De feestende stad
Besproken boek: FESTIVALS & THE CITY; the Contested Geographies of Urban Events
Andrew Smith, Guy Osborn and Bernadette Quinn (eds); University of Westminster Press, London (UK), 2022; 298 pp.; ISBN 978-1-914386-44-2. ‘Open access’, gratis download (PDF) via:
www.uwestminsterpress.co.uk/site/books/10.16997/book64
Ik woon in Breda en elke Koningsdag weer gebeurt het: vroeg in de middag schrik ik wakker. En het was nou juist zo lekker rustig. Maar vanaf dat moment spoelt de stevige geluidsgolf van ‘538’ tot laat in de avond over mijn huis heen. In mijn achtertuin wiegen de Vlierboom en het rijtje Taxusboompjes ritmisch met de muziek mee, als een oudere enigszins gedoofde ster met zijn achtergrondkoortje.
Zeker als de wind mijn richting op staat hoef ik echt niet naar het Chasséveld in Breda waar ‘538’ plaatsvindt, al fluctueert het geluidsniveau met de windsterkte. Soms kan ik moeiteloos de artiesten in mijn achtertuin horen zingen, op andere momenten blijft alleen het doffe gebonk van de bassen over. Dat vooral maakt je gek.
Gefeliciteerd, Koning, denk ik dan. En ik trek me terug in huis, met de ramen en deuren zoveel mogelijk gesloten. Moet ik maar niet in de stad wonen.
Maar je terugtrekken in huis is niet de reactie van de gemiddelde medemens. Er zijn op Koningsdag maar twee steden waar NS extra treinen naar toe laat rijden: Amsterdam en Breda. Amsterdam om duidelijke redenen, maar Breda? Juist. Muziekfestival ‘538’ is uiterst populair en trekt bezoekers uit het hele land.
Mede om festivals voor de bewoners in toom te houden kent de Gemeente Breda een evenementenbeleid, met natuurlijk normen over de geluidsoverlast, maar ook over aspecten als duurzaamheid en veiligheid om maar eens wat te noemen. Daar wordt ook op gehandhaafd. Maar dat gaat uiteraard niet zo ver dat evenementen en festivals onmogelijk worden gemaakt, want er is natuurlijk ook nog een ander belang.
Het bovenstaande illustreert waar het hier besproken boek over gaat. Er is sprake van misschien nog net niet botsende belangen, maar ze schuren wel. En dat natuurlijk lang niet alleen in Breda.
Festivals & The City is een geredigeerd boek, bestaande uit losstaande hoofdstukken die door verschillende auteurs zijn ingezonden. Het is een initiatief vanuit een onderzoeksproject met de mooie titel FESTSPACE (Festivals, Events and Inclusive Urban Public Spaces in Europe). Het zijn grotendeels bijdragen voor een in dat kader georganiseerde (vanwege corona: online) conferentie: Festivals and the City: The Festivalisation of Public Space (september 2020). De bijdragen zijn ingedeeld rond vier hoofdthema’s: stedelijke ruimte, inclusiviteit, het imago van een festivalstad, en economische ontwikkeling. Het boek richt zich in hoofdzaak op festivals en evenementen in grotere steden, maar in een enkel hoofdstuk komen ook kleinere steden aan bod. Geografisch zijn de bijdragen beperkt tot steden in West-Europa, waarbij met name opvalt dat steden uit het Engelse taalgebied (Groot-Brittannië en Ierland) overheersen. Glasgow is zelfs twee keer met een hoofdstuk vertegenwoordigd.
De titel van het boek belooft dus meer dan dat de inhoud waarmaakt: door het weglaten van deze geografische beperking in de titel wordt de indruk gewekt dat het boek relevant is op wereldschaal. Dat is het dus niet. Niet dat er in West-Europa niets te beleven valt op festivalgebied, maar toch.
In het inleidende hoofdstuk gaan de redactieleden onder meer in op de belangenstrijd rond festivals in de stedelijke omgeving. Zij stellen dat in de moderne maatschappij een festival zich niet meer beperkt tot één of meerdere afzonderlijke dagen waarin de bestaande orde wordt omgedraaid, denk aan carnaval. De elementen van een festival zijn meer en meer een onderdeel geworden van het dagelijks stedelijk leven en zijn er altijd en overal. De festivalisering van de stad is compleet.
Ook ruimtelijk zijn festivals lang niet altijd meer gefocust op één locatie, maar is er sprake van een steeds grotere spreiding over de stedelijke ruimte. Maar dat betekent ook dat de overlast zich niet meer op één punt concentreert, maar overal merkbaar is. Daarmee is het iets van de hele stad geworden.
Het specifieke lokale karakter is belangrijk geworden in de festivalmix. Zomaar ergens anders een exact vergelijkbaar festival houden is vrijwel onmogelijk: dankzij de specifieke kenmerken kunnen de Wereldhavendagen alleen plaatsvinden in Rotterdam, Amsterdam Dance Event past alleen in Amsterdam en Noorderslag in Groningen. Slechts een enkele keer maar lukt een verplaatsing, denk aan het North Sea Jazz Festival dat van Den Haag naar Rotterdam is verhuisd. Het is mede door het specifieke en vaste karakter aantrekkelijk er een politieke strategie van te maken om het imago van een stad op te krikken.
Het gaat in het bestek van deze korte bijdrage te ver om van alle hoofdstukken een indruk te geven, maar één hoofdstuk kan niet onbesproken blijven. Van de vijftien hoofdstukken is er één expliciet gewijd aan een Nederlandse stad. Britt Swaantjes en Pauwke Berkers (beide Erasmus Universiteit) beschrijven hoe organisatoren van muziekfestivals in Rotterdam inspelen op en rekening houden met diversiteit. Rotterdam is één van de meest diverse steden in Nederland. Het hoofdstuk is gebaseerd op een onderzoek onder 20 organisatoren van muziekfestivals in Rotterdam. De organisatoren zien diversiteit met name in leeftijdscategorieën en in etnische afkomst, minder in verschillen in sociale klasse. De festivalorganisatoren accepteren de noodzaak om in Rotterdam met diversiteit rekening te houden. Zij doen dat op vier verschillende manieren: programmering, samenwerkingspartners, het format van het festival en de locatie in de stad. Hoewel de inzet er is, blijft het wel lastig: je kunt nu eenmaal niet voor alles en iedereen programmeren. Sommige organisatoren zien diversiteit ook wel als een buzzword, meer voor de bühne dan als realiteit.
Het boek sluit af met een samenvattend hoofdstuk van de hand van de redacteuren. De redacteuren zien festivals als goede instrumenten om sociale beleidsdoelen te behalen door via evenementen meerdere groepen in de stedelijke samenleving te binden. De stad is van ons allemaal, en dat vieren we.
Vanzelfsprekend eindigt het boek met de conclusie dat meer onderzoek noodzakelijk is. Je kunt ook bijna niet anders verwachten van een door wetenschappers geschreven publicatie. Toch denk ik dat het hier klopt. De festivalisering van de stad is nog een recente ontwikkeling, waarvan nog veel effecten onderbelicht zijn, zeker die van inclusie. Hoe meer die festivalisering in het dagelijkse leven doordringt hoe dringender het wordt het goed te monitoren om het in goede banen te leiden. Daar kan onderzoek bij helpen. Dit boek geeft een helder overzicht van de ervaringen met festivals en evenementen in een aantal West-Europese steden en biedt dus een goede basis voor verder onderzoek naar dit actuele thema. Aanbevolen.