels uit vrijetijd en we besteden steeds meer geld aan uithuizige vrijetijdsactiviteiten. Daarmee levert de binnenlandse vrijetijdssector - los van het inkomende toerisme - een stevige bijdrage aan de economie en een grote diversiteit aan werkgelegenheid. Dit belang wordt de komende jaren alleen maar groter, onder meer vanwege de groeiende bevolking en het stijgende aantal ouderen met veel vrije tijd. Nu al gaan Nederlanders gemiddeld 3,3 keer per jaar met vakantie (steeds vaker in eigen land). En dit aantal is exclusief dagrecreatie. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat we de komende jaren slimmer om moeten gaan met de toenemende drukte en schaarser wordende ruimte in Nederland.
Dat is hard nodig. Er is nu al sprake van recreatiedruk door een tekort aan ruimte in veel recreatie- en natuurgebieden. Dit leidt tot verkeers- en parkeerdrukte, spanningen tussen recreanten onderling en tot verstoring van de natuur en de leefbaarheid voor bewoners op sommige locaties. Deze druk zal verder toenemen door de groei van de aantallen inwoners en bezoekers. Zo wordt een toename van ongeveer 9 procent van bevolking verwacht tussen nu en 2040. Dat komt neer op 19,2 miljoen inwoners in 2040, een stijging van 1,6 miljoen ten opzichte van 2023. Daarnaast wordt tot 2030 een groei van het aantal gasten (uit binnen- en buitenland) verwacht van 41 procent (NBTC).
De ANWB constateert dat recreatie en toerisme onvoldoende aan bod komen in de plannen van Rijk en provincies voor de grote ruimtelijke opgaven, zoals klimaat, natuur, water, woningbouw, energie, infrastructuur en landbouw. Terwijl iedereen weet dat het aantal inwoners en toeristen de komende decennia flink groeit. En dat het voor de fysieke en mentale gezondheid van mensen, en voor de leefbaarheid van onze steden, belangrijk is dat we ons dicht bij huis kunnen ontspannen in een gevarieerd groenblauw landschap. Daarom heeft het Bureau voor Ruimte en Vrije Tijd in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond onderzocht hoe groot de toekomstige opgave voor recreatieruimte is.
Rekennorm voor groen ontbreekt
Het onderzoeksbureau heeft voor de definitie van ‘groen’ gekozen voor de definitie van het Compendium voor de Leefomgeving: park en plantsoenen, dagrecreatieve terreinen, bossen, natte en droge natuurlijke terreinen. Deze definitie van groen is exclusief water, maar omvat wel strand en oevers. Met andere woorden, deze definitie heeft betrekking op het landoppervlakte van groen, inclusief niet-toegankelijke natuur. Vervolgens is naar een rekennorm voor groen gezocht. Er blijkt echter geen uniforme, landelijke groennorm te zijn. Overheden hanteren verschillende normen, die bovendien niet bindend zijn.
De toekomstige tekorten aan recreatieruimte zijn per provincie berekend door een verband te leggen tussen de verwachte groei van de bevolking en de normen in de Europese conceptwet voor natuurherstel. Deze normen schrijven voor dat er in 2030 geen nettoverlies aan groene stedelijke ruimte mag zijn, en dat er in 2050 een toename van 5% groen is gerealiseerd. Eerst is berekend hoeveel m² groen er op dit moment per Nederlander gemiddeld is. Vervolgens is de verwachte bevolkingsgroei in 2030 en 2050 in beeld gebracht. Uitgaande van de Europese normen uit de concept Natuurherstelwet is berekend hoeveel recreatieruimte er in 2030 en in 2050 bij moet zijn gekomen.
De berekening in het onderzoeksrapport ‘Meer ruimte voor recreatie’ laat zien dat de hoeveelheid groen per Nederlander de afgelopen eeuw fors is afgenomen door de sterke bevolkingsgroei. Was er in 1900 nog ruim 1700 m² groen per inwoner, in 2023 is dat gedaald naar 308 m² per inwoner: een afname met ruim een factor vijf!
Driekwart van de Veluwe erbij
Uit de berekening volgt dat er tot 2030 ongeveer 27.400 hectares bij moeten komen om de hoeveelheid groen tenminste op peil te houden. Om in 2050 een groei van 5 procent te realiseren, zijn 65.900 hectares extra nodig, een hoeveelheid die qua oppervlakte vergelijkbaar is met driekwart van de Veluwe. Deze aantallen hectares geven de oppervlakte weer aan benodigde ‘beleefbare’ recreatieruimte en gaan dus niet over de hoeveelheid benodigde recreatieve paden die nodig zijn om recreanten te kunnen accommoderen.
Wanneer de huidige verdeling over de typen groen wordt gehanteerd, gaat het in 2050 om 1.400 hectares dagrecreatief terrein, 3.700 hectares parken en plantsoenen en 60.700 hectares bos en open natuurlijk terrein.
De afname van groen per persoon is, vanwege de verwachte bevolkingsgroei, het grootst in Flevoland (-130 m² p.p.), Gelderland (-45 m² p.p.) en Noord-Brabant (-35 m² p.p.). Sommige provincies laten door de verwachte bevolkingsafname een stijging zien van de hoeveelheid groen per inwoner, zoals de drie noordelijke provincies en Limburg. Dit betekent echter niet dat daar geen opgaven zijn voor recreatieruimte. Binnen een provincie kan de dynamiek namelijk variëren, bijvoorbeeld door de groei van steden en stedelijke regio’s. Daarnaast stopt deze opgave niet bij de provinciegrens: provincies kunnen elkaar ondersteunen in het opvangen van de recreatiedruk.
Ruimte schaars, slimme keuze nodig
De ruimte in ons land is schaars. Daarom moeten er slimme keuzes worden gemaakt. Zo kan het landelijk gebied toegankelijker en ‘meer beleefbaar’ gemaakt worde met nieuwe wandel- en fietsinfrastructuur. Als delen van het landelijk gebied in de toekomst anders worden ingericht (onder meer in de overgangsgebieden tussen landbouwgrond en Natura 2000-gebied) is het zaak om nieuwe, toegankelijke groengebieden te creëren. In en rond nieuwbouwwijken moet meer recreatief groen worden gerealiseerd. En functies moeten slimmer worden gecombineerd, bijvoorbeeld door gebieden voor waterberging (nodig voor hevige stortbuien en periodes van droogte) ook toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor recreanten.
‘In de jaren ‘60 en ‘70 hebben overheden flink geïnvesteerd in de publieke basis-infrastructuur voor recreatie en toerisme. Sindsdien is de focus vooral geweest op het kapitaliseren op deze maatschappelijke investeringen door het ‘binnenhalen’ van zo veel mogelijk bezoekers. Nu wordt zichtbaar dat er een tweede impuls nodig is. Daarvoor hebben we de volgende aanbevelingen.’
Aanbevelingen
De opgave is helder: er is meer ruimte voor recreatie nodig om de toenemende recreatiedruk op te vangen, door de groeiende bevolking en de toename van (met name binnenlandse) recreatie en toerisme. Hieronder volgen een aantal aanbevelingen om deze extra ruimte te realiseren.
1 Recreatie om de Stad 2.0
Het is aan de provincies en gemeenten als regisseurs van de ruimte om de ruimte te gaan reserveren en de realisatie ter hand te nemen. Zo mag het thema Recreatie om de Stad weer nieuw leven in worden geblazen, met de bijbehorende capaciteit en middelen.
2 Koppelkans met beleid
- Hoewel recreatie in het Nationale Programma Landelijk Gebied niet goed is benoemd, zien we dat enkele provincies dit wel opnemen en hierop voorsorteren in de gebiedsprocessen. Zo kunnen ontwikkelingen die goed zijn voor biodiversiteit én (natuurinclusieve) recreatie worden geagendeerd en met voorrang gerealiseerd;
- Sluit aan bij de Agenda Natuurinclusief. Deze nationale beweging stimuleert 1) ‘meer ruimte voor recreatie’ 2) meer biodiversiteit in dagrecreatieve en verblijfsrecreatieve terreinen en 3) natuurinclusief gedrag bij consumenten.
3 Kansen in ruimtelijke transities
Er liggen veel kansen om recreatieruimte mee te koppelen in de ruimtelijke transities die in het landelijk gebied nu gaande zijn of een plek krijgen, o.a.:
- In natuurgebieden, door te koppelen aan de bossenstrategie, realisatie van NNN, etc.;
- Op en aan het water. Waterrijke natuur (wetlands) en waterbergingsgebieden kunnen ruimte geven aan allerlei vormen van waterrecreatie (routes, varen, zwemmen, vissen, etc.);
- Als onderdeel van de verstedelijkingsopgave en het agenderen van groene wijken in de stad;
- In het toegankelijk en beleefbaar maken van het platteland door routes. Aankoop en inrichting van gebieden is niet altijd noodzakelijk, wanneer de infrastructuur voor recreanten voldoende is om het landschap toegankelijk en beleefbaar te maken.
4 Doorontwikkelen recreatienormen
Zorg voor de doorontwikkeling van normen die recreatieve behoeften in beeld brengen (o.a. ook voor routegebonden vormen) én de toepassing hiervan in (integrale) gebiedsopgaven. Afhankelijk van de lokale situatie van vraag, aanbod en beschikbare ruimte, kan ‘ruimte voor recreatie’ dan een plek krijgen.
Oproep ANWB
De ANWB brengt het onderzoek ‘Meer ruimte voor recreatie’ onder de aandacht van provincies en de landelijke politiek. Provincies werken hard aan toekomstplannen voor onder meer het landelijk gebied en aan de uitwerking voor ruimtelijke voorstellen van het Rijk. De ANWB roept provincies en Rijk op om in deze plannen meer ruimte voor recreatie en recreatief medegebruik op te nemen.
Mede naar aanleiding van een aangenomen Kamermotie (32813-1195, 23 maart 2023) onderzoekt het Rijk of er een landelijke groennorm moet komen. Daarom wordt het onderzoek ook onder de aandacht gebracht van het Rijk en de Tweede Kamer.
Link naar rapport: https://www.anwb.nl/belangenbehartiging/recreatie/zorgen-om-groeiend-tekort-aan-recreatieruimte